De VVD over de toeslagen en de armoedeval voor minima

Het VVD-raadslid Claire Martens in Amsterdam heeft iets uitgerekend. Een gezin bestaande uit twee hardwerkende Amsterdammers met één kind waarbij de ouders allebei een minimuminkomen verdienen, houdt per maand slechts 25 euro meer over dan een Amsterdams gezin bestaande uit een kind waarvan de ouders allebei in de bijstand zitten. De volledige berekening kun je lezen in de Telegraaf en hier. Conclusie Claire Martens: ik ga vragen stellen aan het college. (Aan Rutger Groot Wassink dus. We zijn benieuwd wat hij ervan vindt.) „Als je tot de conclusie moet komen dat je door hard te werken letterlijk maar een paar euro’s meer overhoudt dan een gezin dat niet werkt, is dat niet rechtvaardig.”

Wat vinden wij bij de Bijstandsbond van de berekening en de conclusie van Claire Martens?

De kosten van de kinderopvang zijn voor het gezin waarin beiden werken tegen het minimumloon meer dan 5000 per jaar. Dit door de toeslagensystematiek. Die de VVD-regering bedacht heeft. Misschien moet kinderopvang ruimer beschikbaar komen en minder duur worden. Te financieren door de uit de pan rijzende aantallen miljonairs zwaarder te belasten.

Bovendien: waarom is het eigenlijk per definitie onrechtvaardig dat in een gezin waarin beide ouders werken niet veel meer binnenkomst dan in een gezin waarin beide ouders in de bijstand zitten? Wanneer de ouders in dat bijstandsgezin geen werk kunnen vinden, of arbeidsongeschikt zijn is het niet onrechtvaardig.

Bovendien is het minimumloon te laag. Dus #samenvoor14. Minimumloon naar 14 euro per uur zoals de FNV zegt. Het VVD-raadslid wil dit weer eens aan de orde stellen (hebben ze al eerder gedaan) niet om de lonen te verhogen of de kosten van het werkende gezin naar beneden te brengen, maar om te bezuinigen op het krappe budget van het bijstandsgezin door allerlei toeslagen te schrappen die dat gezin broodnodig heeft, financieel gezien. Want dan worden de verschillen ook groter, begrijp je? En gaan mensen sneller allerlei rotbaantjes nemen uit wanhoop zodat de werkgevers kant en klaar gewillig personeel krijgen waarbij ze geen rekening hoeven te houden met de wensen en mogelijkheden van de werknemer.

Bovendien is de invloed van de toeslagensystematiek voor de minima en de daaruit voortvloeiende armoedeval voor de dynamiek van de arbeidsmarkt veel geringer dan rechtse partijen suggereren. Het is de typische VVD-mentaliteit om te veronderstellen dat mensen alleen betaald willen werken als ze veel kunnen verdienen. Maar onderzoek na onderzoek naar de werkmotivatie van werknemers heeft aangetoond, dat mensen meestal heel andere redenen bovenaan zetten, zoals leuke collega’s waarmee je contact hebt, je kunnen ontplooien in je werk door een bijdrage te leveren aan de maatschappij en voor jezelf, etc.

Bovendien is er gelukkig maar een beperkt aantal (enkele honderdduizenden) die alleen het minimumloon verdienen. Veel minimum cao-lonen liggen hoger, en terecht. Het gaat in de berekening om een zeer specifieke situatie, die weinig voorkomt. Dus ook om die reden is de armoedeval van minder invloed dan rechts suggereert.

Als de werkgevers geen personeel kunnen vinden voor het flexibele ongeschoolde rotwerk moeten ze eerst maar eens gaan werken aan het verbeteren van de arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden en zelf bedrijfsscholen opzetten om aan goed technisch personeel te komen waarbij toegewerkt wordt in die bedrijfsopleidingen van de opleiding die de mensen al hebben naar het praktische werk. Maar de werkgevers willen voor een dubbeltje op de eerste rij zitten. Eerst de economie en dan de mensen is hun slogan. Maar het moet andersom: eerst de mensen en dan de economie.

– door Piet van der Lende, eerst verschenen bij de Bijstandsbond