Armoede is een groot probleem in Nederland. Mogelijk zitten we straks met meer dan een miljoen mensen met problematische schulden. Dit zijn schulden die je zelf niet meer kunt oplossen en die de samenleving dus handenvol geld kosten. Armoede is een dure hobby.
Uit armoede komt veel ellende voort: stress, echtscheidingen, ziekte, isolement, schaamte, verslaving, criminaliteit. Mensen gaan er slechter door functioneren, maken beslissingen waarvan ze de gevolgen niet kunnen overzien en komen dan van de ene ellende in de andere. Zo verdient Marja 1300 euro schoon in de thuiszorg. Per saldo heeft ze dan nauwelijks meer te besteden dan Loes die in de bijstand zit. Dan gaat de wasmachine kapot. Je kunt dan een nieuw wrak halen uit de kringloop voor 100 euro, wetende dat die machine en energie slurpt en veel water verbruikt of je koopt een nieuwe, zuinige. Marja koopt een nieuwe. Op afbetaling want geld om te sparen heeft ze niet. En zo wordt die zuinige wasmachine toch heel duur en ben je als arme een stuk meer kwijt aan een goede wasmachine dan als rijke. Logisch, toch?
Zo mag je als je arm bent en in de bijstand zit, niet sparen. Raar maar waar. Stel je spaart van je 1000 euro in de maand 500 euro per jaar. Op zich al een prestatie. Het gevolg is dat je geen kwijtschelding krijgt van de gemeentelijke en waterschapsbelastingen. En dat is ook al gauw 500 euro. Er wordt dus niet meer gespaard en de schutting blijft liggen. Bijzondere bijstand voor die schutting is er ook niet want volgens de gemeente is de bijstand dermate hoog dat je voor praktisch alles kunt sparen. Heel logisch.
Nu heeft vandaag het CPB/SCP het rapport Kansrijk armoedebeleid gepubliceerd. Zo’n beetje alles wat je als overheid zou kunnen doen om armoede en kansloosheid het land uit te helpen, is keurig op een rijtje gezet en alles is doorgerekend.
Veel mensen zijn verbijsterd. Wat mensen in de bijstand al lang wisten, staat nu eens netjes zwart op wit: de overheid heeft de bijstandsuitkering sinds 2011 verlaagd. Geen wonder dat steeds meer mensen in de bijstand het ieder jaar weer moeilijker vinden om rond te komen.
De overheid doet aan een soort “Killing them softly” tot uiteindelijk alle (werkende) armen in de wurggreep van de schuldhulpverlening zijn. Waren er geen armen dan hadden een heleboel coaches, schuldhulpverleners en welzijnswerkers geen werk meer. De armoede-industrie tiert welig in dit land.
Waarom draait de overheid bij met name mensen in de bijstand steeds meer de duimschroeven aan? Dat is vrij simpel. De overheid vindt dat werk moet lonen. Ze kan dan of de lonen omhoog laten gaan of de uitkering naar beneden. Uiteraard is onder de kabinetten Rutte een loonsverhoging onbespreekbaar dus worden mensen in de bijstand steeds armer gemaakt. En dat arm maken gaat dubbelop. Mensen worden niet alleen maar steeds armer door regelingen vanuit de landelijke overheid, ook de gemeentes korten met graagte op regelingen voor de armsten, gehandicapten en zieken. Gemeentes die armlastig zijn schrappen zonder blikken of blozen bijvoorbeeld regelingen die bedoeld zijn om schoolkosten mee te betalen (basis- en middelbare school) de individuele inkomenstoeslag staat in vrijwel iedere gemeente ter discussie (want… stel je voor dat die luie bijstanders niet gaan werken vanwege die inkomenstoeslag….) dan hebben we nog de tegemoetkoming voor de armsten onder de zieken, de meerkostenregeling voor chronisch zieken en gehandicapten. Zoals bekend maken zieken in dit land veel kosten. Hun eigen risico moeten ze gewoon volledig betalen en over eigen bijdrages hebben we het maar niet. Deze regeling is in sommige gemeentes volledig weggesaneerd en in andere geminimaliseerd. De ziekteboete is daarmee weer ingevoerd.
Werk moet lonen en dus gaan de uitkeringen omlaag. Zit iets in, zou je zeggen, ware het niet dat er met de meeste mensen in de bijstand zoveel aan de hand is dat geen werkgever op hen zit te wachten. Zij zitten dus langdurig in de bijstand en worden ieder jaar armer gemaakt terwijl ze nooit meer aan het werk zullen komen. Levenslang tussen de kringloop en de Aldi en verder nergens aan mee kunnen/mogen doen. Besef dat.
Het treurige is dat het bepaald niet om een kleine groep binnen de bijstand gaat maar om het grootste deel van de bijstandspopulatie. Volgens het onderzoek “Langdurig in de Bijstand” van het CBS uit 2018 ontving 71 procent van de bijstandsontvangers eind 2016 langdurig bijstand. Eind 2016 ontving 47 procent van de langdurige bijstandsontvangers al 5 jaar of langer aaneengesloten bijstand. Tussen eind 2016 en 30 november 2017 is 5 procent van de personen die eind 2016 langdurig in de bijstand zaten uitgestroomd uit de bijstand. De vraag is hoe lang deze mensen aan het werk zijn gekomen. Meestal gaan ze tijdelijk de bijstand uit en keren ze vervolgens via de draaideur weer terug. De vraag is ook of ze er financieel op vooruit zijn gegaan. Die vraag is gemakkelijk te beantwoorden: door de armoedeval is de kans op financiële vooruitgang nihil. Kans op toeslagen-ellende is echter heel groot.
De mensen die langdurig in de bijstand zitten hebben te maken met allerlei soorten van ellende waardoor ze moeilijk bemiddelbaar zijn naar werk. Ze zijn vaak laag-opgeleid, hebben een slechte gezondheid, veel psychische problemen etc. Het is niet zo dat ze niet aan het werk willen, nee, het zijn niet-kunners.
Rest de vraag wat we met deze mensen moeten. Het is ingewikkeld. Er zijn veel knoppen om aan te draaien. Maar er is maar één ding helder: ieder jaar die uitkeringen nog verder verlagen leidt tot nog meer armoede.
Als de verlaging van de bijstand al volgend jaar zou stoppen in plaats van in 2035 – zoals nu de bedoeling is – dan lopen mensen in de bijstand bijna 50 procent minder risico op een leven in armoede.
Dat is een cijfer waar je stil van wordt.
Armoede is iets waar de samenleving iets aan kan doen, als ze dat wil.
Armoede is het gevolg van politieke keuzes.
En armoede heeft alles te maken met ethiek.
Fatsoen moet je doen.
Omdat het kan.