Steeds meer grondbezit in Latijns-Amerika concentreert zich in handen van de rijke elite en grote bedrijven. De ongelijkheid is nu zelfs groter dan in de jaren zestig, constateert ontwikkelingsorganisatie Oxfam International. Bedrijven beroepen zich op vrijhandelsakkoorden om overheden te dwingen hun gronden af te staan.
In de jaren 1960 was het probleem van de ongelijke verdeling van landeigendom in Latijns-Amerika zo groot, dat verschillende bewegingen van landbouwers aandrongen op hervormingen. In de afgelopen decennia verergerde het probleem echter alleen maar, met als gevolg dat miljoenen mensen in armoede leven. Volgens Oxfam hindert het ongelijk verdeelde grootgrondbezit de duurzame en inclusieve ontwikkeling op het continent.
Eén procent van de grote landbouwbedrijven in Latijns-Amerika bezit meer productief land dan de andere 99 procent. Colombia staat op vlak van landongelijkheid aan kop, gevolgd door Paraguay en Chili, stelt Oxfam. Vrouwen bezitten minder grond dan mannen. In Guatemala is 8 procent van de grond in handen van vrouwen, in Peru is dat 30 procent.
Een volledige landhervorming was in Colombia een belangrijke eis van de guerrillabeweging van de FARC voor het recente vredesakkoord. De feodale wantoestanden op het platteland waren niet alleen in Colombia de oorzaak van het ontstaan van gewapend verzet tegen de grootgrondbezitters in meerdere Latijns-Amerikaanse landen. Die grootgrondbezitters zetten door hen betaalde privé-milities in om de lokale bevolking te terroriseren en hun protesten te onderdrukken.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: dewereldmorgen.be