De toekomst is niet voor bange mensen

Ik ben geboren in 1968 en opgegroeid in de jaren zeventig en tachtig en wat mij nog het meest bijstaat van die jaren, als ik me beperk tot het culturele en maatschappelijke klimaat, is dat er een onvermoeibaar optimisme heerste. Dat werkte aanstekelijk. Ik was er ook persoonlijk ten diepste van overtuigd dat alles weliswaar goed was, maar alleen nog maar beter zou worden. We waren nog nooit zo rijk en vrij geweest als toen en we zouden alleen nog maar rijker en vrijer worden. De porno werd explicieter en de kerken sloten hun deuren. Ik geloofde erin dat overmorgen mooier zou worden dan morgen. Ik kon niet wachten tot de toekomst eindelijk zou aanbreken.

Ik ben iets eerder geboren dan de schrijver van dit stuk, Ilja Leonard Pfeijffer, maar ik herken zijn optimisme wel. Wat me nu stoort is dat we zooo rijk zijn en toch ook zo arm. Arm in gevoel en inlevingsvermogen.
Mensen die tegenwoordig trouwen, kopen een huis, verbouwen het zoals zij willen, richten het helemaal naar hun smaak in en nog is het niet genoeg. Wat het ergste is, ze beseffen niet hoe rijk ze materieel zijn. Vanaf het begin af aan hebben ze alles al, wat valt er dan nog te wensen? Waar kun je dan blij mee zijn?
Toen ik samen ging wonen, hebben we ons toenmalige huis ingericht met krijgertjes van familie. Toen we een paar jaar geleden een en ander aanboden aan een kind van een kennis, werden we aangekeken of we lepra hadden. Tweedehandsspullen? Nou, echt niet!

Om over de armzalige staat van de hersenmassa en het gevoelsleven maar te zwijgen. Alles is gefocust op hebben of verkrijgen van spullen. Lezen en nadenken zijn vermoeiende bezigheden. Men kijkt in zijn zorgvuldig ingerichte interieur op het grootst mogelijke flatscreen naar SBS6 en RTL4, en neemt het geselecteerde nieuws tot zich als hapklare brokken, naast de Telegraaf als ochtendvergiftiging.

Net als Ilja ben ik wel eens bang, bang voor al die bange mensen, die in feite alleen maar bang moeten zijn voor hun eigen en andermans hebzucht.

5 gedachten over “De toekomst is niet voor bange mensen”

  1. Ook ik had veel herkenning in dit verhaal (kom uit 1970). De aard van mijn orgen is meer dat de politiek grote bedrjven te veel macht heeft gegeven en dat laten ze niet meer los.
    Lobbyisme is de ondermijning van democratie en de machteloosheid die het de mensen geeft, zorgt voor veel onvrede dat zich uit in linkse of rechtse ontevreden stellingname terwijl we een van de welvarendste landen ter wereld zijn.

  2. Over welke mensen heeft de schrijver het eigenlijk??? Ik kom uit 80 en dat verhaal klinkt mij nogal wereldvreemd!!!

  3. Met de jaren komt wijsheid en men laat de jonge veren vallen.
    Misschien is dit het moment, als je zou willen nadenken, dat je ontdekken gaat dat wij mensen uit en fijn mengsel van goed en slecht bestaan en het is een keuze maken tussen die twee, als je dat wil.

    Goed of slecht? Liefde of Ego (tevens Haat jegens alles wat anders is)?

    Iedereen z’n eigen keuze. Daarom ziet ook de wereld zo uit.

  4. Mijn bouwjaar is 1962. Zo’n 20 jaar later verliet ik het ouderlijk huis om met mijn grote liefde te gaan samenwonen in een bescheiden flatje. Op wat kleine dingen na hadden we alleen maar tweedehands spullen, maar wat waren we daar blij mee! We voelden ons gelukkig en dus tevreden.

    Gaandeweg werkten en spaarden we nieuwe meubels en andere luxe zaken bij elkaar. Uiteindelijk konden we ons zelfs een aardige koopwoning ‘veroorloven’. We besloten te trouwen en kregen twee gezonde kinderen. Toch bleek al deze welvaart en ‘geluk’ niet duurzaam. Nadat ik mijn baan verloor is onze relatie na 21 jaar stukgelopen. Het huis moest gedwongen worden verkocht en ik raakte in een flinke depressie.

    Sindsdien woon ik alleen in een sobere bovenwoning met wat bij elkaar geraapte en gekregen spulletjes. Ik heb uiteindelijk ander werk gevonden maar de beloning is een fractie van wat ik gewend was. Mijn luxe auto is dan ook vervangen door een tweedehandse fiets.

    Eigenlijk vind ik het prima zo. Ik doe niet meer mee aan de gekmakende race van hebzucht en materialisme. Ik heb innerlijke rust gevonden en een ander soort geluk en tevredenheid. Het soort dat mij doet denken aan mijn prille jeugdherinneringen… 🙂

  5. Mijn vrouw en ik zijn precies even lang, bijna een halve eeuw, getrouwd.
    Ik ben destijds getrouwd met een prachtmeid, een fotomodel toen, maar mijn vrouw heeft het minder getroffen. Als je die gozer van haar ziet waar ze destijds mee getrouwd is, snap je niet hoe ze het in haar harses heeft gekregen.
    Maar ja, we weten allemaal hoe vrouwen soms kunnen zijn. Over het algemeen zijn ze best wel intelligent maar als het om partnerkeuze gaat laten ze zich al snel verleiden door de eerste de beste vent die ze tegenkomen.
    Wat dat betreft zijn wij mannen superieur.
    Wij weten gewoon dat vrouwen veel leuker en fijner zijn om te “bezitten”. De meeste vrouwen snappen dat niet.
    Een duidelijke tekortkoming.
    Mij overkomt het nog regelmatig dat ik verliefd word op een andere vrouw. “Word” uiteraard. Op mijn vrouw ben ik het al jaren, dus dat zet geen woden aan de dijk.
    Dat vind ik heel leuk. Het leuke er aan is namelijk dat je regelmatig het gevoel hebt wat je 50 jaar eerder ook voelde. Het enige verschil is dat je 50 jaar eerder soms wel 10 maal per jaar dat verliefde gevoel had en nu hooguit 1 keer per 5 jaar. Maar daardoor leer je het misschien ook meer te waarderen. Ik denk dat ik zelfmoord pleeg als ik niet af en toe verliefd word.
    Maar nu gaat het me niet meer om het “bezitten”. Het is gewoon leuk om af en toe dat gevoel van vroeger weer te hebben.
    In feite gaat dat met alles zo.
    Vroeger wou je van alles hebben terwijl je eigenlijk helemaal niet zoveel nodig had.om je gelukkig te voelen. Een joint, een potje bier, een mooie meid en m’n liefje wat wil je nog meer.
    Natuurlijk. Je wou ook wel een mooie auto hebben, maar als je die eenmaal had dan kwam je er al gauw achter dat het ding gewoon 4 stoelen had en een stuur waar niet zoveel bijzonders aan te zien was, maar dat op de weg auto’s reden van precies hetzelfde merk als jij en precies hetzelfde model en waar waarschijnlijk ook precies hetzelfde voor betaald is als jij dat hebt gedaan. M.a.w. jij keek naar auto’s die jij mooi vond, maar je zat in een auto waarvan de binnenkant niet zoveel voorstelde. Dan kun je dus net zo goed een heel goedkoop autootje kopen. Het gaat tenslotte om de buitenkant waar de meeste mensen op vallen, nietwaar?
    Als kind droomde ik er wel eens van om ruimtereizen te maken. Dat kan sinds kort inderdaad. Dat kost niet eens zo heel veel. Nog geen 2 ton.
    Alleen het probleem is…. zo veel heb ik niet.
    Dus die kinderwens gaat aan m’n neus voorbij.
    Maar ik heb hoop.
    Nu worden er nog uitsluitend retourtjes verkocht.
    Maar als er een beetje de loop er in zit dan worden er vast wel enkeltjes verkocht.
    Zo gauw dat het geval is koop ik die. Mij zul je dan nooit weer terugzien.
    Gelukkig voor iedereen, in ieder geval voor mezelf.

Reacties zijn gesloten.