De staat van de winsten

door Hans Boot, overgenomen van Solidariteit

Ook bij de recente Provinciale Statenverkiezingen eiste de SP nationalisering bij wet als antwoord op de winstgevende privatisering van bijvoorbeeld de energievoorziening. Best ingewikkeld bij een totaal falende overheid en helemaal tegen de achtergrond van de eerste zin in het tweede couplet van De Internationale: De staat verdrukt; de wet is logen. Verouderd, achterhaald deze passage uit de Franse tekst van 1871 en de Nederlandse van 1899 (Henriette Roland Holst)? Dat geldt in ieder geval niet voor de tweede zin: de rijkaard leeft zelfzuchtig voort. Deze dagen weer eens bevestigd door de 19 procent miljonairs van het totaal aantal boeren in Nederland.

Over de wegzakkende SP zal het hier niet gaan en de rijzende boeren is graag de wetgeving gegund. Resteert uit deze aanloop de aandacht voor het tegenbeeld van de nationalisering: de privatisering, door een gammele overheid die zich consequent bedient van zwart lakken, uitstel van beslissingen en leugens.
De neoliberale overheid beperkt zich niet tot de overdracht van ‘openbare diensten’ aan private, al of niet multinationale, ondernemingen. Zij geeft die bedrijven ook alle ruimte om winsten te halen uit activiteiten die van openbaar belang zijn. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een onderzoeksrapport, 24 februari 2023, door een parlementaire enquêtecommissie over de boze rol van Shell en ExxonMobil in de aardgaswinning in Groningen. De commissie kwam tot de vernietigende aanklacht dat deze multinationals jarenlang, naast de afdracht aan de staat, miljarden euro’s binnenhaalden met desastreuze gevolgen voor de betrokken bewoners. Met als dieptepunt dat de twee ook nog eens minsten 1,5 miljard euro ter compensatie mochten incasseren vanwege de niet afgesproken beëindiging van het lucratieve ‘gasproject’.

Van lokale naar nationale overheid

Dat de staat verdrukt is in veel landen een alledaags gegeven, evenals de georganiseerde leugen. Ook de uiterste staatsvormen als dictaturen en totalitaire systemen zijn bepaald niet zeldzaam. Hoe dik de schijn ook is, ze kunnen gepaard gaan met gekozen, soms als democratisch voorgestelde organen. Staat en kapitaal zijn dan nauw verbonden of vallen samen, van een ‘vrije markt’ is geen sprake en ook niet van privatisering. Overigens, staten met een parlementaire democratie sluiten momenten van dictatuur niet uit, zoals vandaag in Frankrijk te zien is. Het meest democratisch is daar overigens het massale verzet in volle openheid.

De lange geschiedenis van de staatsvorming gaat uit van de idee dat ‘de deelnemers’ een gemeenschappelijk basisbelang kennen dat te behartigen is en dat door de staat verzorgd of gecoördineerd wordt. Vaak aangeduid als ‘vitale taken’. Bijvoorbeeld gezondheidszorg, onderwijs en vervoer, nodig voor levensonderhoud en maatschappelijke deelname. Voor Nederland, niet als model, te illustreren aan het begin van de negentiende eeuw met de vorming van een eenheidsstaat, een nationale overheid en nationale belastingen. Andere invloeden ter zijde schuivend, viel dat samen met het einde, de opruiming van het gildesysteem en kreeg het kapitalisme vrij baan. In dat systeem van lokale beroepsgroepen namen de transportgilden (koren, rijst, bier, balen, voertuigen, van schip naar wal en andersom) een bijzondere positie in. Onder meer: geen gildemeester, beëdigd door het lokale bestuur, controle van maten en gewichten, verplicht inzetbaar bij brand, watersnood en ander onheil. Rond 1800 bedroeg het totale aantal 1.388. In tegenstelling tot de andere gilden werden de eerste jaren na de staatsvorming hun fondsen niet geliquideerd en tot diep in de twintigste eeuw verstrekten ze uitkeringen. Al deze privileges hingen nauw samen met hun ordende, verbindende en dragende rol zowel in het lokale bestuur als tussen de andere gilden – sociaal en economisch. (1)

Huisarts als verdienmodel

Zonder romantisering van deze dragers/sjouwers, in veel steden te ontmoeten via schilderingen en beelden, staan deze meesters van zelforganisatie in schril contrast met de actuele staat. De burgerlijke staat die voorzichtig gezegd, worstelt met een door de burgers ervaren en erkende democratie, valt niet samen met het kapitaal, maar is dienend en beschermend zoals de privatisering van de laatste jaren laat zien.
Die privatisering is niet aan komen waaien, maar een resultaat van mondiaal overleg vanaf eind jaren zeventig na onder meer de olie- en de latere kredietcrisis (Washington- consensus). Kort gezegd, gaat het overheidseigendom van bedrijven en diensten over in de handen van de private sector die over de geproduceerde winsten beschikt en zich zo onder meer beloont voor de genomen risico’s. De noodzaak daarvan berust op argumenten als: de vrije markt zorgt voor concurrentie die tot vernieuwingen en prijsdaling leidt, burgers dragen via hun belastingen niet meer bij aan activiteiten waar ze geen baat bij hebben.
Voorbeelden van gehele of gedeeltelijke overdracht van winsten, en soms plaatselijk doorgevoerd: ambulances, arbeidsbemiddeling, energievoorziening, gezondheidszorg. posterijen, spoorwegen, (streek)vervoer, telefonie en vuilnisdienst.

Een actueel en sprekend voorbeeld zijn de (buitenlandse) bedrijfsketens die huisartsenpraktijken opkopen en zich zonder enige reserve richten op winst via onder meer kostenbesparing die onvermijdelijk de dienstverlening aantast (De Volkskrant, 18 maart 2023). Een voorbeeld van zo’n keten is het in Maastricht gevestigde Co-Med, actief in elf steden met de overname van artsenpraktijken met in totaal 55.000 patiënten. Plan om voor eind 2023 groeien naar het beheer van 90.000 patiënten. Nadruk op digitale zorg, minder intensief. Een gemiddelde huisartsenpraktijk telt 2.000 patiënten, bij Co-Med 3 tot 4.000. Het regent al klachten over de onbereikbaarheid, wisseling van artsen, voor ‘moeilijke klachten’ moet de patiënt naar een ziekenhuis of een gespecialiseerde privékliniek.
Deze jacht op praktijken en handel in patiënten sluiten aan of maken gebruik van het tekort aan huisartsen mede als gevolg van de werkdruk die weer te maken heeft met de groeiende administratie en de verantwoordingsplicht naar zorgverzekeraars.
Twee veelzeggende citaten:
* Een gezondheidseconoom: Ik zeg volmondig: de opkomst van dit soort huisartsenketens gaat ten koste van de kwaliteit van zorg. Wat je ziet, is dat wanneer je bereid bent in te leveren op de kwaliteit van zorg, je winst kan maken ten koste van de patiënt.
* Een huisarts: Je krijgt een soort schisma: de makkelijkste patiënten die de minste zorg nodig hebben, blijven bij de ketens. Die verdienen juist aan deze groep het meeste geld. (…) Streven naar zo’n rendement past niet bij wat de kracht van de zorg is.

Ach, als bij de huidige overheid en maatschappelijke verhoudingen nationalisatie een slag in de lucht is en tot een dwaalspoor leidt, kan het geen kwaad het debat over socialisatie te voeren, daarbij denkend aan de dragers van de transportgilden.

(1) De Zaanse losse ploegen. Een zoektocht naar hun (voor)geschiedenis, pp. 89-92, Hans Boot – Solidariteit, 2021.

– Uitgelichte afbeelding: Door Fotograaf Onbekend / Anefo – http://proxy.handle.net/10648/ac1795e4-d0b4-102d-bcf8-003048976d84, CC0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=67486781