Het klimaat raakt niet alleen maar ontregeld. Dat klimaat raakt vooral ook sneller en ernstiger ontregeld dan eerder gevreesd, en de consequenties zijn ernstiger dan eerder ingeschat. Ze doen zich ook acuter voor. Alleen een zeer grondige, zeer drastische maatschappijverandering – een ontmanteling van de op groei en daardoor destructie gerichte maatschappijstructuren – is noodzakelijk.
Ik las een boekje van Pier Vellinga, getiteld “Hoezo klimaatverandering? Feiten, fabels en vragen”. Schrijver Vellinga is klimaatwetenschapper, en in het boekje zet hij keurig op een rijtje hoe het ongeveer werkt. Toenemende hoeveelheid broeikasgas maakt de atmosfeer warmer, en voor de toename van dat broeikasgas is de mens – via industrie, energieopwekking, vervoer, landbouw en veeteelt – verantwoordelijk. Dus, zo legt de wetenschapper uit, moet er overgeschakeld worden naar schonere energiebronnen en een bijbehorende infrastructuur. Dat kan door internationale afspraken en wetgeving, en het is nog niet te laat. Het idee dat de beschaving gevaar loopt te crashen door klimaatsverandering doet hij af als sprookje. “Fabel 6: de menselijke beschaving wordt ernstig bedreigd door klimaatverandering”, zo luidt een titel van een paragraaf in zijn boekje (pag. 131). Geen paniek, rustig omschakelen, is zijn devies.
Vellinga wijst de klimaatsceptici gelukkig nadrukkelijk terecht. “Fabel 1: de opwarmende werking van CO2 is slechts een hypothese”, schrijft hij (pag. 121). “Fabel 2: het wordt niet warmer, de metingen van de temperatuur kloppen niet”, voegt hij er aan toe (pag. 127), en vervolgens “Fabel 3: niet de aanwezigheid van broeikasgassen, maar de zon warmt de aarde op” (pag. 129). En hij laat met cijfers, argumenten en en onderzoeksresultaten zien dat de klimaatsceptische claims – fabel 1, 2 en 3, zogezegd – dus onzin zijn.
Hij slaat dus wel alarm. Maar dat gaat op bedaarde, bijna geruststellende toon. We kunnen de zaak redden, als we netjes beleidsmatig bijsturen. Aan de fundamenten van de maatschappij en aan ons levenspeil hoeft niet fundamenteel afbreuk worden gedaan. Vellinga: “overschakelen op een klimaatneutrale energievoorziening brengt de economie in gevaar”. Dat is in zijn boekje “Fabel 4”, ook niet waar dus (pag. 130). Vellinga wil dus dat we overschakelen en de ontwrichting van het klimaat serieus nemen en aanpakken met adequaat beleid. Maar het maatschappelijke systeem waarin we leven hoeft niet op de helling, en heel radicaal hoeft de ommezwaai niet te zijn.
Ik denk dat Vellinga dit verkeerd ziet. De zaak gaat sneller en ernstiger mis dan hij inschatte. En om de zaak te redden, zijn zeer drastische veranderingen nodig. Een eenvoudig voorbeeld van Vellinga’s verkeerde – beter: inmiddels verkeerd gebleken – inschatting. Vellinga schrijft over de consequenties van temperatuurstijging. “Als het gaat om één graad stijging van de gemiddelde temperatuur, dan kunnen wij mensen ons daar redelijk goed bij aanpassen, en de natuur ook.” (pag. 65-66). Het wordt wat eerder lente, het wintert wat minder in de winter, het plenst wat vaker in de zomer, het is wat langer droog. Hier en daar zijn er problemen, zoals in het hoge noorden waar de permafrost verdwijnt, waardoor er van alles verzakt, beschadigd raakt en gerepareerd moet worden. Maar daar staat een langer groeiseizoen in gematigde streken tegenover. “In Nederland zijn we minder geld kwijt aan stookkosten. Vakantie in eigen land wordt aantrekkelijker. We zullen wel vaker een hittegolf hebben en minder vaak een Elfstedentocht.” Dat alles dus bij een temperatuurstijging van een enkele graad.
Dan de gevolgen als de temperatuur twee graden stijgt. Nu wordt het een beetje vervelend, ook volgens Vellinga, al zijn “de effecten nog steeds in zekere mate te voorspellen.” (pag. 67) “Grote ecosystemen zullen zwaar beproefd worden op hun vermogen zich aan te passen. Dat wal waarschijnlijk niet overal goed gaan. Hier en daar zal in de natuur massale sterfte optreeden, ook zal een aantal dier- en plantensoorten het loodje leggen.” Hij vervolgt: “temperatuurgevoelige systemen, zoals de grote ijskappen en koraalriffen, zullen het op veel plaatsen moeilijk krijgen. Regenval en droogte zullen heftiger worden en van plaats veranderen.” De stijgende zeespiegel wordt een probleem, net als het opduiken van “ziektes, die die nu alleen in armere streken voorkomen” in gebieden die daar eerder te koud voor waren. Zo gaat er nog wel meer mis, en de zaken zullen “zeer ongelijkmatig neerslaan in de wereld.” Dit alles dus bij een temperatuurstijging van twee graden.
Valt je iets op? Doet de geschetste toestand niet een beetje denken aan wat we de huidige, helaas nog niet afgelopen schroeizomer hebben meegemaakt en waargenomen? Hittegolven, bosbranden, overstromingen, meer branden en meer hittegolven. Serieuze ontwrichtende consequenties, en steeds nadrukkelijker openlijk herleid op klimaatsverandering als oorzaak, en uitstoot van broeikasgas als oorzaak van die oorzaak. Datgene wat Vellinga schetst als mogelijke gevolgen als de temperatuur twee graden hoger wordt, doet zich al voor. Dit jaar, maar vorig jaar en het jaar ervoor konden er ook al wat van. En over koraalriffen gesproken: bestaan die intussen nog wel? Of zijn ze al kapotgebleekt door de warmte, zoals het Great Barrier Reef, het grootste rif van allemaal, al goeddeels is overkomen?
En het verontrustende hier is dit: de temperatuur is wereldwijd nog helemaal geen twee graden gestegen. Je kunt hierover verschillende cijfers vinden, de hoogste toename die ik trof was anderhalve graad, volgens de Amerikaanse Environmental Protection Agency EPA (2). Gangbaarder is de schatting van iets minder dan 1 graad temperatuurstijging gemiddeld. De Amerikaanse NASA – overheidsinstantie in een land waar klimaatscepsis presidentieel dogma is – komt met 0,95 in 2017 (3). Anders gezegd: de vrij ernstige gevolgen die volgens Vellinga kunnen optreden als de temperatuur gemiddeld twee graden hoger wordt, doen zich al voor bij een gemiddelde temperatuurstijging van tussen de 0,9 en 1,5 graden. En de temperatuurstijging gaat intussen genadeloos door. Die twee graden halen we op onze sloffen.
Het boekje van Vellinga, met zijn nog veel te vriendelijke inschattingen, dateert uit 2011. Dat is nog maar zeven jaar geleden. De realiteit is ernstiger dan destijds ingeschat, we kunnen maar beter de meer ‘panische’ prognoses – zoals onlangs de inschatting dat de zaak wel eens zodanig uit balans kan vliegen dat vier tot zes graden temperatuurstijging er aan zit te komen – bloed- en bloedserieus nemen. Het idee dat de vereiste maatregelen minder zouden inhouden dan een zeer drastische omvorming van de hele maatschappij, kunnen we gerust aanduiden als de grootste en gevaarlijkste fabel van allemaal.
Noten:
1. Pier Vellinga, “Hoezo klimaatverandering? Feiten, fabels en open vragen” (Balans, Amsterdam 2011)
2 EPA, “ Climate Change Indicators: U.S. and Global temperatures” en het bijbehorende lijstje temperaturen (gecheckt 14 augustus 2018
3 NASA, Global Climate Change – Vital Signs of the Planet, “Global Temperature” en het lijstje temperaturen voor afzonderlijke jaren (gecheckt 14 augustus 2018)