Culturele hegemonie en klimaatstrijd

De komende week is het vijftig jaar geleden dat het bestuurscentrum van de Universiteit van Amsterdam, het Maagdenhuis, bezet werd. De bezetting duurde net geen hele week, 15 tot 21 mei 1969. De politie maakte er een einde aan.
Eigenlijk zoals de zo innig betreurde burgemeester Van der Laan (gek, ik heb daar niet zo’n last van) graag wilde in 2015. Alleen hadden de bezetters het gebouw zelf al verlaten zodat de politie dan maar op de colleges op de stoep in de regen inramde – je moet toch wat als smeris. Het kroonjaar van die bezetting, die veel ingrijpender was dan die van ’69, en ja, ik kan vergelijken, is volgend jaar. Het zal mij benieuwen of het gevierd zal worden.

Veertig jaar “Maagdenhuis” werd nog gevierd met een fototentoonstelling, in dit kroonjaar blijft het opvallend stil. Heel veel kroonjaren waarbij de betrokkenen zelf nog aanwezig zijn zullen er niet meer komen. “Opvallend stil” is nog te veel gezegd. Het is stil.
En ach, wat ik er over te zeggen heb is wel gezegd inmiddels. Ik lees het terug en schrik van wat ik zomaar durfde schrijven, nog maar tien jaar geleden (een schoolmakker van vroeger die er ook bij was vraagt mij om “de bron” – hup hup, mijn archief in, jaja!).

Het herdenken van die bezetting, die wel opvallend was, hartje hoofdstad, maar niet de eerste bezetting in haar soort (Tilburg was eerder) en zonder ingrijpende gevolgen, zou men als keukentafelgramsciaan als uiting van culturele hegemonie kunnen zien. Tien jaar geleden was deze “linkse” uiting het gedenken nog waard. In dagen van Bodee en Wilders (ook al is die op weg naar de uitgang) viert men geen linksheid in Nederland.

De Maagdenhuisbezetting van 2015 gedenken is nu: klimaatstaken. Dat is een veel belangrijker manier dan om maar meteen “weet je nog wel, oudje” te snotteren. Strijden is het ware gedenken.