Er was eens een land,
een arm land, vol spullen, auto’s, en wegen, en gebouwen die je uitzicht belemmeren.
Een land wat rijk was aan arme mensen, maar wat daarnaast ook barstte van de rijke mensen, en het leek wel alsof die rijke mensen nog meer spullen hadden dan de rest bij elkaar. Maar toch was het een arm land, want er was nauwelijks liefde, en je was wel vrij om te doen wat je wilde, maar alleen als je netjes werk had, niet raar deed en precies hetzelfde wilde als je buurman.
In de industriële wastelands om de grootste stad van dat land, verkommerde een verlaten haven. Een haven met een droogdok, om schepen te repareren.
Ooit had de stad heel veel geld in die haven gestoken, want in de haven werkten mensen, en iedereen weet dat het alleen goed gaat met mensen die elke dag precies op tijd opstaan, nog net voordat ze genoeg geslapen hebben, om heel snel door druk verkeer naar een plek te gaan waar een baas ze beveelt wat ze de hele dag moeten doen, ook al hebben ze er geen zin in.
Dat is goed voor mensen.
– Luister en lees verder bij Grutjes