In de voorgaande vier delen van deze serie keken we vooral naar wat er achter de eco-façade verborgen wordt gehouden met behulp van versluieringstechnieken. Zonder overdrijving kan opgemerkt worden: ‘Sinds het begin van de industrialisatie, dat wil zeggen bijna 200 jaar lang, is onze manier van leven en economie gebaseerd op de verbranding van fossiele brandstoffen. Naast alle andere overexploitaties van mens, natuur en biodiversiteit, hebben de daarmee gepaard gaande CO2-emissies de planetaire koolstofcyclus uit zijn dynamische evenwicht gehaald in een mate die vandaag de dag nog steeds toeneemt’ (Markus Henning). Als de ‘schurken zonder grenzen’ klaar zijn met uitzuigen van mens en omgeving, hoe ziet het er dan uit? Onder meer zoals in Groningen nu (zie Gronings gas, hier).
Dit kan niet zo doorgaan. Een metamorfose moet voorbereid worden. Er moet nagedacht worden over een andere economie en een ander maatschappelijk bestel. Daar is en wordt natuurlijk al decennia op gestudeerd. Een tijdje terug ging de Freie Akademie e.V. nog de uitdaging aan en gaf haar wetenschappelijke jaarcongres 2022 een motto mee, dat niet actueler had kunnen zijn: Duurzaamheid – Hoe kan het slagen? De lezingen en discussies zijn gebundeld verschenen onder de titel Nachhaltigkeit (Duurzaamheid). Een de redacteuren van het Duitse web-tijdschrift espero, Markus Henning heeft de bundel besproken. Ik vertaalde die bespreking en bewerkte hem tot een bijdrage in ‘De Eco-façade’ (deel 5). [ThH]
Een gedecentraliseerd proces van experimentele vooruitgang
De nationale regelstelsels zijn duidelijk niet in staat om zelfcorrectie en een effectieve koerswijziging op gang te brengen.Hun instituties functioneren te veel volgens structurele regels, die zelf de oorzaak van het probleem zijn. De tijd raakt op.We hebben onmiddellijk een zelfgeorganiseerde start van verandering nodig. We hebben sociaalecologische tegenculturen nodig waarin de wereldwijde consumptie verenigbaar is met het vermogen van onze natuurlijke hulpbronnen om te regenereren. En we hebben conceptuele discoursen en interdisciplinaire uitwisseling nodig.
Vertegenwoordigers van verschillende disciplines en kennisgebieden werden door de Freie Akademie uitgenodigd om hun perspectieven in te brengen vanuit sociale psychologie, onderwijs, klimaatonderzoek, economie, procestechniek en systeemdenken. De teksten over die onderwerpen in de bundel, nemen ons mee op een mentale zoektocht. Het scala aan perspectieven verbreedt het zicht op de omvang en complexiteit van de taken. Interessant is dat juist hierdoor een handelingstheoretische consensus verschijnt in de analytische variëteit: waar een monocausale hefboom, historische modellen of enige andere soort blauwdruk ontbreken, kan de te beheersen baanbrekende verandering alleen zinvol worden geprojecteerd als een gedecentraliseerd proces van experimentele vooruitgang.
Men zet in op initiatieven van lokale en maatschappelijke krachten die, als actoren op het gebied van sociale innovatie, ruimte creëren voor samenwerking. Daarin kunnen mensen ervaren wat het betekent om een levendig en zelfeffectief onderdeel van de samenleving en de natuurlijke omgeving te zijn (zoals betoogd in de lezing van Janina Taigel (1989) over concepten van ‘Educatie voor duurzame ontwikkeling’, p. 55- 73).
Door dergelijk emancipatorisch veranderingsleren kan het individuele bestaan – dat wil zeggen de heroriëntatie van routines, van rol-, activiteits- en consumptiepatronen – zelf een dynamische drager van transformatie worden. Thea Stäudel (1954) modelleert haar potentieel met het instrumentarium van netwerkanalyse: ‘Wat we hier hebben is positieve feedback: hoe meer mensen betrokken raken, hoe groter de kans dat anderen meedoen, uit enthousiasme of vanwege sociale druk of uit nieuwsgierigheid of…’
‘En op een gegeven moment wordt een kritische massa of omslagpunt bereikt en wordt het denken van de minderheid het denken van de meerderheid, het wordt een sociale norm […]. Er ontstaat een nieuwe, klimaatbewuste denk- en gedragscultuur, die gedrag kan sturen – mits de ‘randvoorwaarden goed zijn’ (zie de lezing van Thea Stäudel, p. 75-103).
Silvio Gesell en Freiwirtschaft
Dieter Fauth (1956) gaat in op een mogelijke bijdrage van de Freiwirtschaft (Economie-zonder-overheersing) aan een duurzame toekomst. Hij volgt de basisideeën van Silvio Gesell (1862-1930), werkt de noodzaak van inhoudelijke actualisering vanuit duurzaamheidsperspectief uit en benadrukt het belang van praktische uitvoering in regionaal beheersbare dimensies. In het samenspel van zijn drie argumentatieniveaus komt het regulerende idee van een markteconomie naar voren, die bevrijd is van het kapitalisme en zijn destructieve dynamiek (zie de lezing van Dieter Fauth, pp. 33-54):
1) Monetaire hervorming en ont-groeien: een periodieke bewaarvergoeding berooft het algemene ruilmiddel van zijn waarde-opslagfunctie, stabiliseert zijn circulatie en maakt het in feite volume-beheersbaar. Als gevolg hiervan (a) brachten de mechanismen van de markteconomie de algemene rente op middellange termijn op 0%, waardoor een einde kwam aan het uit elkaar drijven van rijkdom en armoede als gevolg van samengestelde rente, (b) verminderde de druk om exponentieel groeiende financiële activa te realiseren, (c) verlaagden de financieringskosten en zo essentiële structurele drijfveren voor economische groeidruk en (d) deed het blijvend stijgend energieverbruik teniet.
2) Ont-kapitalisatie van natuurlijke hulpbronnen: om de belangen van de particuliere sector in bedwang te houden, plande Silvio Gesell ook een socialistische landhervorming, dat wil zeggen een socialisatie van alle eigendommen met daaropvolgende toewijzing in lange termijn-huurcontracten. ‘Volgens de logica van de Freiwirtschaft zou het gebruik van andere hulpbronnen die de mens vindt en niet zelf heeft gecreëerd – minerale hulpbronnen, bossen, water, zeeën, lucht, ruimte, enz. – ook onderworpen moeten zijn aan een ‘belasting’ die het algemeen welzijn ten goede komt’ (p. 35). Eerlijke verdeling en regeneratie van beperkte natuurlijke rijkdommen vereisen sociaalecologische criteria op basis waarvan beheerrechten worden verkregen en inkomende pachtinkomsten of gebruiksvergoedingen worden verdeeld.
3) Economische diversiteit in plaats van centrale staatsmonocultuur: het op vertrouwen gebaseerde beheer van de biosfeer moet worden overgedragen aan instellingen die zich ‘in het democratische discours’ bevinden (p. 46) en zich inzetten voor intergenerationele rechtvaardigheid. Daarbij komt lang niet alleen de staat in het geding. Afhankelijk van lokale omstandigheden, feitelijke vereisten en subsidiaire mogelijkheden, kan en moet deze taak worden vervuld door ‘[…] gemeenten, levensbeschouwelijke en religieuze gemeenschappen en andere non-profitorganisaties’ (p. 34). Kleurrijk, divers en wereldwijd aanwezig is ook het panorama van zelfgeorganiseerde projecten en gemeenschappen waarin geëngageerde mensen al coöperatief, broederlijk management beoefenen.
‘Duurzaamheid is een standaardvereiste bij al deze initiatieven […], bijvoorbeeld in de vorm van uitleengemeenschappen, ruilgroepen, donatieorganisaties, small-is-beautiful bewegingen, coöperatieve gemeenschapsbanken voor leningen en giften, regionale geldinitiatieven, enz.’ (blz. 33 en 37). Velen laten zich inspireren door Freiwirtschaft-ideeën, anderen hebben op hun eigen manier een structureel creatief effect. Wat ze allemaal gemeen hebben, is hun pionierswerk voor grote transformaties. ‘Het zijn kernen die druk uitoefenen om het heersende economische systeem te veranderen’ (p. 33).
Een potentieel vredesdividend
Als we de realiteit echt accepteren, als we serieus nadenken over de onderlinge verbondenheid van haar problemen, de tijdvertragingen in onze eerdere acties, de systemische feedbacks en kantelende elementen – dan zullen we ook de beschavingsmogelijkheden erkennen die het verlaten van het fossiele tijdperk voor ons opent.
Hartmut Graßl (1940) legt dit uit voor de energietransitie. Omschakelen naar 100% hernieuwbare energiebronnen vereist de ontwikkeling van een duurzame circulaire economie voor de daarvoor benodigde niet-hernieuwbare metalen.Dergelijke circulaire economieën kunnen echter grote delen van de wereld zelfvoorzienend maken in de energiesector en zo een belangrijke reden voor militaire conflicten wegnemen. Het ontlasten van de atmosfeer van CO2 – waaronder ook koolstofopslag door bebossing en herstel van wetlands valt – is ‘[…] een eerste groot voorbeeld van wereldwijde binnenlandse politiek met een potentieel vredesdividend’ (zie de lezing van Hartmut Graßl, pp. 21-31).
Aan deze bespreking door Markus Henning voeg ik [ThH] nog informatie toe uit een andere streek van de wereld, die in het verlengde van het hierboven staande ligt en die ik ontving van het ‘Institute for Social Ecology’ (ISE), een voorzetting van wat ooit door de Amerikaanse anarchist Murray Bookchin (1921-2006) is opgezet (zie Online).
Via een onlangs verstuurde Nieuwsbrief van ISE herinneren Debbie Bookchin en Marina Sitrin er in het nieuwe voorwoord van de heruitgave van Remaking Society, A New Ecological Politics aan: ‘Bookchin leert ons hier dat de ecologische crisis waarmee we vandaag worden geconfronteerd, gebaseerd is op de dominantie van mensen over mensen.Hij betoogt dat we de ecologische crisis en dus de klimaatcrisis niet kunnen oplossen zonder overheersing op sociaal gebied uit te bannen, inclusief maar niet beperkt tot geslacht en patriarchaat, ras en etnische hiërarchie, leeftijd, bekwaamheid en economie.’
Puttend uit rijke tradities van ecologische wetenschap, antropologie, geschiedenis, utopische filosofie en ethiek, biedt Remaking Society een coherent kader voor sociale en ecologische reconstructie. ‘Het wordt prachtig aangevuld door de nieuwe editie van Recovering Bookchin van Andy Price. Die heeft de ideeën van deze belangrijke denker losgemaakt van de controverses en polemieken die zijn latere werk vertroebelden’.
In het Nederlands komt men van Bookchin (onder meer) tegen Sociale ecologie en politiek, Bookchin’s radicale politieke ideeën over een duurzame en libertaire maatschappij, ingeleid door Marius de Geus en aangevuld met een artikel van Roger Jacobs, ‘Bookchins revival in Turks en Syrisch Koerdistan’ (Kelderuitgeverij, Utrecht, 2018).
Markus Henning (Vertaling en bewerking Thom Holterman; de bespreking is integraal te lezen op de site Freiwirtschaft)
Urban, Ute (Hrsg.), Nachhaltigkeit, met bijdragen van Volker Mueller, Ute Urban, Hartmut Graßl, Dieter Fauth, Janina Taigel en Thea Stäudel, Angelika Lenz Verlag, Berlin, 2022 (= publicatiereeks van de Freien Akademie; 41), 110 pagina’s, prijs € 19,90.
– Eerder verschenen bij Libertaire Orde
– Uitgelichte afbeelding: Door User Ixitixel on de.wikipedia – http://www.sozialoekonomie.info/BasisInformation/BasisInfo_2/Gesell_1895_beschn.jpg, Publiek domein, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1340633