De door de geachte afgevaardigde rondgetoeterde brief is voorzien van de juiste grammatica- en stijlfouten, wat hem authentieker doet lijken. Toch zijn er genoeg redenen te bedenken dat de geachte afgevaardigde, of zijn Wetenschappelijk Bureau, het ding zelf in elkaar geflanst heeft.
1) In een asielzoekerscentrum wordt weinig Arabisch gesproken. Er kunnen moslims verblijven, uit Somalië, Iran, Afghanistan of elders. Ik spreek uit ervaring.
2) De “Marokkaanse vriend” zag er niet naar uit dat hij misschien het Arabisch machtig is? Waren die terroristen zo dom dat ze maar wat zeiden omdat ze toch niet verstaan werden. Afgezien van de vraag of het Arabisch gesproken in – wat suggereert de schrijfster? Syrië? Irak? – nu zomaar gemakkelijk te verstaan is voor iemand uit Marokko.
Het lijkt wel een onnozel stripverhaaltje. “Wat een goed idee van u baas, om de bank te beroven” (boef op de uitkijk)
Mickey fluistert in zichzelf: “Aha, dit moet commissaris O’Hara weten.” (Glijdt vervolgens uit over bananeschil. Boeven hebben hem te pakken. Maar ja, O’Hara komt toevallig net zelf langs).
Verdraaid, voor een geachte afgevaardigde wiens literaire horizon niet verder strekt dan een Vrolijk Weekblad is het al een heel scenario.
“Eerst lekker uitrusten in onze villa”.
Maar weet u: of het waar is of niet is helemaal niet terzake voor de achterban. Die heeft de villa al weten te vinden.
Dus de wijze vermanende woorden van oud-Krapuul-auteur Berend Quest komen niet aan waar ze aan zouden moeten komen.