Wederom is vastgesteld dat de ongelijkheid in de VS groter is geworden. In dit stuk meldt Lawrence Wittner op counterpunch.org (30 oktober 2019) wat de laatste cijfers (2018) ons hierover vertellen. Onder andere dat in 2018, de inkomensongelijkheid het hoogste niveau bereikte sinds het U.S.Census Bureau vijf decennia geleden begon te meten.
_____________________________________
Ondanks de optimistische woorden van de miljardair/president van Amerika over het “economisch wonder” dat hij tot stand heeft gebracht, wordt de economische ongelijkheid in de Verenigde Staten steeds groter.
In augustus 2019, meldde het Economic Policy Institute dat in 2018, de gemiddelde beloning van de CEO bij 350 topbedrijven in Amerika 17,2 miljoen dollar per jaar bedroeg. Dat is een stijging, gecorrigeerd voor inflatie, van 1,007.5 procent sinds 1978. Ter vergelijking: het loon van een doorsnee werknemer, gecorrigeerd voor inflatie, groeide met slechts 11,9 procent over deze 40-jarige periode.
In 1965 was de salarisverhouding voor CEO en werknemer 20:1; in 2018 (toen CEO’s een fikse loonstijging ontvingen en werknemers 0,2 procent op hun loon werden gekort), was de verhouding 278:1.
Een studie van de vakbondsunie AFL-CIO, die in juni 2019 werd openbaar gemaakt, kwam tot dezelfde conclusies. Deze onderzocht de beloningen door [kredietbeoordelaar] Standard & Poor’s vastgesteld bij 500 bedrijven. Daaruit concludeerde de arbeidersfederatie dat de gemiddelde beloning van een CEO in 2018 was gestegen met 5.2 miljoen dollar over de voorgaande 10 jaar. Dit resulteerde in een gemiddelde beloningsverhouding CEO/werknemer van 287:1.
Deze cijfers zijn natuurlijk slechts gemiddelden, en in tal van grote bedrijven, is de economische kloof tussen baas en werknemer veel groter. Volgens de AFL-CIO, is de CEO/werknemer beloningsverhouding bij Walmart (Amerika’s grootste particuliere werkgever) 1076:1, bij de Walt Disney Company 1424:1, bij McDonald’s 2124:1, en bij Gap 3566:1. Een rapport stelde vast dat de helft van het personeelsbestand van 49 van de door Standard & Poor’s doorgelichte 500 bedrijven, d.w.z. 3,7 miljoen werknemers, lonen ontvangen die onder de officiële Amerikaanse armoedegrens liggen voor een gezin van vier personen.
Dus, ondanks de stijgende inkomens van de topbestuurders van bedrijven en andere rijke Amerikanen, groeide het gemiddelde inkomen van huishoudens in de Verenigde Staten met slechts 0,2 procent in 2018 – een daling ten opzichte van de drie voorgaande jaren. Reagerend op deze stagnatie van de Amerikaanse lonen, merkte Sam Pizzigati, redacteur van inequality.org, op dat “de gemiddelde Amerikaan deze hele eeuw doorbracht in een tredmolen die erg snel nergens naartoe ging. De gemiddelde huishoudens kregen in 2018, 2,3 procent minder echte dollars in hun portemonnee dan zij in 2000 verdienden.”
Hoewel president Donald Trump heeft beweerd dat “ de ongelijkheid gedaald is,” laten federale gegevens, die dit jaar zijn gepubliceerd, zien dat in 2018, ’s lands inkomensongelijkheid het hoogste niveau bereikte sinds het U.S.Census Bureau vijf decennia eerder begon te meten.
Dynastieën
De Amerikaanse economische ongelijkheid is nog groter in termen van rijkdom. Tijdens het Democratische presidentiële debat, eind juni 2019, herinnerde senator Bernie Sanders de Amerikanen eraan dat slechts drie Amerikaanse miljardairs (Jeff Bezos, Bill Gates en Warren Buffett) net zoveel rijkdom bezaten als de armste helft van de mensen in de Verenigde Staten tezamen. En de drie rijkste Amerikaanse families – the Waltons (eigenaren van Walmart), het gezin van de Marsreep en de familie Koch (eigenaren van een gigantisch fossiele brandstoffenconglomeraat) – eigenaar waren van een gecombineerd vermogen (348,7 miljard dollar), dat 4 miljoen maal zo groot is als het bezit van de gemiddelde Amerikaanse familie.
Alhoewel de gemiddelde netto waarde van de Amerikaanse huishoudens (gecorrigeerd voor inflatie) is gedaald sinds de late jaren 1990, zijn de vermogens van de rijken omhooggeschoten. De Amerikaanse miljardairs die begin 2019 hun zogenaamde wijsheden op het World Economic Forum in Davos uitwisselden, zagen een enorme toename van hun rijkdom ten opzichte van het vorige decennium. Onder hen waren Jamie Dimon (275 procent), Rupert Murdoch (472 procent), Stephen Schwarzman (486 procent), Marc Benioff (823 procent), en Mark Zuckerberg (1853 procent).
Volgens berekeningen gemaakt door Forbes in oktober 2019, hadden de tien rijkste Amerikanen (met een rijkdom, variërend van 53 miljard tot 107,5 miljard dollar elk) een gezamenlijk vermogen van 697 miljard dollar – of een gemiddelde van elk 69,7 miljard dollar. Ervan uitgaande dat ze vanaf nu, zonder verdere inkomsten en met een onbeperkte levensduur, iedere dag een miljoen dollar uit zouden geven, zouden ze dat zo’n 191 jaar lang kunnen doen.
De armen…
De meeste andere Amerikanen bezitten veel minder economische middelen. In 2018 leefden 38.1 miljoen Amerikanen onder de officiële armoededrempel van de Amerikaanse overheid, waaronder veel mensen die meerdere banen hadden. Bovendien leefden nog eens 93.6 miljoen Amerikanen op de grens van armoede, waardoor het totaal van armen en mensen op de grens van armoede op ongeveer 42 procent van de Amerikaanse bevolking kwam.
Natuurlijk heeft economische achterstelling ernstige gevolgen. Volgens het Amerikaanse ministerie van landbouw hebben 14,3 miljoen huishoudens in Amerika moeite om in voldoende voedsel te voorzien voor hun gezinnen. Gezinnen met een laag inkomen worden ook geplaagd door onvoldoende onderwijs, alcohol- en drugsmisbruik, slechte huisvesting, gezondheidsproblemen en een lage levensverwachting. Het U.S. Government Accountability Office meldde in september 2019 dat arme Amerikanen eerder sterven dan rijke mensen. In 2019 daalde voor de eerste keer in een eeuw, de levensverwachting in de Verenigde Staten gedurende drie opeenvolgende jaren. Zelfmoordpercentages, die nauw correleren met armoede, stegen met 33 procent sinds 1999. Zelfs dat wat is overgebleven van de slinkende middenklasse wordt geconfronteerd met de verlammende kosten van de gezondheidszorg, het hoger onderwijs en de schuldenproblematiek.
…en de rijken
Deze omstandigheden vertonen geen enkele gelijkenis met die van de Amerikaanse ultrarijken, die naast het storten van geld in de campagnekassen van politici die hun vermogens beschermen en uitbreiden, aankopen blijven doen zoals één miljardair deed met de aanschaf van een penthouse van 238 miljoen dollar in Manhattan – ter aanvulling van zijn twee verdiepingen in het Waldorf Astoria hotel in Chicago (30 miljoen dollar), zijn penthouse aan Miami Beach (60 miljoen dollar), zijn penthouse in Chicago (59 miljoen dollar) en een extra appartement in Manhattan (40 miljoen dollar).
De nieuwste attractie voor de ultra-welgestelde in Amerika is het 131 verdiepingen tellende Central Park Tower gebouw in Manhattan dat, indien voltooid, het hoogste en duurste residentiële onderkomen in de Verenigde Staten wordt. Het zal beschikken over 179 luxe appartementen, variërend in prijs van 6,9 tot 95 miljoen dollar en een zeven verdiepingen tellende Nordstrom flagship store met zes restaurants, plus drie verdiepingen, 4645 vierkante meter omspannende “ruimte voor voorzieningen” (bijgenaamd de ‘Central Park Club’), met een openluchtterras, zwembaden, een wellnesscentrum en een enorme balzaal. De immense hoogte van het bouwwerk zal de enorme macht van de superrijken onderstrepen, en hen ook in staat stellen te voorkomen de vele “losers” op te merken die in de straten daar beneden krioelen.
_________________________________
Dr. Lawrence Wittner is emeritus hoogleraar geschiedenis aan SUNY/Albany en de auteur van Confronting the Bomb (Stanford University Press.)
Vertaling: Vertaal Slag , Illustratie: Thomas Aloysius Dorgan (TAD), circa 1895 – public domain