Nou, laat ik maar een poging wagen dan. Er zijn nieuwe – nogal ingrijpende – ontwikkelingen in het gezondheidsplaatje waar ik in de afgelopen maanden over geschreven heb. ‘t Nieuws gaat rond, de tamtam roffelt, dus dan is het misschien wel zo logisch als ik het hier ook meld. Dat gaat misschien niet fijn binnenkomen als je de tamtam nog niet had horen roffelen, mijn excuus daarvoor.
Hoewel de behandeling tegen longkanker begin dit jaar goed leek aan te slaan, bleek twee weken terug dat het keihard is teruggekomen. In mijn hersenen zitten nu meerdere grote en kleine uitzaaiingen, met een nogal grote plek in de kleine hersenen en aantastingen van het hersenvlies. Dat is het slechts mogelijke en meest agressieve scenario.
Dat betekent dat het niet meer behandelbaar is: geen operatie, geen bestraling, geen immuuntherapie, geen chemo. Het is ook niet te stoppen of te af te remmen: het is echt klaar nu. Ik zit dus bij deze formeel in de terminale fase. De resterende levensverwachting die daarbij hoort is kort: zo tot half december als alles heel snel gaat, misschien tot eind januari als het langzaam gaat. De arts zei: het blijft een schatting en je kan er zo een weekje naast zitten, maar dit zijn wel de cijfers die bij dit beeld passen.
Toen ik op 1 november met spoed werd opgenomen in het ziekenhuis, was ik in bijzonder belabberde conditie. Rondom de uitzaaiingen in de hersenen had zich vocht opgehoopt, dat vocht drukte op de hersenen en dat veroorzaakte pijn waar ik gillend gek van werd (naast allerlei andere dingen zoals coördinatieuitval, zichtverlies, misselijkheid en ga maar door). In het ziekenhuis kreeg ik een stootdosis dexamethatroep voor een aantal dagen. Dat heeft het vocht doen afnemen, waardoor pijn en andere verschijnselen niet op de voorgrond staan. Ik voel me op dit moment dus redelijk oké. Maar ik weet dat het schone schijn is: de medicijnen halen het probleem niet weg – de uitzaaiingen groeien door, het vocht hoopt zich weer op en de weefsels eromheen worden beschadigd as we speak – ik voel er alleen even wat minder van. Dat is prettig. Dat maakt dat ik nu thuis ben, wat kan aanrommelen, met een rollatortje zelfs naar de bieb kan, kan genieten van bezoek en al die honderdduizend dingen kan regelen die een mens blijkbaar voor het overlijden moet regelen.
Het is dus een wat onwezenlijke situatie: ik voel me oké, maar ik ben me er ook van bewust dat de klok doortikt en dat ik toch écht de laatste stappen op dit pad aan het lopen ben.
Dat van dat oké voelen, dat meen ik. Natuurlijk zijn er momenten van verdriet, vooral als het gaat om weten waar mijn kinderen en kleinkinderen de komende tijd allemaal doorheen zullen moeten gaan en – daarna – wat ze níet samen gaan meemaken, al die momenten dat ik er zo graag voor ze had willen zijn en naast ze had willen staan. Natuurlijk zijn er ook momenten van zorg en een beetje angst als ik denk aan wat me vóór het overlijden hoogstwaarschijnlijk te wachten staat: toenemende pijn, maar vooral ook mentale en cognitieve achteruitgang. Vooral dat laatste is iets wat voor mij ondraaglijk is. Alleen al de gedachte dat het gaat gebeuren is voor mij ondraaglijk.
Maar de andere kant is er ook. Ik ben niet bang voor de dood. Ik maak me geen zorgen, ik ben niet boos, ik heb niet het gevoel dat ik iets gemist heb of iets tekort gekomen ben. Er is geen greintje weerstand tegen het feit dat ik dood ga zelf. En ook over ‘na die drempel’: ik weet dat het goed is. Het is niet eens een ‘overtuiging’ dat het goed is, het is een diep, wezenlijk weten.
Dus ik heb rust. Ik kan – voor zover ik dat nu kan inschatten – dit laatste stuk op dit pad met opgeheven hoofd en rustig gemoed lopen. In erkenning voor alles wat dit leven – waar de dood deel van is – zo mooi maakt, in dankbaarheid voor alles wat ik heb gekregen en in dankbaarheid voor alles wat ik anderen heb mogen geven.
Misschien dat ik de komende tijd nog ‘s iets schrijf. Hierover of over iets anders waarvan ik vind dat ik er nog even iets over moet roepen. Geen idee, ik ga geen beloftes doen want hoe zich de komende tijd gaat ontrollen is volkomen onvoorspelbaar.
Voor nu: love and revolt