De eensgezindheid en sociale rust die er was bij het uitbreken van de coronacrisis verkruimelt langzaam. De tegenstellingen worden weer duidelijk. Dat is zeker zo op plaatsen waar de pandemie al lang voortdendert. In Italië hebben die hartverwarmende video’s van balkonserenades plaatsgemaakt voor een veel grimmiger soort boodschappen.
Een video van een man bijvoorbeeld die politieagenten had opgetrommeld omdat de bank gesloten was en hij het pensioentje van zijn moeder niet kon ophalen. Of een video van een vader die het laatste stuk brood laat zien dat zijn dochtertje te eten heeft.
In het noorden van het land slaat de pandemie het hardst toe, maar in het veel armere zuiden beginnen mensen honger te lijden. Vele honderdduizenden mensen werken er in het zwart en hebben er geen vervangingsinkomen (naar schatting zelfs tot 3,3 miljoen). In Palermo, de hoofdstad van Sicilië, werd de politie de straat opgestuurd om winkels te beschermen tegen overvallen en plunderingen. De situatie op Sicilië is extra penibel nu een ferrymaatschappij failliet ging en de bevoorrading van het eiland stokt. “Het lijden kan uitmonden in geweld”, waarschuwde de burgemeester van Palermo al. Een priester uit Napels voegt daar in The Guardian aan toe: “Ze zingen niet meer op de balkons. Nu zijn mensen eerder bang – niet van het virus, maar van de armoede.” De Italiaanse regering beloofde 4,3 miljard aan de burgemeesters, maar een groot deel van dat bedrag werd al uitgedeeld aan andere doelen.
In meer dan 60 landen is er nu een vorm van lockdown, die absoluut nodig is om levens te redden, maar in veel landen betekent dat tegelijk dat elke bron van inkomen stilvalt. Bovenop de angst voor het virus komt dan de vrees voor honger.
Arbeiders tegen de miljardairs
Zelfs in een rijk land als de VS hield de eensgezindheid niet lang stand. President Trump pakte dinsdag tijdens zijn dagelijkse persconferentie uit met een grafiek die toont dat in het best case scenario er toch nog 100.000 tot 240.000 doden zullen vallen. Terwijl er in New York elke 9 minuten iemand overlijdt aan de gevolgen van het coronavirus, staan de billionaires te drummen in de media met de boodschap dat iedereen zo snel mogelijk weer aan het werk moet. Eén voorbeeldje van zo’n 1-percenter, Tom Galisano (2,8 miljard) zei onlangs: “De schade door de economie te sluiten kan groter zijn dan een paar mensen verliezen. Je moet het beste van twee kwalen kiezen.” Let that sink in …
Daar tegenover staat een andere reactie. Die van de mensen die niet de luxe hebben om zich in een comfortabele woning af te sluiten van de buitenwereld. De werknemers van Whole Foods, Instacart en Amazon bijvoorbeeld die eerder deze week staakten. Bij Amazon begon de staking bij Chris Smalls, een werknemer in de gigantische opslagplaats op Staten Island. Hij was samen met zijn collega’s naar buiten gelopen, omdat zij de werkomstandigheden niet veilig vonden. Twee van hun collega’s waren al besmet geraakt, maar Amazon weigerde maatregelen te nemen. Nog diezelfde avond werd Smalls ontslagen. “Ik ben boos en ontgoocheld, maar niet verrast. Zoals gebruikelijk veegt Amazon het probleem liever onder de mat dan actie te ondernemen om de arbeiders en hun families te beschermen.”
Slapend rijk
Smalls werd dus ontslagen omdat hij het opnam voor de veiligheid van zijn collega’s. Bij Amazon dat een lange traditie heeft van union busting (het vermijden dat werknemers aansluiten bij een vakbond) weten ze dat mensen als Smalls kunnen uitgroeien tot arbeidersleiders. Bezos, de oprichter van Amazon, wordt ondertussen slapend rijk van de coronacrisis. In de voorbije drie maanden steeg zijn fortuin met maar liefst 6 miljard dollar. Een pandemie die winkels sluit en mensen afzondert in hun woonkamer voor het scherm is de utopie van bedrijven als Amazon.
Ook in ons land zie je diezelfde tegenstellingen opduiken. Aan de ene kant heb je de captains of industry of beurseconomen die het liefst willen dat we zo snel mogelijk weer ‘normaal’ doen. Bernard Thiers, CEO van Mohawk (Quickstep) zei vorige week al: ‘Ik ben ervan overtuigd dat de winkels opnieuw open moeten, onze machines weer moeten draaien en onze mensen weer aan het werk moeten. We moeten leren leven en werken met het virus.’ Hij noemt de huidige maatregelen ‘economische zelfmoord’. Peter De Keyzer, die bedrijven adviseert, wil dat ‘we’ beslissen hoeveel een mensenleven ons waard is. Op Twitter noemde hij die kostprijs de ‘olifant in de kamer’.
De andere wereld
Buiten die cirkels is er een andere realiteit. Vlak na de uitbraak van de epidemie in België braken er op verschillende plaatsen zoals Audi stakingen uit door werknemers die zich te weinig beschermd voelden. Bij afvalverwerkend bedrijf Vanheede Environmental Logistics in Rumbeke legden werknemers maandag het werk neer toen een collega onwel was geworden.
Woensdag bleven vier Brusselse winkels van Delhaize dicht omdat de werknemers staakten. Zij vinden die schouderklopjes in de media wel leuk, maar vonden dat er ook boter bij de vis mag en dat er een betere bescherming van de werknemers moet komen. De mensen die nu de maatschappij draaiende houden, zijn net die mensen die vaak in de laagst betaalde sectoren werken. Nadat er donderdag opnieuw in enkele winkels gestaakt werd, kwam de directie met een voorstel op de proppen om alle werknemers een premie van 500 euro te geven en om maskers uit te delen.
Natuurlijk werkt zo’n akkoord aanstekelijk en donderdag brak er ook onrust uit bij Carrefour. Directe aanleiding was een werknemer van een magazijn in Nijvel die besmet raakte. De werknemers weigeren voortaan om overuren te doen. Ze eisen betere werkomstandigheden en meer koopkracht. Ze vragen ook om prioriteit te geven aan het opnieuw ordenen en desinfecteren van het depot.
Het zijn kleine scheurtjes die zichtbaar worden. Ondertussen komt er nog een veel grotere kloof op ons af. Dinsdag pakte Het Laatste Nieuws uit met een artikel over de kostprijs van al die reddingsmaatregelen voor bedrijven. “Wie gaat stortvloed aan premies en steunmaatregelen betalen?”, klonk het in de titel en vlak daaronder in heel grote letter: “Het korte antwoord: u”.
Het is een doorzichtige manier om de geesten voor te bereiden op een nieuwe ronde besparingen (in het artikel is sprake van besparingen tot 2030). Als de eerste schok voorbij is van wat ons nu overkomt, zal dat stilaan de discussie worden die overheerst. Hoe starten we op een veilige manier het openbare leven terug op en hoe zorgen we er voor dat de factuur deze keer niet bij ons terechtkomt? Nog eens 10 jaar besparen kan geen enkele maatschappij aan.
– door Christophe Callewaert, oorspronkelijk voor De Wereld Morgen