De geneugten van de vrije markt

Dit was eigenlijk een reactie op dit bericht. Gezien de lengte dacht ik te voldoen aan het her en der geplaatste verzoek aan de Krapuullezer ook eens wat als gastbijdrage te plaatsen. Bovendien was ik ook geïnspireerd door deze reactie in een andere draad. Er ligt een vraag onder deze overwegingen. Hoe giet je oude (socialistische) idealen in een nieuw politiek jasje?

Het principe van concurrentie wordt gezien als de motor achter vooruitgang en welvaart. Uitgangspunt is dat wie werkt voor eigen gewin inventiever is, harder en gemotiveerder werkt. Gezonde concurrentie is gunstig voor de consument. Het levert de gunstigste prijs-kwaliteit verhouding op, want de klant is koning en kwaliteit is onze reclame.

Dass war einmal: In de tijd van Adam Smith zeg maar. Maar als ik me goed herinner ging Adam Smith ervan uit dat naast de competitie er vanzelfsprekend ook zorg voor de naaste en solidariteit bestond. Want ook dat is in het eigen belang (lang geleden althans), dat er vrede en welvaart heerst in plaats van onrust en geweld, want dat is, voor de meeste sectoren, niet goed voor de omzet.

Joel Bakan toonde in 2004 al aan dat het bedrijfsleven tegenwoordig heel andere prioriteiten heeft: nl. de winst ten behoeve van de aandeelhouders. Hij constateert dat dat leidt tot een pathologisch streven naar winst en macht.  The Corporation

Gewetenloos winst maken ten koste van mens en milieu is een gevolg van  moderne marktwerking. Regulering en  toezicht zijn de instrumenten om uitwassen te voorkomen, maar daarbij dienen we vooral vertrouwen te hebben in het zelfregulerend vermogen van het bedrijfsleven, zoals bv. te zien is bij de banken.

Te veel regels is slecht voor de concurrentie. Door de vlucht die het vrije marktdenken heeft genomen concurreren niet enkel bedrijven meer met elkaar, maar moeten ook landen elkaars concurrent worden. De wedloop betreft hier welk land of regio het beste investeringsklimaat heeft. Bedrijven moet het naar de zin gemaakt worden zodat ze zich ergens willen vestigen en zorgen voor werkgelegenheid. Het bedrijf is klant geworden. De klant is koning en de wensen van het bedrijfsleven regeren nu het land.

Concurrentie wordt ook bevorderd door ons financieel systeem gebaseerd op lenen tegen rente en dan wel op een manier dat er slechts enkele winnaars zijn en heel veel verliezers. Hier geldt alleen de macht van de sterkste.

Het voordeel voor de consument is dat-ie goedkoop inferieure waar kan kopen die geproduceerd kan worden ten koste van dier, milieu of mensen (vaak ook kinderen).  Menselijk leed en milieuschade worden niet in de kostprijs doorberekend tenzij Shell of BP geen keus gelaten wordt.
(Bijvoorbeeld: hier kan een lijst onbestrafte misdrijven gepleegd door bedrijven komen die te lang is om te willen weten)

Als er al voordelen aan concurrentie zitten dan moet er aan de concurrentie wel grenzen worden gesteld stelt Ricardo Petrella in 1995 in Grenzen aan de concurrentie en hij probeert daad bij woord te voegen : http://www.universiteitalgemeenbelang.be/

Socialistische idealen gegoten in verouderde denkpatronen (cq politieke stromingen) voldeden niet meer. Helaas bleek hier: modernisering is niet altijd verbetering: zie en zie.

Als we van het neoliberalisme af willen en bereid zijn om de geneugten van de vrije markt opzij te schuiven; welke kant gaan we dan uit? Kan socialisme zonder het individu ondergeschikt te maken aan het (soms vermeend) algemeen belang? Kan individueel initiatief zonder het algemeen belang te negeren of vertrappen?

Eigenlijk denk ik dat daar een perfect evenwicht tussen te vinden moet zijn. Maar hoe geef je dat vorm in een bestel. Welke verantwoordelijkheid is aan de overheid en welke niet?

 

Een gastbijdrage van Witte Duif

10 gedachten over “De geneugten van de vrije markt”

  1. Helemaal waar. En ik kom wederom terug op het voorbeeld dat ik vaker geef: waarom is water niet geprivatiseerd? Of heb ik dat gemist? Ik denk dat de reden dat we water niet privatiseren wel eens even goed zou kunnen gelden voor zaken die we wel geprivatiseerd hebben. Mij lijkt bij “water” vrije markt een slecht idee, maar bijvoorbeeld bij “schoenen” of “gitaren” lijkt het mij een prima idee.

  2. jvdheuvel Schreef:

    En ik kom wederom terug op het voorbeeld dat ik vaker geef: waarom is water niet geprivatiseerd?

    Kwestie van tijd gewoon. Eigenlijk je betaalt reeds voor je drinkwater. Een beetje echt liberalisme gaat alles privatiseren. In het MO zijn ze al lang dammen an het bouwen om het water eigen te maken en de buren niet te laten ervan profiteren. Komt op hetzelfde neer.

  3. Drinkwater is niet geprivatiseerd, maar wel verzelfstandigd. Net zoals de NS verzelfstandigd is….
    De vraag is niet zozeer moet het publiek of privaat zijn, maar hoe moeten de 2 zich tot elkaar verhouden. Is ‘actief aandeelhouderschap’ (de rol van de overheid bij verzelfstandiging) wel toereikend om ook inhoudelijk iets voor elkaar te boksen (dat de treinen op tijd rijden bv.). Op dit moment roemt men publiek-private samenwerking als de oplossing, maar dan is de kluwen vaak helemaal niet meer te ontwarren.

    Het is Hayek die van economische overheidsinterventie een politiek issue (vrijheid) heeft gemaakt. (Klassieke liberalen stelden de markt ook al gelijk aan vrijheid, maar verabsoluteerden dat niet.) Hij schrijft op de e.o.a. manier zo overtuigend dat veel mensen zich erdoor mee laten slepen, nog steeds. Ik kan er zelf heel moeilijk de vinger op leggen, maar het schijnt dat hij een waardige tegenstander heeft aan Amartya Sen (http://aubreyherbert.blogspot.com/2004/10/amartya-sen-on-hayeks-road-to-serfdom.html).

    Het is niet alleen dat er een taboe ligt op overheidsinterventie als zou dat de geheiligde vrijheid van ondernemingen aantasten, er heeft zelfs een merkwaardige omkering plaatsgehad, waardoor bedrijven verondersteld worden het algemeen belang te dienen, terwijl jij als belanghebbende persoon (bv. als bewoner van een voor sloop genomineerde wijk) slechts voor je prive-belangen op zou komen. (Terwijl het m.i. precies andersom is: bedrijven dienen hun private belangen en belanghebbende burgers staan gezamenlijk voor het algemeen belang.)

  4. Kan socialisme zonder het individu ondergeschikt te maken aan het (soms vermeend) algemeen belang? Kan individueel initiatief zonder het algemeen belang te negeren of vertrappen?

    Een leuke stelling. Het lijkt mij verstandig eerst een duidelijk antwoord te geven op de vraag: “Wat is socialisme?” en niet te blijven steken in ideologische praat, maar gewoon op concreet individueel niveau daar een antwoord op te geven. Wanneer het socialisme niet verder komt dan ‘ik bepaal wat goed is voor de ander’, dan is het geen plezierige kijk op de samenleving. Socialisme is er voor mij op gericht om de welvaart, kennis en macht op een eerlijke manier te verdelen. Die mate van eerlijkheid wordt onder andere afgemeten aan behoefte, redelijkheid en rechtvaardigheid. Spreiding van kennis macht en inkomen mag in de ogen van sommigen dan wel een gedateerde kreet zijn, maar degenen die dat zeggen zijn in mijn ogen zelf gedateerd, voor mij is die kreet nog altijd actueel. Individueel initatief zonder het algemeen belang te negeren kan natuurlijk altijd. Ik neem dadelijk het initiatief om een tukkie te doen of om op te staan en een boterham te eten en daar heeft niemand last van, behalve zeikers die dat natuurlijk niet ‘productief’ vinden, maar die vertegenwoordigen ook niet het ‘algemeen belang’. Overigens denk ik dat het beste voor een middenweg moet worden gekozen tussen algemeen en individueel belang, je kunt dingen niet zwart wit tegenover elkaar zetten.

  5. Joke Mizée Schreef:

    Terwijl het m.i. precies andersom is: bedrijven dienen hun private belangen en belanghebbende burgers staan gezamenlijk voor het algemeen belang.)

    Dit heb je goed!

  6. @6: Ik ben dat voor het eerst tegengekomen bij Merijn Oudenampsen en sindsdien valt het me voortdurend op hoezeer dat trucje schering en inslag is bij inspraak & bezwaar.
    Hij schrijft:
    “Het mag dan ook geen wonder heten dat op het gebied van de stedelijke ontwikkeling, wat in de Nederlandse geschiedenis een van de meest vruchtbare terreinen voor de ontwikkeling van normdoorbrekende politiek is geweest, er een indrukwekkend mechanisme van procedures bestaat om conflict te voorkomen en kritiek te pareren. Sinds de jaren ’70 heeft bewonersparticipatie zich ontwikkeld tot een steeds legere praktijk. Vandaag de dag geven bestuurders openlijk toe dat bewonersparticipatie slechts een symbolische geste is die de kans op hevige protesten in een later stadium moeten voorkomen. De aanstaande privatisering, ofwel de outsourcing van de inspraak in Nieuw West van lokale politiek naar niet verkiesbare woningcorporaties is de laatste tragische ontwikkeling. Zelfs als een groep zich openlijk verzet dan kan daar makkelijk overheen gestapt worden, men benoemt de mensen als NIMBY (Not In My BackYard), of simpelweg als niet representatief:

    “Toenemende protesten hoeven niet altijd veel te betekenen: wanneer er tien procent protesteert, is er nog een groep van negentig procent die zwijgt, en men zou kunnen zeggen ‘wie zwijgt stemt toe’” (S.P. Willing, voorzitter stadsdeel Osdorp, januari 2005).

    “Burgers zien hun eigen belang, bestuurders dienen het algemeen belang.” (E. Stricker vice-voorzitter stadsdeel Slotervaart).

    In de zaal in Osdorp had zich dus een klassieke omkering voltrokken. De gemeente en woningcorporaties kwamen op voor hun privé belangen als projectontwikkelaars, terwijl de gemarginaliseerde bewoners zich publiekelijk opwierpen voor “het algemeen woonbelang”. [..]”
    http://www.flexmens.org/drupal/?q=Liberticide_is_uit

    Dit is een gedeelte uit zijn masterscriptie De Glazen Stad: http://www.flexmens.org/De_Glazen_Stad.pdf. Op p. 12-15 staan daar de voornaamste veranderingen t.o.v. de eerdere Keynesiaanse praktijk geformuleerd als:
    1) De centrale, coördinerende rol van de overheid maakt plaats voor een faciliterende rol
    2) Integrale planning maakt plaats voor een eclectische en flexibele aanpak waarbij planners alleen de randvoorwaarden aangeven
    3) Democratische toetsing en inspraakprocedures maken plaats voor multi-stakeholder dialogues en een daaruit voortkomend democratisch tekort (door het terugtreden van de
    overheid en het ontransparante karakter van de publiekprivate samenwerkingsvormen)
    4) Een herschikking van schaalniveaus vindt plaats
    5) De projecten leiden tot negatieve herverdeling en sociale polarisering
    Alles bij elkaar leidt dat tot een heftige aantasting van burgerrechten.

  7. Liberalisme kent een paradox. Vrijheid is een goed streven, maar je hebt geen vrijheid zonder afspraken. Die afspraken noemen wij overheid, zij kunnen dat anders noemen, maar als je geen vervuiling wilt en een orgaan moet creëren om bedrijven hier op te controleren of straffen, dan ben je bezig met het vormen van overheid, vertegenwoordigers van de mensen.

    Daarnaast is er het meest fundamentele probleem dat op het moment met neo-liberalisme aan de hand is. Die willen de status quo eigenlijk behouden (socialisme voor de rijken), behalve als de mogelijke uitbreidingen van hun reeds enorme fortuin aan gaat.

    In het kort gezegd is liberalisme een gedachtegoed dat haaks staat op de meritocratie, om de simpele reden dat als we nu overstappen op liberalisme, niemand op gelijke voet zal beginnen, maar de rijken zo’n afzichtelijke voorsprong hebben dat we simpelweg tot een totalitair feodaal regime vervallen in de praktijk.

    Ook ironisch dat de zogenaamde ‘innovatie’ van de markt altijd betekend dat de innovaties uiteindelijk uit een door de overheid gesubsidieerd wetenschappelijke laboratorium komen waar onderzoek naar materialen gedaan wordt voor defensie of energie-applicaties.

    Wordt zo moe van de marktreligie…

  8. @8: Over meritocratie denk ik dan toch anders dan jij: zelfs al zou het onderwijs geen tweedeling in de hand werken zoals nu, maar werkelijk de besten de meeste kansen geven, dan nog is dat niet erg democratisch, omdat laagopgeleiden (dan / nog steeds) minder te vertellen hebben (m.n. in politiek opzicht).

  9. @8: Muffit:

    inderdaad, ze, de bezittende klassenhebben alle onderdrukkingsmiddelen in de hand.
    Leger, rechtssspraak, politie, ambtenaren, religie, psychiatrie, enzovoorts.
    Hiermee kunnen ze het verdomde lang uitzingen, en eigenlijk zijn die instrumenten al duizenden jaren niet uit handen gegeven, ook al omdat links ze niet wil hebben, aangezien ze in tegenstrijd zijn met socialisme.

    Ik ben die markt ook afschuwelijk zat, net als jij. eigenlijk zou het me geen ene reet kunnen interesseren als de heel economie in elkaar gaat storten, met de rijken erbij. Deze laatste hebben helemaal geen weerstand tegen jet ” niks” meer hebben.
    Het mag eigenlijk niet, maar om Rotte te citeren: ik zou er mijn vingers bij aflikken, maar als rechts dan weer in het hok moet, inclusief GL en de Salonsocialisten. De SP mag blijven, ook al ben ik het niet met alles eens.

Reacties zijn gesloten.