De spoorwegovergang in 120 woorden

Het geschiedde in die dagen dat ik werkte in Overveen en de zomeravonden/-nachten doorbracht in mijn huisje aan de duinrand in Egmond-Binnen. Er was een goede treinverbinding tussen Haarlem en Castricum, de rit op de fiets tussen het station en het huisje was goed om het werk af te schudden en de vrijheid van natuur in de duinen te beleven.
Dan die ochtend waarop er een trein iets voorbij het perron stilstond en het verkeer was stilgelegd. Ik kon niet naar mijn werk. Vernam dat een jonge vrouw “nog net even” tussen de spoorbomen door een trein had willen halen. De beoogde tijdwinst betekende de eeuwigheid.

Ik belde dat ik door overmacht niet op kantoor kon komen. Een onbedoelde vakantie.