Doodbloeden in de file op de Heilige Moeder

Chomolungma, die naam kende ik voor de hoogste berg op deze aardkloot. In het Nepalees heet hij Sagarmatha. Waarom we de berg zouden moeten blijven noemen naar een Britse koloniale ambtenaar zie ik niet. Maar ja, ik zie zoveel niet. Ik kan veel dichter bij huis blijven in verbijstering over de inbezitneming en hernoeming van ruimte. De Dam die je maar beter Demskwer kunt noemen. De Van Hallstraat die Westergasfabriek of nog beter alleen Westergas moet gaan heten. Smaakvol, die naam, maar u dient niet te denken: is er ook een Oostergas? De centrale werkplaats van de gemeentetram die Foodhallen (waarom maar half Engels?) moet heten. Maar dit is zelfkolonisering, er zit handel in, typerend voor de Lage Landen bij de Zee.

Een file op Chomolungma, Heilige Moeder, het is toch ongelooflijk.
Ik heb, werkend als boekhandelaar en een documentatiecentrum onderhoudend over de “Derde” Wereld, mensen ontmoedigd met hun gids in miljoenenoplage een unieke belevenis te hebben op Borneo (“u bedoelt Kalimantan?” – het ging toch meestal om toerisme via de voormalige Britse kant en daar heet het nog steeds Borneo). “Het is aansluiten in de file om naar een orang oetan te kijken”. “O echt?” Het was de bedoeling dat men kritisch aankeek tegen wat men te zien moest krijgen, en “iets beleefde”. Maar niets zo paradoxaal als toerisme.
In dat “authentic Amsterdam café” komen geen authentic Amsterdam people meer, omdat het altijd vol zit met toeristen die authentic Amsterdam willen beleven. In mijn oude vaste cafés kom ik niet meer, er is geen plaats voor mij. Maar de meeste authentic Amsterdam people zijn de stad uit, op last van Lammers en de zijnen destijds al, naar Lelystad, Almere, Purmerend, Hoorn (N.H.). Eens per jaar komen ze snotteren en zuipen bij nepemoties bij nepjordanezen op een nepfestival.

Ik heb geen idee wat die miljoenen die naar Amsterdam komen, al die mensen die Nederland met Amsterdam vereenzelvigen ook nog eens een keer, denken te zien of te beleven. Hoe vaak moet ik niet uitwijken voor toeristen die foto’s van elkaar maken op de brug die ik moet oversteken, zodat ik wacht of uitwijk. Zo beleefd ben ik dan nog wel. En ik begrijp dat het voor hun een bijzonder uitzicht is. Maar er zijn meer steden met grachten doorheen heel Nederland.
Wat Amsterdam voor mij is zal het nooit voor die toeristen zijn.

Maar goed, Amsterdam, een stad, de grootste van Nederland en op grond van een bijzinnetje in de grondwet ook nog eens de hoofdstad van Nederland.

Wat denken die mensen die in de file staan om de top van Heilige Moeder te bereiken, daar eventueel in de ijle lucht aan overmatig verdund bloed te overlijden?
Tja, wat denken mensen die “ontmoetingen met Berbers” in hun georganiseerd pakket hebben bij hun “Afrikareis” maar voor geen geld naar Amsterdam-West gaan waar die Berbers zomaar in het wild waar te nemen zijn?
Ik wil het allemaal ook eigenlijk niet begrijpen.