Altijd 25 april, altijd

María de Medeiros, die u wellicht of waarschijnlijk kent uit Pulp fiction heeft de film Capitães de Abril gemaakt, waarin de militairen (kapiteins, de hoogste rangen deden niet zomaar mee) de hoofdrol spelen.
Hier een sleutelscène, het is wel handig als u Portugees verstaat maar om te begrijpen wat er gebeurt en het drama te zien is het niet per se nodig.

Het is 25 april, de dag van het wonder van 1974. Het Portugese leger is het op alle niveaus zat een uitzichtloze oorlog te voeren in de Afrikaanse koloniën die niet zo mogen heten (“overzees gebied”, zo werden de koloniën door Nederland ook nog een tijd genoemd). Sommige officieren hebben zich ook nog verdiept in de gedachten en geschriften van “de tegenstander”, onder wie Amílcar Cabral, de vermoorde Che van Guiné-Bissau, en zien de dekolonisatie van Portugal zelf op zijn beurt (van Groot-Brittannië in de eerste plaats) en het morgenrood van het socialisme voor zich.

De grondwet van Portugal zegt nog steeds dat het land op weg is naar het socialisme. De huidige breed-linkse coalitie zou daar meer naar klinken dan menig regime daarvoor, maar de beperkingen in het keurslijf van euro, EU, IMF en NAVO zijn onoverkomelijk – ja, socialisme in één land zal niet gaan.

Maar in 1974 hadden “we” ter linkerzijde wel de opsteker nodig van nota bene militairen die een fascistisch regime ten val brengen. Ruim een half jaar eerder waren het militairen die de gekozen linkse regering in Chili bloedig omverwierpen om – dat kan natuurlijk wel – de neoliberale proeftuin-in-één-land in te richten. Toen de leiders van de sociaal-democratische en de communistische partij in Lissabon met open armen uit ballingschap werden ontvangen was het even oogwrijven: is dit echt? Het was echt – nog net op tijd, kan ik niet zonder ironie vermelden, om de 1-meivieringen in Nederland weer een positief tintje te geven.

Militairen die niet een ultrarechts regime instellen, integendeel, we hebben het bijvoorbeeld ook in Venezuela gezien. En de militairen die in 1980 in Suriname de macht grepen maakten gebruik van de retoriek die nog bekend was van Portugal, maar inhoud heeft deze niet gekregen. Militairen kunnen natuurlijk niet het kapitalisme aan de kant zetten. Een dergelijke “ingreep” kan wel de voorwaarden scheppen voor bewegingen van onderop, en die waren er volop in Portugal. Tot groeiend ongenoegen van de Internationale van de Bourgeoisie, die via een contrarevolutie op 25 november 1975 de weg naar de “normalisering” van Portugal bereidden. Toch kan ik u vertellen dat “wij” in de jaren zeventig de hoop zoniet de verwachting koesterden dat het niet bij Portugal alleen zou blijven. Ik schrijf dit in de tijd na en voor de vijftiende mei en Tahrir.
“De toekomst is van ons” stond er op een zuil in het bezette Maagdenhuis vorig jaar. Het had een Portugese leuze kunnen zijn, van “toen”.


Ook radioromantiek rond de revolutie: Rádio Renascença zond dit lied van José Afonso uit als signaal voor de opstand. Een staplied-canon in Alentijnse stijl, over een stadje in Alentejo dat het burgemeesterschap had afgeschaft omdat iedereen toch eigenlijk gelijk is.

1 gedachte over “Altijd 25 april, altijd”

  1. Pingback: Strijdlied du jour: Foho Ramelau | Krapuul

Reacties zijn gesloten.