Groenlands ijs in twee verhalen

Dezelfde feiten kunnen twee verschillend gekleurde verhalen opleveren zonder dat die feiten geweld wordt aangedaan. Het toeval wil dat in Ongekend smelten van de Groenlandse ijskap (artikel 1), dat afgelopen week op Krapuul verscheen, dezelfde feiten figureren als in Grimlachen om klimaatverontrusting (artikel 2) van mijn hand vorig jaar. Het verschil in insteek kan instructief zijn.

Feiten
Het ijs op Groenland neemt af vanwege de klimaatopwarming. Van 2002 (lancering meetsatelliet GRACE) tot medio 2017 is de gemeten afname gemiddeld circa 270 gigaton per jaar. De totale hoeveelheid ijs op Groenland bedraagt zo’n 2,7 miljoen gigaton (2,6 miljoen gigaton volgens artikel 2). De afsmelt van het Groenlandse ijs draagt voor naar schatting 25 procent bij aan de jaarlijkse zeespiegelstijging. Totale afsmelt van het ijs op Groenland zou een stijging van 7,4 meter opleveren. Op Antarctica is er gemiddeld geen afsmelt omdat het daar nog steeds veel te koud is.

Nieuwe gegevens
Nieuwe gegevens sinds een jaar in artikel 1 hebben betrekking op de afsmelt op Groenland van de periode voor 2002. Volgens een reconstructie van klimaatonderzoeker Michiel van den Broeke, die een schatting heeft gemaakt van de periode 1958–2017, vindt er sinds 1998 voortdurend ijsafname plaats. Daarvoor was er een wisselend beeld met toe- en afnames. Daarnaast wordt een wetenschappelijk artikel aangehaald, waarin de reconstructie van de hoeveelheid ijs zelfs teruggaat tot 1650. Het wegstromen van smeltwater is nu 50% groter dan tijdens de pre-industriële periode.

Ongekend
Ongekend in de kop van artikel 1 blijkt te slaan op de vergelijking van de pre-industriële periode met heden. Nu is er veel meer afsmelt. Dat is inderdaad te verwachten. 1650 was in de periode van het Maunderminimum (1645-1715), dat deel uitmaakte van de Kleine IJstijd. Ik veronderstelde aanvankelijk bij het lezen van de kop dat ongekend zou slaan op de onbekendheid van de afsmelt voor de lancering van GRACE. Sinds de lancering zijn er vrij harde data, terwijl reconstructies het nadeel hebben nogal wat onzekerheden te incorporeren.

270 gigaton
Hoe knap de reconstructies ook mogen zijn, van belang is de impact van de afsmelt van het Groenlandse ijs op de zeespiegelstijging in de nabije toekomst. Jos Hagelaars, de auteur van artikel 1, is reëel: gelukkig is het smelten van zo’n ijskap een traag proces. 270 gigaton is 1/10.000 van 2,7 miljoen gigaton. Als er 270 gigaton per jaar afsmelt, is dat 1/10.000 van de 7,4 meter aan geprojecteerde stijging bij totale afsmelt, wat neerkomt op 0,74 mm. Voor 2100 zou dat zo’n 6 cm (82 jaar maal 0,74 mm) behelzen.

Zeespiegelstijging
Wat in beide verhalen ontbreekt, is de voornaamste oorzaak van de zeespiegelstijging. Thermale expansie van de oceanen, oftewel uitzetting van het warmer wordende oceaanwater draagt ongeveer voor de helft bij aan de stijging. Prettig hierbij is dat er veel water in de oceanen zit. Opwarming van die enorme hoeveelheid verloopt langzaam en zal bij het huidige klimaatopwarmingstempo van circa 1 graad Celsius per eeuw niet noemenswaard versnellen. Als de Groenlandse afsmelt 25 procent van de stijging veroorzaakt, of 6 cm tot aan de volgende eeuw, zou de totale zeespiegelstijging 24 cm bedragen. Inderdaad is tussen de 20 en 30 cm stijging tot 2100 realistisch.