Glanzend en glimmend, nakend op een groot uitgevallen onderbroek na, met een buik die de mijne (en die is een gevolg van nucleair materiaal, mag ik zeggen) gering doet lijken. De camping, zo loopt men er rond. Decorum is voor de anderen. Het is niet waar dat men het pas verliest bij de uiterste seniliteit. Een beetje temperatuur en een omgeving waar men vindt dat “het niet hoeft” is voldoende. Ook leeftijd is onbelangijk. De jongere exemplaren van de soort dragen een lange korte broek die een eind op het achterwek hangt, verder niks aan natuurlijk behalve een achterstevoren gedragen petje. Nu de muziekvideo niet meer bestaat kun je de hele dag naar verveelde jongeren kijken op MTV, ze lopen er zo bij en geven het goede voorbeeld wat betreft uitgedragen verveling. Waartoe leeft u eigenlijk? Wilt u in ieder geval niet zo voor mij in de rij staan voor de kassa?
In de supermarkt worden ons “Hollandse helden” beloofd. Die telen bramen in Haaften. Ik weet niet uit mijn hoofd waar Haaften ligt, maar volgens mij is het niet in Holland. Zoals onder de merknaam Friesche Vlag ook geen “echte Hollandse pap” verkocht kan worden.
Blijkbaar is de super nog niet Hollands genoeg. Op twitter, dat ik wel gemakkelijk kan volgen op dit dure tamelijk domme ding lees ik van alles over Achmed Heijn en zijn schandalige ramadanrekken. Geen nood, ook al is het misschien dan even zomer, over ruim een maand liggen de pepernoten klaar in de schappen. Echt Hollands.
Over Holland gesproken. Ik heb nooit zoiets als een “Noordhollands” gevoel over mijzelf gehad. Maar weet u: behalve in Lisse, hier een boogscheut vandaan, praten ze dat rare dialect met dat zingende toontje en die vreemde grammatica (ik heef enzo). Waarom wordt dit als net zo “Hollands” aangeduid als wat ik spreek? Is dit ontstaan na de splitsing van Holland in 1848? En ik hanteer mijzelf lekker als norm.
Ik moet denken aan die Gelderse mevrouw die ik in België ontmoette en die zonder een spoor van ironie klaagde dat “jullie” zo raar praatten. “Waar komt u vandaan?” vroeg zij argwanend aan een gesprekspartner. “Van Hent” zei deze, en toen de Nederlandse eindelijk begreep wat dit betekende zei zij zonder blikken of blozen: dat kan niet, daar kom ik vandaan. Zij bedoelde Gendt, bij Nijmegen. Nederlanders hebben het altijd heel goed met zichzelf getroffen.