Het kan dus wel, een schitterend interview met een Iraakse vluchteling die de manier waarop men gebroken wordt door het Nederlandse staatsapparaat (dat zich dan weer wel bijvoorbeeld beroept op zijn homoliefde) heeft overleefd. Hij ging schrijven. Rodaan Al Galidi:
“In het azc zie je van de Nederlanders alleen de ambtenaren. Maar Nederland is zo veel meer, Nederland is Rembrandt, Van Gogh, muziek, vrijheid, multicultureel eten – we hebben dat allemaal nooit gezien in het azc. Er was nooit eens een expositie van een kunstenaar. Nóóit! Ik schreef zeven boeken in het azc. Nooit kwam eens een schrijver bij mij logeren om te weten: hoe leeft mijn collega. Nooit! Als je mijn boeken bekijkt, je ziet dat ik steeds depressiever werd. Agressiever ook. Dat is het effect van lang wachten.”
De enige Nederlandse taalles die Al Galidi ooit kreeg duurde een maand. Zijn docent was een 10-jarig meisje in Assen, dochter van een boer bij wie hij werd ondergebracht toen er niet genoeg bedden waren in het opvangcentrum. Hij heeft vijftien boeken en dichtbundels geschreven. In het Nederlands. In 2011 kreeg hij de prijs voor literatuur van de Europese Unie voor de roman ‘De autist en de postduif’. In hetzelfde jaar zakte hij, bizar genoeg, voor het inburgeringexamen.
Pingback: De Nederlandse ambtenaar aan de hemelpoort – Krapuul « Duivenwereld