Met enige regelmaat hoor ik mensen op een diepzinnige toon vragen: “Waar liggen de grenzen van vrijheid van meningsuiting?” alsof dit een vraag is zonder antwoord. We hebben het hier echter niet over het bestaan van God of een ander filosofisch vraagstuk; we hebben het hier over de spelregels van onze samenleving.
Die antwoorden zijn gewoon op te zoeken of na te vragen. Er is een groot verschil tussen diepzinnig zijn en te lui zijn om iets uit te zoeken. Helaas geldt het laatste voor het overgrote merendeel van de columnisten en pseudo-intellectuelen die zo graag over dit onderwerp keuvelen. Het idee dat iets zogenaamd moeilijk is, verlamt mensen waardoor ze helemaal geen moeite meer doen om iets te begrijpen. Mensen worden doorgaans meer beperkt door dit idee, dan door de daadwerkelijke grenzen van hun verstandelijke vermogens.
Over de nuances kunnen juristen van mening verschillen, maar de grote lijnen zijn echt duidelijk genoeg. Om de grote lijnen te snappen hoef je geen academisch denkniveau te hebben en al helemaal geen jurist te zijn.
Over het algemeen zijn er in onze samenleving zaken verboden waar je als individu of groep anderen schade mee doet of waarmee je andermans vrijheid onnodig beperkt. Het opzettelijk veroorzaken van gevaarlijke situaties is ook niet toegestaan. Vrijheid van meningsuiting betekent dat je vooraf geen toestemming nodig hebt van de overheid om gedachten de uiten. Als je echter andermans rechten schendt, dan kan je daar achteraf voor ter verantwoording worden geroepen; net als bij andere daden die schade aanrichten of kunnen aanrichten. Je mag niet dronken achter het stuur zitten of betonblokken op de rails leggen, omdat dit anderen in gevaar brengt.
Schade in deze context is een aantoonbaar nadeel dat iemand ondervindt door toedoen van iemand anders. Het toebrengen van letsel, het beschadigen van eigendommen en het schaden van iemands belangen gelden allemaal als schade. Een uitspraak kan dus achteraf strafbaar zijn als deze een ander zonder goede reden schaadt. Als je verhalen over iemand verspreidt die iemands reputatie ernstig kunnen schaden, dan doe je iemand schade. Dat is geen misdrijf als je redelijkerwijs kon aannemen dat de feiten in het verhaal klopten en je dat verhaal doet als noodzakelijke verdediging of om een algemeen belang te dienen. Als aan die voorwaarden niet is voldaan dan ben je schuldig aan smaad. Als je kon weten dat wat je vertelde niet waar was, dan geldt dit verhaal als laster. Als een verhaal overduidelijk bedoeld is als grap of satire en niemand het redelijkerwijs serieus kan nemen, dan is er geen sprake van smaad of laster.
Aanzetten tot geweld, vernieling of een ander misdrijf is ook niet toegestaan omdat je hier anderen mee in gevaar brengt en hun belangen geschaad kunnen worden. Intimidatie en bedreiging mogen niet omdat je daarmee iemands keuzevrijheid aantast.
Het verbod op aanzetten tot haat is tegenwoordig controversieel, omdat het zogenaamd de vrijheid van het individu zo ontzettend beperkt. Artikelen 137d en 137e van het Wetboek van Strafrecht zijn tegenwoordig onderhevig aan de rare Nederlandse gewoonte om ongewenste wetten zoveel mogelijk te negeren in plaats van ze gewoon af te schaffen.
Persoonlijk snap ik de controverse rond deze artikelen niet zo heel erg. Zoals eerder gezegd, is het schade doen aan individuen in deze samenleving doorgaans niet toegestaan. Ik vind het om die reden niet zo raar dat het bij groepen dus ook niet mag. Als ik één iemand niet voor de lol met een honkbalknuppel mag bewerken, dan is het niet meer dan logisch dat ik ook niet een groep mensen mag neerknuppelen. Als ik één persoon niet mag bestelen, dan mag ik ook niet alle Nederlandse belastingbetalers bestelen door steunfraude of bouwfraude te plegen.
Aanzetten tot haat gebeurt doorgaans door middel van smaad dan wel laster en komt direct of indirect neer op aanzetten tot geweld en discriminatie. Minderheidsgroepen ervaren dit niet alleen als kwetsend maar ook als bedreigend en intimiderend. Als vooroordelen tegen leden van bepaalde groepen gemeengoed zijn dan schaadt dat de kansen van de leden van die groep op de arbeidsmarkt. Dat is inkomstenderving. Als leden van minderheden niet welkom zijn in bepaalde horecagelegenheden dan wordt hun bewegingsvrijheid aangetast. Als mensen permanent geweld moeten vrezen dan voelen zij zich ook minder vrij en veroorzaakt dit ongezonde stress. Als leden van groepen daadwerkelijk worden aangevallen dan kan dit resulteren in hun dood of lichamelijk letsel. In samenlevingen waar aanzetten tot haat wel is toegestaan komt extreem geweld tegen minderheden ook aanzienlijk vaker voor dan in het huidige Nederland. Pogroms in Oost-Europa en lynchpartijen in de VS ten tijde van de rassensegregatie vonden plaats in een klimaat waar het letterlijke prediken van haat als normaal werd gezien. Om dit soort praktijken te voorkomen en tegen te gaan is in Nederland aanzetten tot haat verboden.
Aanzetten tot haat brengt mensen in gevaar en schaadt aantoonbaar hun belangen. Als je dat onschuldig vindt, dan moet je ook betogen dat uitkeringsfraude geen diefstal is en geblinddoekt over de snelweg 180 rijden gewoon moet mogen. Komisch genoeg doen columnisten en politici veel minder vaak filosofisch over de vraag wat nou echt fraude of roekeloos rijgedrag is. Toch voeren mensen in de rechtszaal daar een stuk vaker discussies over. Het selectief toepassen van gezond verstand is een nationale pseudo-intellectuele hobby geworden.
Vrijwel niemand zal pamfletten in diens straat willen zien hangen waarin hij valselijk wordt beschuldigd van kinderverkrachting. Het is niet minder schadelijk als in plaats van een persoon deze laster is gericht tegen een hele familie, een gemeenschap of een volk. Artikelen 137d en 137e van het Wetboek van Strafrecht zijn helemaal geen politiek correct geknuffel. Ze zijn een logisch uitvloeisel van andere verboden. Wat je een persoon niet mag aandoen; mag je ook een groep niet aandoen. Andermans persoon, bezittingen en belangen niet schaden en diens vrijheid niet aantasten is niet meer dan normaal.
“Er is een groot verschil tussen diepzinnig zijn en te lui zijn om iets uit te zoeken” 😀
Als je diepzinnig bent, dan ben je niet lui. 😀 Ik denk ook dat mensen te lui zijn om na te denken, was dat niet zo, dan holden ze Greet niet achter na. Ik lees wel eens hun stukjes en commentaren, dat 9 van de 10 keer pure geschiedsvervalsing is. Maar zolang de moslims het gedaan hebben is het allemaal niet zo erg.
Betekent dat dat ik niet mag zeggen dat ik vind dat de Koran/Bijbel/Gita weerzinwekkende passages bevat, omdat er mensen zijn die daar aanstoot aan nemen?
Het is blijkbaar helemaal niet zo duidelijk, anders zou Wilders nu niet onterecht terecht hoeven te staan.
Ploerteraar Schreef:
Waaruit maakt u op dat de heer Wilders onterecht is aangeklaagd. Een aanklacht kan worden afgewezen of ongegrond worden verklaart. Dit blijkt echter pas als de rechtbank hierover een definitieve uitspraak heeft gedaan. Hierna is pas een conclusie mogelijk of e.e.a. “onterecht” was.
Aangezien de aanklacht tegen de heer Wilders samengevat betrekking heeft tot het aanzetten van haat jegens niet westerse allochtonen en groepsbelediging van moslims (meestal indirect door de belediging van de islam in zijn totaliteit), denk ik dat de aanklacht wel degelijk terecht is!
@ Jan uit Helmond:
Ik kon het woord “onterecht” niet laten, omdat ik “terecht” ging schrijven. Ik vind het namelijk niet iets voor de rechtszaal, maar voor het democratisch politieke proces.
Een voorbeeld gaf ik in de vraag die ik stelde over de stuitende “heilige” teksten. En dat ik mag zeggen dat de mensen die deze teksten serieus nemen niet goed wijs zijn.
Die vrijheid wens ik mij en gun ik eenieder, dus ook Wilders.
Ploerteraar Schreef:
Wat je zegt klopt zonder meer. En als de heer Wilders zijn uitspraken op dezelfde manier zou hebben geformuleerd was dit geen probleem geweest. De heer Wilders misbruikt echter het recht van vrije meningsuiting om mensen en groepen met opzet op grove wijze te beledigen en aan te zetten tot haat, en daarvoor staat hij terecht.
Ik betreur het ook dat het op deze wijze moet om dat elke gerechtelijke uitpraak in deze de potentie heeft om het recht van meninigsuiting in te perken. Helaas is dit iets dat de heer Wilders willens en wetens over zichzelf en ons allen heeft afgeroepen door zijn onbeschofte en opruiende retoriek.
@Ploerteraar,
Het probleem is dat het OM de meest erge aanzettingen tot haat bij mijn weten niet in de aanklacht heeft staan. Mogelijk is dat ook een fout van degenen die aangifte hebben gedaan.
De Koran met Mein Kampf vergelijken vind ik onnodig kwetsend en ongenuanceerd, maar ik vind dat nog binnen de Vrije Meningsuiting vallen. Als Donner overigens zijn zin had gehad dan had Wilders nu ook aangeklaagd kunnen worden wegens smadelijke Godslastering. Donner wilde het beledigen van dat soort godsdienstige gevoelens na de moord op Van Goh weer strafbaar stellen. Wilders kan wel op basis van 137c worden aangeklaagd voor groepsbelediging voor bepaalde dingen die hij heeft gezegd over Moslims
Zeggen dat Marokkanen en Antilianen voor het minste of geringste Nederland moeten worden uitgezet is overduidelijk aanzetten tot rassenhaat en discriminatie. Zeggen dat mensen met een Dubbele Nationaliteit in het bijzonder Turken en Marokkanen zich niet verkiesbaar zouden mogen stellen is aanzetten tot rassendiscriminatie.
Zeggen dat Moslims met verkeerde gedachten uit Nederland en de EU moeten worden verwijderd is aanzetten tot haat en discriminatie op basis van Godsdienst.
Wilders heeft al deze uitspraken en voorstellen ook buiten de Tweede Kamer gedaan terwijl hij dus niet onschendbaar was.
Je kunt over bepaalde individuele uitspraken van Wilders zeker nog wel Juridisch haarkloven, maar er zijn genoeg uitspraken waarbij het zonneklaar is dat hij aanzet tot haat tegen etnische en religieuze minderheden.
Ik heb artikel 137c buiten mijn beschouwing gelaten omdat ik vind dat dit artikel moet worden afgeschaft. Individuen beledigen mag ook niet maar dat wordt in de praktijk ook nooit vervolgd tenzij er sprake is van smaad of laster. Het verbod op groepsbelediging heeft pas weer bestaansrecht als we belediging van individuen weer strafrechtelijk aanpakken.
“Aanzetten tot haat gebeurt doorgaans door middel van smaad dan wel laster en komt direct of indirect neer op aanzetten tot geweld en discriminatie. Minderheidsgroepen ervaren dit niet alleen als kwetsend maar ook als bedreigend en intimiderend. Als vooroordelen tegen leden van bepaalde groepen gemeengoed zijn dan schaadt dat de kansen van de leden van die groep op de arbeidsmarkt.”
O.a. draait het hierom bij het proces tegen Wilders en mijns inziens in het geval van het zogenoemd “gedoogsteun” van Wilders voor de regering Rutte/Verhagen en andersom voor het gedogen van zijn extreem-rechtse opvattingen door eerstgenoemden.
Weg VVD fabeltje over de “Vrije Markt”! Die bestaat gewoon niet onder een atmosfeer van xenofobie die bepaalde groepen regelrecht benadeelt!