Evo kan niet tot 2025 Boliviaans president blijven

Evo Morales heeft het door hem uitgeroepen referendum om nog een ambtstermijn te kunnen aanblijven, nipt verloren. Op 21 februari waren er volgens de telling van het electoraal tribunaal van Bolivia 51,31 % nee-stemmers. Deze eerste nederlaag in zijn tienjarig bewind, moet geen ramp zijn voor Evo Morales. Integendeel, het kan heilzaam zijn om de sociale bewegingen meer bij de democratische besluitvorming te betrekken.

In de voorbije decennia keek de Europese linkerzijde met zeer veel aandacht naar Latijns-Amerika dat als een maatschappelijk laboratorium voor ingrijpende maatschappelijke verandering kon worden beschouwd. Zo volgden enkele kopstukken van het Spaanse Podemos van zeer nabij het proceso de cambio in het Bolivia onder Evo Morales.

Op deze ruk naar links is echter sleet gekomen. In Venezuela en Argentinië – en misschien straks ook in Brazilië waar de politieke toekomst van Dilma Rousseff zeer onzeker is – werden linkse regeringen weggestemd die vanaf omstreeks 2000 in het zadel zaten. Amérique latine, pourquoi la panne? vraagt Renaud Lambert zich af in Le Monde Diplomatique van januari 2016 en in MO* van 23 februari spreekt Alma De Walsche over ‘Einde van de linkse lente. Latijns-Amerika en het einde van een experiment’.

Twee landen blijken vooralsnog aan die trend te ontsnappen. Rafael Correa, Ecuadoraans president sinds 2006, en Evo Morales, Boliviaans president sinds einde 2005, zijn beiden na gunstige verkiezingsuitslagen aan hun derde ambtstermijn kunnen beginnen. Morales, nu al de langst in dienst zijnde president in de bijna 200-jarige geschiedenis van zijn land, regeert onafgebroken tien jaar lang (2005-2015).

(Lees verder bij de bron van dit artikel)

Via:: dewereldmorgen.be