De macht van revolutie, 200 jaar geleden

Napoleon2
Napoleon, na zijn abdicatie

Tijdens mijn verblijf in Duitsland kocht ik het boek Napoleons Hundert Tage van Günter Müchler. Na uitgebreid over de Tweede en Eerste Wereloorlog gelezen te hebben leek het me wel nuttig eens te lezen over de man die voor de grote Europese branden daarvóór verantwoordelijk was. Dit boek gaat over Napoleons verbijsterende terugkeer na zijn verbanning op Elba, en zijn uiteindelijke, definitieve nederlaag bij Waterloo.

Hij landde in Frankrijk bij Juan-les-Pins, met slechts 600 soldaten van zijn mini-keizerrijk op Elba. Maar hij had, terecht zo bleek, gerekend op zijn populariteit onder het volk en vooral bij het leger. De man was een inspirerend leider zoals weinig anderen geweest.

Diverse legereenheden voegden zich bij hem, en Louis XVIII (officieel moet je Lodewijk zeggen, maar de man heette natuurlijk Louis), de broer van de onthoofde Louis XVI, vluchtte, waarna Napoleon opnieuw de regering overnam.

Opmerkelijk genoeg installeerde hij niet echt een nieuwe dictatuur. Hij werd wel weer keizer genoemd, dat wel. Dat was al eerder de grote teleurstelling voor veel van zijn volgelingen geweest, toen hij zichzelf tot keizer kroonde. Immers, hij was toch de afsluiting van de anti-monarchistische Franse Revolutie geweest, daar was het toch allemaal om begonnen? Ludwig van Beethoven kraste destijds woedend de naam Bonaparte door boven de partituur van zijn derde symfonie, die aan Napoleon gewijd had moeten zijn, en herdoopte die tot Eroïca, ‘Heroïsche symfonie, gecomponeerd om de herinnering te vieren aan een groot Man’. Niettemin bleek de overtuigingskracht van één charismatisch persoon, zoals niet voor de laatste keer in de geschiedenis, van bepalend belang.

Er werd, nadat Napoleon in Parijs het bewind wederom had overgenomen, zowaar een parlementair twee-kamersysteem geïnstalleerd. De keizer mocht die weliswaar buiten werking stellen, maar voor begin 19e eeuw was het toch niet overdreven ondemocratisch. De rest van Europa durfde echter niet op deze nieuwe liberale aspiraties van Napoleon te vertrouwen, en Oostenrijk, Pruissen, Engeland en Nederland vormden een alliantie om Napoleon wederom ten val te brengen.

Je kunt je afvragen hoe nobel de motieven hiervoor waren, zoals je je dat bij vrijwel elke oorlog kunt afvragen. Natuurlijk was angst voor de man die ooit het overgrote deel van Europa onder controle had gerechtvaardigd, maar Napoleon was vooral opgekomen als product van de Franse Revolutie, tegen monarchieën en adellijke elites gericht, en deze alliantie was er wel een van traditionele monarchieën. Was het misschien niet ook een actie die erop gericht was om het oude establishment weer in ere te herstellen? Ook in Nederland was er immers net weer een monarchie geïnstalleerd onder auspiciën van de geallieerden, onder Willem I, die, zelfs als je dat soort erfelijke systemen aanhing, niet echt een rechtmatig opvolger van het Huis van Oranje was. Ook deze figuur benoemde zichzelf na verloop van tijd trouwens tot koning, wat hij aanvankelijk toch echt niet was.

Ook in Frankrijk zelf waren de geesten over Napoleon zeer verdeeld, vooral onder politici en het volk. En dat maakte het grote verschil met zijn eerste opkomst, toen men smachtte naar orde en rust, na de tirannie en terreur van de revolutionairen (die wat dat betreft wel een goede illustratie vormen voor collega J. van den Heuvels afkeer van revoluties). Nu echter leek het land eindelijk in min of meer rustiger vaarwater gekomen te zijn toen Napoleon ineens weer de kop opstak.

De man was geen omhooggevallen adellijk type met dwaze fantasieën zoals  Keizer Wilhelm II, geen dolle hond zoals Hitler, maar had een goede opleiding gehad, veel gelezen en had wel degelijk zeer goed en diep nagedacht over hoe een land bestuurd moest worden. Zoals zovelen werd hij later echter dronken van de macht.  Alhoewel hij ongetwijfeld zeer veel leed en slachtoffers veroorzaakt heeft met zijn vele oorlogen (ik stond ervan te kijken dat er ook in die tijd al tienduizenden doden konden vallen in één veldslag) zijn het wel degelijk Napoleons wetten geweest die in veel landen de basis hebben gelegd voor onder andere gelijkheid van iedereen voor de wet, toegankelijkheid van bestuurlijke en militaire beroepen voor iedereen, behoorlijk financieel bestuur en verantwoording ervan. Ik heb hier ook een boek over de geschiedenis van Limburg, en je kunt wel stellen dat dat gebied tot aan de Franse overheersing een soort Balkan was, het verkeerde werkelijk eeuwenlang in een bijna voortdurende staat van oorlog en onrust.

Battle_of_Waterloo
Slag bij Waterloo

Indirect, en na een hoop ellende, heeft de Franse revolutie toch wel degelijk gebracht wat het oorspronkelijke doel ervan was, en dat kon alleen gebeuren doordat die revolutie breed gedragen werd door het volk, zoals Mary McCaffery betoogde. Onder andere door het gebrek aan die steun mislukte Napoleons tweede staatsgreep dan uiteindelijk ook, net zoals Che Guevara’s avontuur in Bolivia, alhoewel sterk betwijfeld moet worden of Napoleon het tegen de alliantie uit had kunnen houden, ook al had hij het hele land achter zich gehad.

Maar uiteindelijk kun je het volk dus niet in bedwang houden als dat volk dat echt niet meer wil. De periode van overgang is altijd een gevaarlijke en je weet niet waar het uit gaat komen. Napoleon zelf had dan ook een grote weerzin tegen de massa en het ongecontroleerde gevaar ervan. Maar ook hij moest vaststellen dat zelfs hij zonder de steun van het volk in elk geval niets kon bereiken.

1 gedachte over “De macht van revolutie, 200 jaar geleden”

  1. Pingback: Back in the USA (2/2) | Krapuul

Reacties zijn gesloten.