Net voordat Ferdinand Grapperhaus, minister van Veiligheid en Justitie, de zaal van de Tweede kamer had verlaten na het debat over de uitspraken van de maffe imam Fawaz (die burgemeester Aboutaleb van Rotterdam een ‘afvallige’ had genoemd en hem daarmee ‘vogelvrij’ had verklaard), moet hij gedacht hebben: hier ligt een kans de vrijheid van meningsuiting in te dammen.
Als jurist had hij nog, in antwoord op de Kamer, keurig de wet gevolgd: Fawaz balanceert op de rand van de vrijheid van meningsuiting, maar is daar niet overheen gegaan.
Bijna buiten herinnert hij zich het adagium van zijn Christelijke Leider, de heer Sybrand Buma: de vrijheid van meningsuiting moet worden verdedigd, maar…
Alleen als ons dat goed uitkomt.
Nee, dat zei Buma niet. Maar hij vindt het wel.
Buma wil heel graag dat Artikel 111 van het Wetboek van Strafrecht wordt gehandhaafd. Dat artikel luidt:
Opzettelijke belediging van de Koning wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie.
Het artikel staat op het punt om te vallen. Dat wil het CDA koste wat kost voorkomen. Het zou een bom leggen onder de ideologie van de partij.
Als een maffe imam de burgemeester een ‘afvallige’ noemt, komt dat dus goed uit. Het CDA mag dan minder machtig zijn dan decennia geleden, de waarden blijven hetzelfde: het moet niet te gek worden met die vrijheid, vrijheid bestaat slechts in dienst van de macht. De wereldlijke macht, de godgegeven macht, de Goddelijke macht.
En daarom sloeg Grapperhaus bij de deur om als een blad aan de boom, plotseling werd hij bedwelmd door het ultieme CDA-gevoel: God, Vaderland, Oranje.
Tegen BNR-radio zei hij:
Ik wil van dit soort uitlatingen af en de straffeloosheid daarvan. Want mensen worden daardoor in hun bestaan bedreigd en dat vind ik walgelijk.
De NOS meldt:
‘Minister Grapperhaus wil kijken of het strafrecht kan worden veranderd om verwerpelijke uitspraken eerder aan te pakken. Aanleiding zijn de uitspraken van de omstreden imam Fawaz Jneid, waar vandaag tijdens het vragenuurtje in de Kamer over werd gedebatteerd. De minister van Veiligheid en Justitie wil de aanpassing van het Wetboek van Strafrecht nadrukkelijk met de Tweede Kamer doen, omdat aanscherping een inperking van de vrijheid van meningsuiting betekent.’
En dan waar het om draait, de minister zegt:
Je gaat dus ook mensen die veel minder ver gaan in hun uitspraken in dingen beperken.
Juist. Wat een kans voor het CDA om uiteindelijk te doen waar ze al zoveel jaren naar streeft: het volk de mond snoeren. Zodat de ‘ware gelovigen’ hun werk kunnen doen: alles bij het oude laten, de mensen wijzen op het belang van de moraal (gehoorzaamheid), zorgen dat mensen weten wat ‘hun plaats’ is in de wereldorde.
Ze mogen Fawaz van mij voor maanden opsluiten (na een gewonnen proces wegens doodsbedreiging), met zijn grijns en zijn slimme sofistische trucjes, maar zet hem dan bij Buma in de cel (hij is een anti-democraat, hij pakt mensen hun vrijheid af), met zijn hele en halve leugens, zijn hypocriete gedrag.
Die twee zullen het vast heel goed kunnen vinden.