Buenaventura Durruti, 1896-1936

Op 20 november 1936 overleed de Spaanse anarcho-syndicalistische activist en militair leider (een term waar hij zelf ongetwijfeld bezwaar tegen zou hebben gemaakt) Buenaventura Durruti aan de verwondingen die hij opliep tijdens de slag om Madrid. Het is nooit helemaal duidelijk geworden wie de dodelijke kogels afvuurde. Volgens historicus Anthony Beevor werd Durruti geraakt toen een machinepistool van één van zijn begeleiders per ongeluk afging, volgens Abel Paz werd hij het slachtoffer van een fascistische sluipschutter. Onderstaande korte biografische sketch hebben we overgenomen van het onvolprezen libcom. Het bij vlagen ietwat gezwollen taalgebruik moet je maar voor lief nemen.

Redactie Krapuul.

Het levensverhaal van een bijna mythische figuur tot een paar honderd woorden reduceren is geen gemakkelijke opgave. Zonder angst voor overdrijving kan worden gezegd dat Buenaventura Durruti in zijn persoon de moedige strijd van arbeiders en boeren in Spanje symboliseerde, en meer specifiek de geest van het Spaanse anarchisme.

Durruti wordt op 14 juli 1896 geboren als zoon van een spoorwegarbeider in Leon, een stad in Midden-Spanje. Op 14-jarige leeftijd verlaat hij de school om monteur in opleiding te worden bij de spoorwegen. Net als zijn vader sluit hij zich aan bij de socialistische vakbond UGT. Hij neemt actief deel aan de staking van augustus 1917, die wordt uitgeroepen nadat de regering een tussen vakbond en werkgevers afgesloten akkoord nietig verklaart.

De in eerste instantie lokale staking breidt zich al snel uit over het hele gebied. De regering schakelt het leger in en binnen drie dagen is de staking verpletterd: 70 arbeiders worden gedood en 500 raken gewond. 2.000 stakers worden gevangen gezet.

Durruti weet te ontsnappen naar Frankrijk, waar hij in contact komt met verbannen anarchisten. Hun invloed leidt ertoe dat hij na zijn terugkeer in januari 1919 lid wordt van de anarchistische vakbond CNT. Hij voegt zich bij de strijd tegen de dictatoriale bazen in de Asturische mijnen en wordt in maart 1919 voor het eerst gearresteerd. Durruti weet te ontsnappen en stort zich de daaropvolgende jaren op zijn werk voor de CNT en de anarchistische beweging.

Hij is betrokken bij verschillende stakingen en wordt gedwongen in ballingschap te gaan. Ongewild ‘exporteert’ de Spaanse regering daarmee de rebellie, als Durruti en zijn goede vriend Francisco Ascaso zich zowel in Europa als Latijns-Amerika storten op de vrijheidsstrijd.

In 1931 valt de Spaanse monarchie. Durruti verhuist naar Barcelona, samen met zijn Franse levensgezel Emilienne, die zwanger is van hun dochter Colette. Hij sluit zich aan bij de Iberische Anarchistische Federatie (FAI), een specifiek anarchistische organisatie. Samen met andere militanten vormen ze de groep ‘Nosotros’ [‘wij’, redactie Krapuul]. Nosotros bestaat uit radicale leden van de CNT, die zich geen illusies maken over de onlangs uitgeroepen Republiek, maar denken dat de tijd rijp is voor de sociale revolutie.

Met de verkiezingsoverwinning van het liberale/reformistische Volksfront in februari 1936 komen links en rechts op ramkoers te liggen. Op 19 juli 1936 volgt Franco’s militaire couppoging. CNT en FAI gaan de confrontatie met het leger aan zonder veel middelen, maar wél met moed, organisatievermogen en massamobilisaties – de Spaanse Revolutie.

Ondanks de fascistische superioriteit qua bewapening en hulpmiddelen zegevieren de anarchisten in een groot deel van Spanje. Dankzij hun bijdrage mislukt de fascistische coup. In Catalonië verslaan de anarchisten de opstandelingen zelfs in hun eentje, Durruti is één van de stoutmoedigste strijders in de slag om Barcelona. Zijn vriend Francisco Ascaso verliest in Catalonië zijn leven.

Op 24 juli vertrekt Durruti vanuit Barcelona, – waar het anarchistische doel van arbeiderszelfbestuur, directe democratie en vrijheid realiteit begint te worden – met een gewapende colonne richting Zaragoza, dat bezet is door de fascisten. Na harde gevechten weet de arbeidersmilitie – zonder officieren of andere militaire attributen – in harde gevechten met de veel beter uitgeruste reguliere troepen het front te redden.

Parallel hieraan steunen de anarchisten de sociale revolutie, o.a. via de oprichting van landbouwcollectieven in Aragon. De autoritaire leiders van de communistische en socialistische partijen raken hierdoor flink van streek. Zij zijn van mening dat de oorlog niet gewonnen kan worden als er tegelijk een sociale revolutie plaatsvindt. Ook zónder oorlog zouden deze types zich natuurlijk nooit in hebben gezet voor arbeiderszelfbestuur.

Na de bevrijding van Aragon wordt Durruti geïnterviewd door Pierre van Passen van de Toronto ‘Star’. “Voor ons”, zegt Durruti, “is het zaak het fascisme voor eens en voor altijd te vernietigen. Ja, dat ondanks de regering. Geen enkele regering ter wereld is bereid het fascisme tot de dood te bestrijden“.

Wanneer de bourgeoisie zich de macht ziet ontglippen, neemt ze haar toevlucht tot het fascisme om haar positie te handhaven. De liberale Spaanse regering had de fascisten lang geleden al onschadelijk kunnen maken. In plaats daarvan aarzelde het en sloot het compromissen. Ook nu nog zitten er mannen in de regering die de opstandelingen met fluwelen handschoenen aan willen pakken.

Durruti lacht: “Je weet maar nooit: de huidige regering zou deze opstandelingen ooit nog weleens nodig kunnen hebben om de arbeidersbeweging te verpletteren …”.

“Wij weten wat we willen. Dat er ergens ter wereld een Sovjet-Unie bestaat, ter wille van wiens vrede en rust de arbeiders van Duitsland en China door Stalin aan fascistische barbaren werden geofferd, interesseert ons niets. We willen revolutie hier in Spanje, nu, niet misschien nog eens na de volgende Europese oorlog”.

“Hitler en Mussolini maken zich veel meer zorgen om onze revolutie dan om het hele Rode Leger. Wij zijn een voorbeeld voor de Duitse en Italiaanse arbeidersklasse hoe om moet gaan met het fascisme.”

“Maar”, onderbreekt Van Passen, “ook als je wint zit je op een puinhoop”. Durruti antwoordt: “Wij hebben altijd in sloppenwijken en gaten in de muur gewoond. Wij kunnen ons wel een tijdje aanpassen. Want vergeet niet: wij weten ook hoe we moeten bouwen. Wij, de arbeiders, hebben deze paleizen en steden gebouwd, hier in Spanje en in Amerika, overal”.

“Wij, de arbeiders, kunnen andere bouwen om hun plaats in te nemen, én betere! Wij koesteren niet de minste angst voor ruïnes. We gaan de aarde erven, daar bestaat niet de geringste twijfel over. De bourgeoisie ruïneert misschien haar eigen wereld, voordat ze het toneel van de geschiedenis verlaat. Wij dragen een nieuwe wereld bij ons, hier, in ons hart. Die wereld neemt op dit moment vorm aan”.

Durruti belichaamde de gevoelens en doelen van de gewapende arbeiders, als een eigenaardig soort “baas” wiens belangrijkste privilege het was in de voorste linie te mogen vechten en wiens enige rang de achting was die zijn gelijken voor hem hadden. In november 1936 kwam er een einde aan zijn moedige leven. Op de 15e arriveerde Durruti met een troepenmacht van 1.800 man in Madrid om de verdediging van de stad te versterken, Zijn eenheid trok onmiddellijk naar de plek waar zich de hevigste gevechten afspeelden. Op de 19e werd hij getroffen door een kogel. Hij stierf bij zonsopgang op de 20e en werd twee dagen later begraven op de begraafplaats van Montjuich in Barcelona. Zijn doodskist werd vergezeld door 500.000 mensen die de rood-zwarte anarchistische vlaggen droegen (zie afbeelding hieronder). Het was de grootste begrafenisstoet ooit in Barcelona.

Joe King
Workers’ Solidarity Movement (Ireland)

Vertaling: Pyt van der Galiën

Uitgelichte afbeelding: De Cassowary Colorizations/Joel Bellviure – https://www.flickr.com/photos/cassowaryprods/50078733188/, CC BY 2.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=95400923