Een open brief aan Shula Rijxman, voorzitter Raad van Bestuur Publieke Omroep

By Sebastiaan ter Burg - https://www.flickr.com/photos/ter-burg/2381674354/, CC BY-SA 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=51055691
Shula Rijxman, door Sebastiaan ter Burg – CC BY-SA 2.0

Geachte mevrouw Rijxman, beste Shula,

Tot mijn grote verbazing (en niet geringe woede, om heel eerlijk te zijn,) nam ik kennis van uw voornemen om de publieke omroep nog verder in het dal van feitenvrij populisme te doen verzakken.

“Leren van Trump” noemt u dat in de Volkskrant van maandag 14 november.

Hoe moet ik dat voor mij zien? Gaat u aan de publieke omroepen opleggen dat ze voortaan, in plaats van eens in de paar maanden, elke week een Asje Bello moeten uitnodigen? Zo iemand die moslims het liefst vergast ziet worden?

Of is het u meer te doen om mensen als Wierd Duk en Sywert van Lienden een nog groter podium te bieden dan ze al hebben?

U stelt een aantal prikkelende vragen:

Namen ze de aanhang van Trump wel serieus? Sloten ze zijn geluid niet te veel uit? Werden de Trumpisten wel voldoende gezien en gehoord? Wisten journalisten wel hoe de samenleving in elkaar zit?

Ik zal ze hier even snel voor u beantwoorden: Ja, Nee, Veel te veel en Niet meer of minder dan welke andere beroepsgroep dan ook.

Vooral de eerste en de derde vraag doen mij sterk vermoeden dat in uw geval het antwoord op uw vierde vraag een luid klinkend “Nee” is.

Zeker omdat u vervolgens verder gaat met het oproepen van een beeld van de Nederlandse media die in al hun platheid nog steeds te weinig doen voor Henk en Ingrid. De vraag of de stem van alle groepen voldoende wordt gezien en gehoord dient namelijk inderdaad gesteld te worden, maar de conclusie dat dit komt doordat “alleen [het geluid] van de hoogopgeleide kosmopolitische Nederlander te horen is” is werkelijk lachwekkend absurd.

Het is mooi dat u in Hilversum betrokken wenst te zijn bij de discussie in den lande met betrekking tot de inhoud van de programmering van de Publieke Omroep. Het is namelijk absoluut waar dat deze omroep er voor iedereen hoort te zijn. Maar ga dan voor de verandering eens een keer tegen de hardste schreeuwers in, en zoek het geluid en verhaal van hen die door de verschuivingen in het politieke landschap daadwerkelijk op de tocht komen te staan. En dat zijn niet de bezorgde burgers, niet de ‘daar moet een piemel in’ schreeuwers, en al helemaal niet de NVU die mag demonstreren bij de intocht van Sinterklaas.

De mensen waarvoor de publieke omroep er óók dient te zijn zijn de mensen wier leven wordt beïnvloed door de opkomst van het xenofobe populisme in de westerse wereld, de homofobie en het seksisme dat in de Nederlandse samenleving voortwoekert als een veenbrand, het etnisch profileren door de Politie (ook al zo’n instelling die er voor álle Nederlanders zou moeten zijn.) De Publieke Omroep zou het lef moeten hebben zich kritisch op te stellen in dit debat, in plaats van haar oren te laten hangen naar het Nederlandse equivalent van de Trump-stemmer.

Onafhankelijk zou niet mogen betekenen dat controverse moet worden gemeden, en al helemaal niet dat de omroepen vanuit een soort misplaatste neutraliteit de onderbuik van de samenleving op één niveau met kritische beschouwingen dienen te stellen. Als u namelijk alle geluiden en visies in de samenleving serieus wenst te nemen, begin dan eens bij mensen met een daadwerkelijke visie, in plaats van hen die – mits onbestreden – zullen zorgen voor de instorting van het pluralisme en de vrijheid in ons land.

U vraagt zich af of u de juiste onderwerpen agendeert? En of u wel iedereen laat zien en horen? Het antwoord op deze vragen is uiteraard: Nee, dat doet u niet. Maar als de conclusie uit de winst van Trump is dat u meer uw best moet doen om latente fascisten te bereiken, weten we meteen waardoor dat komt.

Er is binnen de publieke omroep nog altijd een schrikbarend gebrek aan diversiteit. Hoogopgeleid, wit, en kosmopolitisch is een vrij aardige samenvatting. Maar om goede televisie te maken is een open geest en een zekere mate van intelligentie onontbeerlijk. Daarom ligt de conclusie dat de algehele witheid van het omroepbestel naar alle waarschijnlijkheid een groter probleem is dan het feit dat je je school moet afmaken voor je op de televisie mag voor de hand.

Het is, kortom, zeer aanbevelenswaardig dat u streeft naar een pluriform medialandschap. Het is ook een goed teken dat u ziet dat de publieke omroep iets is dat van en voor álle Nederlanders is. Maar waar u en ik absoluut, 100%, over van mening verschillen is de vraag wie degenen zijn die door de huidige situatie tekort worden gedaan. U ziet daar, meen ik uit het stuk in de Volkskrant op te maken, voornamelijk de Nederlandse neefjes en nichtjes van de mensen die in Amerika een sociopatische fascist op de troon geholpen hebben, terwijl in mijn optiek de mensen die werkelijk tekort gedaan worden door de publieke omroep juist die mensen zijn die ook in de rest van onze samenleving gemarginaliseerd worden.

Ik hoop dat de omroepen waarmee u in gesprek zult gaan de moed zullen kunnen opbrengen om u fijntjes op het hierboven vermelde te wijzen. En ik hoop dat u de wijsheid zult bezitten om u neer te leggen bij hun onafhankelijke oordeel.

En ik hoop dat u, bij het nauwer betrekken van mensen bij de keuzes die u maakt, zult beseffen dat Nederland uit veel meer mensen dan alleen de schreeuwende ontevreden witten bestaat.

Met vriendelijke groet,

Standplaats Kraków