Anticonceptie onder dwang

In januari 2020 werd nieuwe wetgeving van kracht waardoor het mogelijk werd om vrouwen te verplichten anti-conceptie te gebruiken. Zij worden ongeschikte moeders geacht. Is deze wetgeving een uiting van misogyne vooroordelen, of is het een ultiem middel om kinderen te beschermen tegen verwaarlozing, misbruik en geweld?

In het online tijdschrift voor zorg en welzijn maakt Yvonne van Osch, na ruim anderhalf jaar, de balans op van deze nieuwe wet. Minstens 6 vrouwen werden krachtens oordeel van de rechter gedwongen tot het gebruik van anticonceptie.

In feite is er sprake van 2 nieuwe wetten. De nieuwe Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Hierin worden voorwaarden geregeld voor vrouwen met ernstige psychische problemen binnen de GGZ. De Wet Zorg en Dwang heeft betrekking op personen met een verstandelijke beperking. Gedwongen anticonceptie volgens deze laatste wet is nadrukkelijk in strijd met het VN-verdrag voor gehandicapten, want hen wordt zo het recht op gezinsvorming ontnomen, aldus Xandra Koster die eerder voor Iederin werkte aan de implementatie van dit VN-verdrag bij o.a. de gemeenten.

Hoe konden deze wetten er komen?
De discussie over gedwongen anticonceptie wordt al een aantal jaren met tussenpozen gevoerd. In Rotterdam was Hugo de Jonge in zijn rol als wethouder er al voor samen met Leefbaar Rotterdam. Daarnaast ijverde oud kinderrechter Cees de Groot al geruime tijd voor invoering voor gedwongen anticonceptie voor wat hij ongeschikte ouders acht. Toen hij in oktober 2020 een petitie aanbood aan de Tweede Kamer, volgde de wetgeving al snel. Het leidde bij Stevo Akkerman tot de volgende overweging:

Alles wat gedaan kan worden om de voorspelbare ellende van kinderen te voorkomen, moet worden gedaan, en er zijn goedlopende projecten voor anticonceptie. Maar dwang? Ik ben er niet voor, al valt het niet mee ertegen te zijn.

Zijn inschatting dat het niet vóór 2024 een feit zou zijn is niet waar gebleken.

Niet nieuw
Ingrijpen in het recht van vrouwen om kinderen te krijgen en ze te mogen opvoeden, is in de geschiedenis niets nieuws. Van verplichte sterilisatie van vrouwen met een geestelijke beperking tot verplicht afstaan van je baby voor ongehuwde vrouwen en eugenetica toegepast in de tweede wereldoorlog. Het is allemaal al eerder gebeurd.

En juist die geschiedenisachtergrond roept vragen op over de huidige nieuwe regels en het gevaar dat vooroordelen en misogynie kunnen leiden tot verkeerde beoordelingen en zelfs misbruik van de wet.

Het lot van kinderen is volledig in handen van volwassenen, van hun ouders en de systemen waarin zij leven. Het is van belang dat kinderen veilig kunnen opgroeien en wanneer het handelen van hun ouders zelf de onveiligheid is wordt, in Nederland, indien mishandeling en misbruik in zicht zijn, van buitenaf ingegrepen.

Wat zijn de waarborgen dat de rechter juist beslist?
Dit gaat niet in alle gevallen goed, want ook de jeugdzorgketen kan uitmonden in uiterst onveilige situaties voor kinderen. Daarbij kan sprake zijn van gebrek aan waarheidsvinding en neutraliteit, gebrek aan deskundigheid en regie enzovoort waardoor het mogelijk wordt dat een rechter op basis van gebrekkige informatie onjuiste beslissingen neemt.

Zeker in het geval van gedwongen anticonceptie, wat een ernstige inbreuk is op de integriteit van een vrouw, moeten alle mogelijke fouten worden uitgesloten. Een dergelijke dwang brengt vrouwen psychische en lichamelijke pijn. Hoe kun je de vraag beantwoorden of deze vergaande ingreep terecht is? Zijn er voldoende waarborgen dat de juiste afwegingen zijn gemaakt, zijn alle andere middelen uitgeput? En is deze maatregel wel effectief? Wordt het juiste middel gebruikt om de kindermishandeling te voorkomen?

Naar het oordeel van het College voor de Rechten van de Mens is dit niet het geval en is het daarom vanuit het oogpunt van mensenrechten onaanvaardbaar.

  • Uitgelichte afbeelding: Door User:Ciell – Eigen werk, CC BY-SA 2.5, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=1620643