Vluchtelingenkamp Osdorp: ‘Het enige dat we hebben is onze naam’


Op een veldje aan de rand van Amsterdam bivakkeert sinds enkele dagen een groeiende groep vluchtelingen. Eerder stonden zij in de tuin van de Amsterdamse diaconie. De vluchtelingen vallen tussen wal en schip omdat ze noch kunnen blijven noch kunnen gaan. Al enkele maanden vragen ze via straatacties aandacht voor hun probleem. Het tentenkamp is al even erbarmelijk als hun eigen positie, alhoewel dat enigszins wordt verlicht door de hulp van omwonenden en activisten. 

Door Sjerp van Wouden

De mensen aan de Notweg van Amsterdam zijn gevangen in een soort legale limbo. Door een vreemde constructie in de wet mag een groot deel van hen zowel niet in Nederland blijven, als dat ze ook het land niet uit kunnen. De overheid weigert hen ondertussen fatsoenlijke opvang te geven. Anderen wachten al zeer lang op een beschikking van de Immigratie en Naturalisatie Dienst (IND). Maar allemaal zijn ze gevangen in de mallemolen van de Nederlandse immigratiebureaucratie. Velen leven op straat of in halfbakken opvangen. Volgens Kerk in Actie leven in Amsterdam in ongeveer 15.000 ongedocumenteerde migranten.

Het tentenkamp in Osdorp is niet het eerste kamp, en zal waarschijnlijk ook niet de laatste zijn, helaas. Zo was er in mei al een kamp in Ter Apel. Op het moment is er ook een kamp in Den Haag waar met name Irakezen bivakkeren. In Den Haag is ook al een straatdemonstratie geweest in solidariteit met de actievoerende vluchtelingen. Ook in Amsterdam vond begin september een kleine solidariteitsactie met ongedocumenteerde migranten plaats. De belangrijkste acties worden echter gevoerd door de vluchtelingen zelf. Dat deze groep uit de onzichtbaarheid gestapt is, is een stap vooruit omdat zo het probleem op de politieke agenda gedrukt wordt.

Op 4 september verzamelde de groep die nu aan de Notweg staat zich bij het Wereldhuis van de protestantse diaconie in Amsterdam. De aanwas van de groep groeide echter de diaconie boven het hoofd dus moesten de vluchtelingen uitwijken naar een andere locatie. De voorzieningen die de diaconie had, zijn er op de Notweg echter niet – daar is helemaal niets. Sanitair is altijd zeer belangrijk. Een solidaire buurtbewoner stelde het zijne beschikbaar, maar ook dit was natuurlijk niet 24 uur per dag. Buiten die tijd om moesten de vluchtelingen zich behelpen met een emmer achter een schotje. En de tenten lekten en zakten in.

Op vrijdag gingen vluchtelingen en activisten, onder wie IS’ers, hiermee aan de slag. Gedurende de dag kwamen meer mensen; tegen de 40 zouden er overnachten. Voorzieningen waren dus harder nodig dan ooit, ook gezien het verslechterende weer. Daarom is gewerkt aan een ietwat afgesloten latrine (zie foto), zijn tenten verstevigd, is een aparte vrouwentent opgezet, en zijn meer schuilplaatsen gemaakt.

Lokale bakkers en groentewinkels werd verzocht hun overschotten af te staan. Aan het eind van de dag kon dit echter al, dankbaar, afgezegd worden: solidaire buurtbewoners hadden zoveel eten gebracht, dat een overschot dreigde. Dat weerhield kranten niet om te schrijven dat ‘sommige’ buurtbewoners last hadden van het kamp. Maar op het kamp houdt men het zo rustig mogelijk, en niemand uit de buurt is komen klagen. Integendeel, er zijn slechts steunbetuigingen binnengekomen.

Het is mooi dat er veel eten is. Met de lekkere Somalische thee kan het zelfs wat gezellig worden, ondanks de taalbarrière.

Maar het is een grove schande dat vluchtelingen tot deze extreme acties moeten overgaan om zelfs maar duidelijkheid te krijgen over hun situatie. Dit tentenkamp is net als de andere een wanhoopskreet. Er moet een oplossing komen. Die gaat niet zozeer over het verhelpen van de erbarmelijke omstandigheden van het kamp. Er moet zo snel mogelijk een werkelijke oplossing komen voor deze hele groep uitgeslotenen. Wat ons betreft is dat een simpele: geen mens is illegaal, alle vluchtelingen zijn welkom.


Mahmoud: ‘We zijn geen criminelen’

Op de actie spraken wij met een van de organisatoren van het kamp, Mahmoud Mohammed Abdelsarif uit Somalië. 

Wat zijn jullie hier aan het doen?

We zijn hier onze huizen aan het bouwen. We staan buiten de opvangcentra, buiten het systeem hier in Nederland. Dus moeten we voor nu deze tenten gebruiken als onze huizen. We zijn bang voor de aankomende winter, dat is nu een groot probleem voor ons.

Veel mensen zullen gehoord hebben over dit kamp en zich afvragen: wat kunnen we doen om te helpen? 

Ten eerste waardeer ik het enorm dat veel Nederlandse mensen ons komen helpen. Een boel mensen uit de omgeving helpen ons en kennen ons. Jullie hebben ons ook geholpen, dat waarderen we. Ik hoop dan ook dat nog meer mensen komen helpen. Wat we nu nodig hebben zijn meer tenten, dekens, slaapzakken, eigenlijk alles dat ons tegen de winter kan beschermen.

Maar mensen kunnen ons ook goed steunen door te gaan praten met de politici, om onze situatie aan de kaak te stellen. We zijn geen criminelen, we zijn geen slechteriken. We willen graag dat de Nederlanders snappen dat we goede mensen zijn, rustige mensen, we houden niet van problemen of herrie. Dus dat is wat we nodig hebben, dat de regering en de politici duidelijk wordt gemaakt dat we hier zijn en dat we in deze situatie zitten zonder enige reden.

Hier zijn ook een boel vrouwen, en wellicht straks ook kinderen, dus in deze omstandigheden kunnen we niet lang blijven, niet in de winter. Een grote steun zou zijn als de Nederlanders zouden gaan praten met de regering, de politici, de IND, over dat er een boel mensen dood gaan op straat hier in Nederland, in dit ‘mensenrechtenland’, voor niets eigenlijk, zonder enige reden. Omdat we vluchtelingen zijn krijgen wij niets. Het enige dat we hebben is onze naam.

Toen je naar Nederland kwam had je een beeld van wat het was, hoe het eruit zag en hoe je behandeld zou worden. Hoe vergelijkt dit hiermee? 

We hoorden via de media, van de TV, dat Nederland een goed land is, een democratisch land, een mensenrechtenland. Maar nu zijn we hier in deze situatie en dat past bepaald niet in dat beeld. Dit is echt een heel lastige situatie. Ik wil niet dat ze ons hier weghalen. Want weet je, àls we dan naar een ander land gaan, dan sturen ze ons terug hier naartoe. Omdat we al in Nederland een procedure hebben lopen. Terug in Nederland accepteert de overheid ons ook niet. We zitten dus vast in het systeem en kunnen nergens heen.

Toen ik hier kwam, hebben ze ons zonder enige aanleiding in een gevangenis gestopt. Omdat we vluchtelingen zijn hebben we niets om ons mee te beschermen. We hebben wel genoeg bewijs voor onze zaken en nationaliteiten, we hebben documentatie. Maar de overheid mag ons gewoon niet, ik heb geen idee waarom. Tegelijkertijd hebben zij de sleutel naar de oplossing, zij weten de antwoorden op de vele vragen. Ze kunnen alles makkelijk oplossen, maar ze willen het niet oplossen, en ik weet niet waarom.

Als je een bijdrage wilt leveren aan het inrichten van het kamp aan de Notweg, mail dan naarinfo@socialisme.nu

Verscheen eerder op socialisme.nu. Auteur: Sjerp van Wouden

1 gedachte over “Vluchtelingenkamp Osdorp: ‘Het enige dat we hebben is onze naam’”

  1. Burgemeester Eberhard van der Laan brengt deze week een bezoek aan het tentenkamp om zich op de hoogte te stellen van de situatie daar. ‘Hij gaat op een rijtje zetten wie daar zitten en waarom ze daar zitten’, aldus zijn woordvoerder.

    ( is die man dom ofzo?)

    De gemeente levert geen voorzieningen, zoals wc’s en douches, voor de vluchtelingen. De manifestatie is aangemerkt als een demonstratie. De gemeente kan naar eigen zeggen niet bij de vele demonstraties in de stad elke keer voor voorzieningen zorgen. ‘Daarom zijn we er uiterst terughoudend mee.’

    ( Ja, de Volksgezondheid zal wel in gevaar komen of zoiets)

    Voorpagina Volkskrant.

Reacties zijn gesloten.