Deze serie zou wat grotere frequentie kunnen hebben, maar allerlei nieuws rond het studentenleven van nu hebben mij doen aarzelen. En dan bedoel ik niet de altijd droevige zekerheid van “de excessen” bij corpora, die helemaal geen exces zijn maar die er gewoon bij horen.
Maar de verhalen spelen in tijden waarin je voor een schijntje een mensamaaltijd kon nuttigen. In het weekeinde, als je niet “naar huis” ging was er in Amsterdam de Volksgaarkeuken, officieel De Keuken van 1870, eenvoudig en goedkoop. Ik denk dat in de meeste studentensteden wel zo’n uitwijkmogelijkheid was. Voorbij, voorbij.
Eigenlijk net als de bijna-zekerheid van studentenhuisvesting. Een bedrag van vier cijfers voor een hok zonder eigen badkamer, verder ter grootte van een vroegere studentenkamer – de moedwillig gekweekte woningnood. En in een belangrijke periode van de weg naar volwassenheid woont nu bijna de helft van de studenten in het ouderlijk huis. Zo hoort het niet te zijn.
Voorbeeld uit eigen ervaring. In de mensa kon er geen sprake zijn van “dat lust ik niet” en desnoods demonstratief traag het voorgezette voedsel weg te werken. Een kwartier ongeveer, met toetje misschien wat langer, maar dan moest je wel wegwezen want het was nu eenmaal bijna altijd druk, en je deelde je tafel toch al met meestal een onbekende. Ik kan wel zeggen dat ik eigenlijk pas heb leren eten in de mensa. Zoals ik op de Zilverberg heb leren koken, iets wat je meestal bespaard zal blijven als je nog in je ouderlijk huis woont.
Ik had geloof ik maar een of twee keer mijn kunsten solo laten zien toen ik werd uitgenodigd lid te worden van een kookgroep, tevens gezamenlijke eetgroep. Onnodig te zeggen dat je daar ook niet bij kon teuten, ook als er levendige gesprekken vielen. Kookte je niet, dan deed je mee aan de afwas.
In de loop van de jaren dat ik er verbleef heb ik verval en verdwijnen van kookgroepen meegemaakt, en het daarmee achteraf blijkbaar onvermijdelijke verval van de discipline met betrekking tot de afwas. Dat was hinderlijk, omdat bestek en servies gezamenlijk beheerd werd. Wat van iedereen is, is van niemand. Een tijdlang was er een studente medicijnen zo aardig om vroeg op te staan en de troep weg te werken. Toen zij wegging was het al snel gedaan en de rotzooi was aanleiding tot overleg maar ook tot knallende ruzie. Want meestal wist je wel wie de onverlaat/onverlaten waren die hun onafgewassen spullen lieten slingeren. Ik denk dat dit een algemeen probleem is geweest bij dergelijke studentenflats.
Maar goed, leukere kant nu. “Vanavond willen we maar eens nasi,” kreeg je te horen en het was jouw beurt om te koken. Oef – ik kende dat alleen van de afhaal of uit de fameuze blikken van Suzy Wan of Kung Fu. Het speciale studentenhuisonderdeel daarvan lijken mij champignons, die zul je in afhaalnasi niet aantreffen. Ik heb hier varianten op de op de Zilverberg geleerde menu’s geschreven. Ik zal bekennen dat ik mij in grote lijnen nog steeds aan die recepten houd, zo oud als ik ben inmiddels…
– Uitgelichte afbeelding: Door chris_73 – Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=19658