Aanval op neo-liberalisme van 1798

In 1795 vluchtte stadhouder Willem V naar Engeland en stichtten de Patriotten, waarvan er duizenden uit ballingschap in Frankrijk terugkeerden, de Bataafse Republiek. Er volgde een periode met revolutionaire veranderingen. Zoals de afkondiging van de Rechten van de Mens en van de Burger (1795), de eerste parlementaire vergadering (1796), de scheiding van kerk en staat (1797) en de invoering van de eerste Nederlandse Grondwet (1798). Maar in Frankrijk kwam Napoleon Bonaparte aan de macht die een Europese veroveringsoorlog begon en ook steeds meer invloed op de Bataven kreeg. Onder Franse druk werd de grondwet in 1801 alweer ingrijpend gewijzigd en in 1806 maakte Napoleon van ons land een vazalstaat: het Koningrijk Holland. Zijn broer Lodewijk Napoleon introduceerde zich in een rede vanaf het bordes van het Paleis op de Dam met de onvergetelijke woorden

Ik ben uw konijn

en daarna viel er weinig meer te lachen. Temeer omdat Napoleon ontevreden was over de Nederlandse samenwerking en ons land in 1810 alsnog annexeerde.

Toen in 1813 Napoleon een gevoelige militaire nederlaag leed in Leipzig en Willem Frederik, de zoon van Willem V, naar Nederland terugkeerde, adviseerde hij

‘Oubli total du passé’.

Zand erover, nergens meer over praten, don’t mention the war. Er werden dus geen oude koeien uit de sloot gehaald en ook de lijken bleven in de kast. Een historicus noemde de periode 1795-1813 de ‘Franse Tijd’. en daarmee was de Bataafse Republiek effectief begraven. Er zal ook weinig over worden gesproken als straks de orangistische orgie losbarst van het 200-jarig bestaan  van het Koninkrijk der Nederlanden (sinds 1815).

Het Bataafse experiment

Ik verdiepte me in deze ‘vergeten geschiedenis’ naar aanleiding van het verschijnen van een dik geschiedeniswerk, Het Bataafse experiment. De bespreking staat inmiddels op Historiek.net. En hoewel er genoeg krapuliteiten in het Bataafse verhaal voorkomen had dat niet een stuk op Krapuul opgeleverd, wanneer ik in het boek niet Willem Ockerse tegen was gekomen.

Ockerse

Ockerse (1760-1826) was een Nederlands gereformeerd predikant, makelaar, politicus en vooraanstaande patriot. Hij was de hoofdauteur van de Staatsregeling van het Bataafsche Volk van maart 1798, de eerste Nederlandse grondwet. Hij keerde zich in die discussie tegen de Nederlandse ‘koopmans-geest’; tegen het neo-liberalisme dat pas 200 jaar later zou worden uitgevonden; tegen de VOC-mentaliteit.

Het was bijzonder onfortuinlijk, zo schreef hij, dat de natuur ervoor had gezorgd dat de Nederlanders niet van ‘den stillen vroomen landbouw’ konden leven en daarom genoodzaakt waren de kost te verdienen met ‘den woeligen en listigen koophandel’. De uit die omstandigheden resulterende ‘koopmans-geest’ had de Nederlanders een haast pathologische obsessie met hun eigenbelang gegeven, had ze ongevoelig gemaakt voor alles ‘wat belangeloos, edel en schoon is’ en had ze uiteindelijk ‘volkomen gecorrumpeerd’. De Nederlanders waren volgens Ockerse ‘aan de geldzucht verslaafd, van alle veêrkracht beroofd, zonder zucht voor ’t algemeen heil, zonder vaderlands ‘Enthusiasme’, zonder heldenmoed, zonder éénsgezindheid, de prooi hunner vijanden, de verachting hunner bondgenoten, en tot op de rand van hunnen ondergang gebracht zijn.

Het werd voor kennisgeving aangenomen. De Bataafse revolutionairen beseften dat er weinig te veranderen viel aan de ‘overwegend commerciële Nederlandse samenleving’.

VreemdelingenMaar het is zeer de moeite waard om de Staatsregeling van 1798 nog eens na te lezen. Niet alleen heeft ‘ieder Burger regt, om met zijne Medeburgers te vergaderen’, mag ‘ieder burger zijne gevoelens uiten en verspreiden’ en is ‘de pijnbank afgeschaft door de gantsche republiek’; ook ‘genieten alle Vreemdelingen alle zekerheid en bescherming’.

Maar dat is wel 215 jaar geleden.

9 gedachten over “Aanval op neo-liberalisme van 1798”

  1. Mooi Andreas! Dank voor dit zeer de moeite waard zijnde stuk. ;t Zou mooi zijn als Nederlanders zich wat meer voor de geschiedenis zouden interesseren en dan niet voor die zoals ie in lulverhalen op school wordt gepresenteerd….
    Trouwens: kent Schreibtischmörder Teeven de Staatsregeling van 1798 ook en dan met name de zinnen over ‘vreemdelingen’?

  2. @2 Niet alleen Teeven, ook Wilders vergeet opzettelijk dit hoofdstuk in zijn “joods-christelijke” traditie.

  3. De eerste Nederlandse grondwet erkende ook de rechten van Joden, katholieken en anderen die door de Republikeinse Nederduitsch-Hervormde Kerk in de verdrukking kwamen.
    Dat Lodewijk Napoleon het woord “koning” niet kon uitspreken is waarschijnlijk verdichtsel, de man heeft zijn best gedaan en als dank werd hij door zijn broer aan de kant geschoven en in de geschiedvertelling weggepoetst: we hebben het weer zo vaak gehoord de afgelopen tijd dat Willem I de eerste Nederlandse koning was…

    Wat belangrijk was (vernam ik door mijn eigen familiegeschiedenis): de immigranten van de decennia voor 1798 werden als Nederlander erkend. De vele inwijkelingen uit de Duitse gewesten, die zich bij uitstek hadden geweerd tegen de Pruisische bezetting eerder, werden beloond voor hun patriottisch verzet.

  4. Was Karel de Grote niet al koning (o.a.) in wat nu Nederland is, voor hij in 800 keizer werd?

  5. @5
    Wat nu Nederland is kende uiteraard eerder monarchen, maar die waren niet speciaal monarch over wat later Nederland zou zijn.

    Dat is een van de vele schizofrene trekjes van “vaderlandse” geschiedenis: die speelt zich zeker tot 1566 voor een flink deel af in wat nu België heet en een deel van het huidige Frankrijk.

  6. De gastvrijheid voor vreemdelingen in de grondwet was ook te danken aan het feit dat veel van de samenstellers ervaringsdeskundigen waren. Ze waren, uit angst voor Willem V en zijn trawanten, meestal naar Frankrijk uitgeweken en kenden het leven in ballingschap.

  7. “tegen het neo-liberalisme”

    Een volstrekt anachronistische kop. De patriotten en revolutonairen in die tijd waren eerder de liberalen, die tegen zaken als monopolies (zoals de VOC) en gildes waren. Het verbod op gildes van 1791 in Frankrijk ging zo ver dat vakverenigingen ook onmogelijk werden. Je kunt niet zomaar shoppen in de geschiedenis om je eigen standpunten te verdedigen, daar is geschiedenis te complex voor. Of je nu voor of tegen Balkenende bent.

  8. @8
    Ja dat klopt natuurlijk maar zo serieus vakhistorisch is de kop natuurlijk niet bedoeld – er was nauwelijks liberalisme, laat staan neo- in 1798.

    Wat de schrijver volgens mij bedoelt is, dat de eerste Nederlandse grondwet van 1798 anno nu een goed wapen tegen het zogenaamde neoliberalisme zou zijn.

Reacties zijn gesloten.