De coöperatieve ‘La Carline’-supermarkt in de Drôme is een begrip geworden, dat de regio transformeert. Ze kocht boerderijen die vrijkwamen, maakte tuinders geïnteresseerd en investeerde in vele richtingen om een ander economisch model te promoten. Dit vertelt Gaspard d’Allens in zijn reportage over ‘La Carline’ voor de Franse ecologische site Reporterre (zie hier). De naam La Carline (een distel) is niet willekeurig gekozen. Het is die van een plant die zichzelf van jaar tot jaar opnieuw uitzaait. Een stoere distel, klaar om aan droge omgevingen het hoofd te bieden.
“In het begin waren we slechts een zelfbeheerde inkoopgroepering”, herinnert Étienne zich, een imker die aan de basis van het project stond. Door de jaren heen is de structuur gegroeid en getransformeerd, totdat het in de vallei iets werd waar je niet omheen komt.
Aan het eind van de middag zijn de vijftien medewerkers druk bezig tussen de verschillende afdelingen in de supermarkt-zonder-baas in de Franse stad Die (in de Drôme). Ze laden de binnengekomen levensmiddelen en groentes uit, die van de omliggende landerijen komen en vullen de vakken. Het gaat om herfstgroenten, ambachtelijke producten en natuurlijk de beroemde ‘Clairette de Die’ – de lokale mousserende wijn. De opstellingen zijn genereus. Alsof in deze ruimte alle rijkdom van een gebied, zijn autonomie en zijn overvloed worden ten toon gesteld.
De winkelpui is gericht op de entree van het stadscentrum, aan de hoofdstraat. Achter het prachtige gebouw domineren de kliffen van de Glandasse, verloren in de mist. Het gebouw werd volledig gerenoveerd door teams van vrijwilligers, supporters, boeren. Al meer dan dertig jaar werken ze samen aan het uitvinden van de handel van de toekomst: coöperatief, biologisch en betrokken. Hun sleutelwoord? Wederzijdse hulp en ‘verspreiden’ in plaats van groeien ten koste van alles. De organisatie is er wellicht een die toepassing kan vinden binnen het kader van wat ik ‘functionele anarchistische zone (FAZ)’ noem. [ThH]
“Ontwikkel een deugdzame economie op territoriale schaal”
De coöperatie werkt rechtstreeks samen met meer dan 180 producenten en ambachtslieden, allemaal biologisch. Het komt nauwelijks elders voor, maar hier bevinden zich drieënnegentig van hen op minder dan 70 kilometer afstand. In het hart van plattelandsgebieden zijn voor de levering van goederen korte lijnen een noodzaak. Het maakt de structuur minder afhankelijk van marktschommelingen, zorgt voor beter gecontroleerde kosten, vermindert de uitstoot van broeikasgassen die verband houden met transport en maakt dat het land ‘leeft’.
‘Wij proberen een deugdzame economie op regionale schaal te ontwikkelen’, zegt medeoprichter Damien, een champignonteler. Hier zijn geen aandeelhouders, geen dividenden, geen jacht op winst. Het coöperatieve model en zijn 350 leden bevorderen andere waarden, zoals ‘de zoektocht naar de juiste prijs’. ‘Wij zijn hier niet om het kapitaal te vergoeden’, zegt Étienne, ‘we financieren geen extractivistische economie die het geld komt halen en het ergens anders onderbrengt. We laten het op het grondgebied achter.’
n dit systeem mag niemand buiten beschouwing worden gelaten. De werknemer krijgt 20% meer betaald dan het minimumloon, met winstdeling, en de algemeen directeur verdient slechts 1,6 keer meer dan het laagste salaris. De boer en producenten bepalen hun eigen prijzen en profiteren van verschillende voordelen, zoals het verkrijgen van contante voorschotten tegen nulrente aan het begin van het seizoen. Wat de consument betreft, wij verkopen hem een ‘goed product, goed geproduceerd’, volgens de vastgestelde formule. En iedereen kan zich laten horen op de Algemene Vergadering.
Een aantal ‘colleges’ vertegenwoordigt elk een deelnemersgroep. Het doel? Verder gaan dan de individuele belangen, proberen elkaar te begrijpen, en door middel van de ontmoetingen tussen producenten, consumenten en werknemers een eerlijk beleid uitstippelen, dat gunstig is voor iedereen en dat niemand in onzekerheid brengt.
In de schappen hangen talloze borden en posters. De supermarkt wil spraakzaam en levendig zijn. Aan de muren hangen foto’s van producenten met kaarten om productielocaties te lokaliseren. Grafieken leggen uit ‘waar het geld naartoe gaat’. Elk product wordt voorzien van een kleur, afhankelijk van het aantal kilometers dat het heeft afgelegd om hier te komen. Glazen potten zijn beschikbaar voor bulk en om een teveel aan verpakking te voorkomen.
Beheerste inflatie
De coöperatie heeft gekozen voor verschillende marges: zij houdt 33% in op producten van groothandels en platforms, 29% op directe productie en 25% op producten van Diois (minder dan 50 kilometer; Diois is de naam van een streek en voormalige provincie van Frankrijk rond de stad Die). De lokale producent beslist of hij wil profiteren van extra winst of de prijs van zijn product wil verlagen.
‘Het idee is om zo transparant mogelijk te zijn’, legt Régis uit, de medewerker die verantwoordelijk is voor het coöperatieve leven. ‘Wij laten de consument zijn of haar verantwoordelijkheid nemen door hem of haar zoveel mogelijk informatie te geven. Het is een manier om biologische voeding toegankelijk te maken. Geen politie-, antidiefstal- of bewakingscamera’s hier. In de eerste plaats: vertrouwen.’
Met een omzet van 2,7 miljoen euro per jaar heeft ‘La Carline’ zich stilaan gevestigd in het landschap. Dankzij haar wortels en de loyaliteit van haar klanten kon zij de moeilijke sociaaleconomische context doorstaan. Hoewel 2023 een donker jaar is voor het biologische, is de coöperatie erin geslaagd de omzetdaling te beperken tot 4%. In Frankrijk zijn ruim 200 biologische winkels gesloten, met een gemiddelde activiteitendaling van 10% tot 20%. ‘Dankzij haar inzet kon La Carline weerstand bieden’, verzekert Étienne. Het stabiliseerde zelfs de inflatie op 3%. ‘In tegenstelling tot supermarkten profiteert hier niemand van de crisis!’, onderstreept de medeoprichter.
Naarmate de coöperatie groeide, werd zij echter met een dilemma geconfronteerd. Om andere marktaandelen te verwerven en over parkeergelegenheid te beschikken, zou het bedrijf zich in de commerciële zone aan de rand van de stad hebben moeten vestigen. Met het risico dat landbouwgrond verder wordt verziekt en het ‘betonnen’ vergroot.
‘Een optie die in strijd is met onze waarden’, zegt Étienne. ‘We weigerden dit allemaal, maar het riep andere vragen op: waarom willen we uiteindelijk ten koste van alles groeien? Waarom zouden we anderen niet helpen om te floreren?’.
Honderdduizenden euro’s irrigeren het gebied
Tegenwoordig beschouwt de coöperatie zichzelf lokaal als ‘de spil van een nieuwe economie’. Door het pad van niet-groei te kiezen, gaf La Carline de voorkeur aan een spin-off: de winsten helpen bij de financiering van sociale en solidaire economieprojecten, groene energiebedrijven, ambachtelijke brouwerijen, restauranthouders en chocoladefabrieken. Ze financiert zelfs haar ‘concurrentie’! Dankzij haar zijn er in de vallei andere biologische supermarkten geopend. ‘We dragen onze vaardigheden over aan vriendelijke projecten die dezelfde waarden delen’, zegt Damien.
De biologische winkel Milpa in Luc en Diois (20 kilometer van Die) heeft zojuist zijn oprichting gevierd. Het gebouw werd gekocht door de coöperatie ‘Village Vivant’ met een cheque van La Carline. Ook de manager ervan werd door haar opgeleid.
In totaal irrigeren honderdduizenden euro’s het grondgebied. Jaarlijks ontvangt de lokale afdeling van Restos du coeur(zie hier) 10.000 euro aan donaties van de supermarkt. Soepkeukens zijn georganiseerd. ‘In verhouding tot onze omzet geven we veel meer dan miljardair Bernard Arnault’, lacht Damien ondeugend. We gaan uit van een echte ‘afvoer’, de supermarkt geeft je de mogelijkheid om contant geld en geld op te nemen, het is een soort alternatief investeringsfonds geworden.’
Om haar heen is een netwerk geweven. In de kantoren op de bovenverdieping herbergt het verschillende initiatieven, zoals GRAP (Groupement Régional Alimentaire de Proximité, Regionale Voedselgroep in de Nabijheid). Ze is ook medeoprichtster van de Rencontres de l’écologie au quotidien (Alledaagse Ecologische Ontmoetingen) die elk jaar in Die plaatsvinden.
Vooral aan de rand van de stad, in de velden, krijgt de coöperatie nieuwe impulsen. La Carline heeft zojuist 400.000 euro geïnvesteerd in het beste land van de vallei. 16 vruchtbare hectares waar ze een jong stel tuinders, Olivier en Louisa, kon laten beginnen. Inclusief de constructie van landbouwgebouwen en een koelcel, montage van kassen, aankoop van nieuw materieel en aanplanting van heggen… De coöperatie draagt de kosten van de bouwplaatsen in ruil voor huur.
‘Het is een waardevolle hulp in de huidige context. We winnen aan rust en veiligheid, onderstreept Olivier. Het is niet de bedoeling dat de nieuwe boeren zichzelf opofferen. Het kost al veel moeite om biologische tuinder te worden, het is een ethische keuze. Wij moeten in dit proces begeleid en ondersteund worden.’
Door de wolken heen schijnt de herfstzon op de eerste groentebedden. In de verte is een team de kassen aan het opzetten. Damien kijkt tevreden: ‘Als we mensen willen installeren en onze bevoorrading veilig willen stellen, hebben we geen keus. Het is heel goed om te zeggen dat pesticiden slecht zijn. Maar als we niemand meer hebben om op een andere manier te produceren, zitten we vast. Met La Carline hebben we een instrument gecreëerd waarmee we concreet kunnen zijn en invulling kunnen geven aan onze ecologische waarden.’ Wie meer over La Carline wil weten, inclusief de manier van organiseren van deze coöperatie, kan een ‘pdf’ van La Carline downloaden, klik hier.
Gaspard d’Allens (Vertaling Thom Holterman; zie integraal in het Frans op de site Reporterre.)
– Eerder verschenen bij Libertaire Orde
– Uitgelichte afbeelding: de carline (plant), waarnaar de supermarkt is vernoemd. Par Bernd Haynold — Travail personnel, CC BY-SA 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=277780