Eigenlijk zou ik vandaag weer fijn in een stoffig archief doorbrengen en tegelijkertijd zat ik aarzelend af te wegen of ik niet een Vlammend Betoog zou schrijven over…
En als een vanuit schrijversoogpunt welkom maar in de Buitenwereld stuitend bericht komt dan dit bericht langs via de Ondertussen-bij-de-burentelex van Krapuul. “Jeroen Sprenger” van de Stichting Herstelling. Een ongetwijfeld goedbetalende baan hebbende aan het zogenaamd laten “uitstromen” van “bijstandsgerechtigden” (wat voor eufemisme gaan ze daarvoor nu invoeren, als het nog een eufemisme wordt?) in “reguliere” banen, en inmiddels een gemeentelijk gesteund dwangarbeidbureau.
Sprenger is woordvoerder geweest bij staatsvakbonden, hij heeft onder Zalm reclame gemaakt voor de euro (best belangrijk tenslotte, die euro) en daarna is hij op het pluche van een quango werklozen gaan begeleiden.
Als zoon van een Volkskrantredacteur en “krities student” anno pakweg 1970-75 was en is zijn bedje gespreid. “Uitstromen” naar “de echte baan” is nooit een probleem geweest. Hier een soort bio tevens uitlui.
Jeroen Sprenger heeft samen met medestudent Vincent Vrooland – als ik het wel heb bij wijze van gecombineerde doctoraalscriptie, maar het kan ook een werkstuk zijn geweest – een boekje geschreven over spontaan arbeidersverzet bij de aanleg van het Groot Noordhollandsch Kanaal. Boos, vaak dronken volk dat je als werkbaas niet al te veel wijs kon maken. Het gaat om tijden waarin er (nog) geen georganiseerde arbeidersbeweging was. Omdat ik in die dagen rondliep in het Nederlandse pendant van de Duitse sponti’s (“basisten” noemden sommigen van ons zich ook) zag ik veel in hun beklemtoning van het belang van spontaan verzet van arbeiders. Sprenger en Vrooland wisten inmiddels zeker dat dit ongeorganiseerde verzet belangrijk was voor de geschiedenis van het socialisme in Nederland. Historici die hier anders over dachten werden weggezet als gepasseerde stations, mastodonten, mensen die het niet door hadden. En als columnist bij Folia Civitatis kon Sprenger professor Theo van Tijn, sociaalhistoricus van “de oude snit” speciaal onder vuur nemen. Ik moet zeggen dat mij dit destijds matig beviel: waarom Van Tijn speciaal tot mikpunt gekozen? Ging het uitsluitend om politieke meningsverschillen, een komende paradigmawisseling? “Dat soort katholieken als Sprenger, daar ben ik niet dol op…”
De verdere levensloop van Sprenger illustreert tegelijk zijn gelijk van toen, 1975-76, en het gelijk van Van Tijn. De georganiseerde arbeidersbeweging, gekanaliseerd – nog steeds – onder andere in de Federatie Nederlandse Vakbeweging bood hem toch mooi pluche aan. En het verzet tegen dit soort plucheplakkers komt – nou ook weer niet zo heel ongeorganiseerd, gelukkig – van onderop. Sprenger is zelf doelwit maar het zal hem allemaal niet raken. Wonderlijk evengoed, als het aan hem en zijns gelijken ligt – en zij hebben het voor het zeggen in dit land – is de georganiseerde arbeidersbeweging zo tandeloos dat inderdaad alleen machteloos of dronken lallend protest van de zijlijn mogelijk is. En roepen om lantaarnpalen om De Elite aan op te knopen. Knap gedaan, deze keuze. Mijn eigen keuze kunt u – onder (veel) meer – dagelijks hier bekijken.
Dit zijn mijn beren! Een onderzoek naar de arbeidsverhoudingen bij de aanleg van het Noordhollands Kanaal is online te lezen.
Het is de moeite waard, daar niet van, en zet uw mogelijke argwaan opzij. Ik kom er op terug – eerst dat stoffige archief weer eens in (hm, morgen dus).