Ik kwam nog een stukje info tegen over miljonairs in Nederland – en sorry, maar dat moet er even uit. En ja, het is wéééér Joods leven in Amsterdam. Maar dat komt door die veel te mooie docu van Sandra Nesjomme, ik bedoel Sandra Beerends waar we vorige week tot ons grote genoegen heen waren. Ik had die avond wat reserves – nou, geen spoor meer!
Ik zal zo de miljonair noemen waar dit om gaat, maar eerst even de aanloop, om het spannend te maken:
– Loe Lap:
na de oorlog was landelijk de bekendste dumphandelaar Loe Lap, pal tegenover Tuschinski in Amsterdam. Ik kocht er wel eens wat en heb hem wel eens gesproken. Gewoon een aardige, wat melancholieke man – nu weet ik uiteraard waarom.
– Tuschinski:
Dat was bekend, maar ik kwam er ongeveer één keer per week in de jaren ’67-’68. Je had er toen nog een fantastisch orgel dat uit de orkestbak oprees en er was levend variété. En dat voor 2 gulden 50.
– Nöggerath:
Bioscoop vlak naast Tuschinski, nu erin opgenomen. Ik kom er niet achter of de oprichter – die de grootste Nederlandse filmpionier genoemd wordt – Joods was of niet. Hij was daarvoor banketbakker in Keulen.
– Hotel Caransa:
De Joodse Maup Caransa werd de koning van het Rembrandtplein na de oorlog, samen met onderkoning Frits Schiller (niet Joods).
– Synagoges:
de Portugese en de Duitse, 400 m van het Rembrandtplein, en dan nog iets verder maar ook in de Jodenbuurt de Uilenburger sjoel. Nu is de Duitse het Joods Historisch Museum en de Auschwitzherdenking (zondag 26 jan dit jaar!) is 400 m verderop, en daar is ook de Hollandsche Schouwburg, bekend van Louis Davids en Herman Heyermans.
– De Doofpot:
Dat was het cabaret van Max Tailleur op het Rembrandtplein. Hij monopoliseerde de humor na de oorlog. Ik ben er nooit geweest maar ben nog altijd fan van MT. Later trok Dorus (Tom Manders) daarin, nogal flauw naar mijn smaak.
Nu dan de clou.
Max Tailleur werd flink miljonair door zijn grappen. Hij had chronische arthritis en trad daarom niet meer op vanaf 1970. Het jaar daarop begon hij de Geinlijn – een telefoonnummer met elke dag een nieuwe grap, voor 20 cent. In 1979 belden wij allemaal hem 8 – acht – miljoen keer… Ehhh: dus leverde hem dat ƒ 1,6 miljoen op dat jaar, dus ƒ 666.666,66 per maand. Dat is dan weer ƒ 22.000 per dag. dat is dan weer ƒ 900,00 per uur, ƒ 15,00 per minuut. Van zijn boeken werden 1,6 miljoen stuks verkocht.
Max had een villa in Nice – en niemand zeurde daarover. Wat voor auto hij reed weet ik niet, maar absoluut geen Mercedes, eerder een dikke Amerikaan. Zijn vrouw en hij hadden geen kinderen. Hij stierf op 91-jarige leeftijd in Amstelveen.
Acteur-regisseur Helmert Woudenberg, kennis uit mijn schooltijd in Hilversum, zoon van een SS’er, maakte een toneelstuk over hem op basis van zijn lijfspreuk: ‘Ik lach om niet te hoeven huilen‘.
Er zijn zo’n 60 Amsterdamse Tailleurs vermoord. We zullen hen herdenken op Auschwitz-dag, zondag 26 januari. Om 10 uur samenkomst in het Stadhuis, dan stille tocht, dan 11:30 herdenking Wertheimpark, Auschwitzmonument.
Laten we hopen dat Bosma NIET komt.
– Uitgelichte afbeelding: Door Arthena – Eigen werk, CC BY-SA 4.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=3267929