En weer ligt stichting Max Havelaar en zijn directeur onder vuur. Deze keer gaat het niet om de reisjes naar verre landen of het salaris van Peter d’Angremond. Maar om de uitgangspunten van de stichting die als organisatie zich zelf meer bedruipt dan menig ander vergelijkbare organisatie. De organisatie heeft nogal last van wat ook wel de Label Business wordt genoemd. Peter d’Angremond zet zoals gebruikelijk bij elke kritiek op hem en de organisatie grote vraagtekens.
Ook nu heet het: “we zijn hard aan het werk, ik kan niks met de kritiek”. De hoge kosten van het Max Havelaar-merk moet je voor lief nemen als bewuste consument zo lijkt hij te willen communiceren.
Dat door deze houding alle fairtrade-keurmerken een slechte naam dreigen te krijgen interesseert hem weinig. Tijd om je af te vragen of je zo nodig een Verkadereep met Fairtradewikkel in de aanbieding bij de Vomar moet kopen.
Nico Roozen, directeur van Solidaridad en in 1988 geestelijk vader van Max Havelaar, ziet al jarenlang met pijn in het hart toe hoe het keurmerk zich vastbijt in bepaalde principes die volgens hem “meer ideologie dan realiteit” zijn. Al sinds eind jaren negentig roept hij op tot vernieuwing van het keurmerk, dat internationaal als Fairtrade wordt verkocht.
Consument betaalt voor het in stand houden van de stichting.
“Het Max Havelaar-systeem is extreem duur. In 2011 haalde Max Havelaar in Nederland voor 3,1 miljoen euro op voor de fairtrade-premies, terwijl de organisatie in Nederland 2,1 miljoen euro kostte. Dat is geen goede verhouding. De consument betaalt voor de verkeerde dingen. Ter vergelijking: de kosten van het Utz-keurmerk zijn een zesde van die van Max Havelaar.
Waarom ik geen Max Havelaar koffie drink (PDF) Een andere kijk op de Stichting.
In het artikel onder de laatste link staat: “Als de marktprijs onder de productiekosten daalt, maken de boeren verlies. Dat is natuurlijk heel vervelend, maar de mogelijkheid verlies te draaien is nu eenmaal een van de bekende risico’s van het ondernemerschap.”
Ja, dat is wel heel makkelijk geredeneerd. De onderliggende partij in het ‘vrije’ ondernemerschap wordt al honderden jaren gedwongen tegen of onder de kostprijs te produceren.
en d ubbel triest als tussenhandelaren en zg. ideele stichtingen er wel goed afkomen