Willem Schinkel, moet ik eerlijk zeggen, heeft mijn hart gestolen met zijn Denken in een tijd van sociale hypochondrie – een proeve van kritische theorie in een land waar de Academie verder al helemaal geen gedachten van enig belang meer produceert.
Het is een beetje schrikken, zo’n professor – hij is geboren in een jaar waarin ik volop voor de Revolutie in touw was. Maar ik ga zeker geen gerontocratische beschouwingen aan zijn werk besteden, voor het geval hij daar bang voor zou zijn, hetgeen ik betwijfel.
Omdat knip&plak niet werkt even wat zelf eerlijk overgetikte hoogtepunten:
Het Nederlandse politieke bestel ruikt naar rottend vlees.
Die ideologie van ‘er is geen ideologie meer’: dat is eigenlijk de laatst overgebleven ideologie.
Stel je voor: de leider van de Socialistische partij wil dat deze economie zo spoedig mogelijk weer door kan gaan. Ik zou het normaler vinden als de leider van de Socialistische Partij een heel ander soort economie zou nastreven – een socialistische economie bijvoorbeeld. Maar de SP vindt (..) precies hetzelfde als D66. D66, dat is typisch de partij van de niet-ideologische politiek. In feite zijn alle partijen in meer of mindere mate D66 geworden [misschien met de Partij voor de Dieren als uitzondering].
Misschien was het probleem van de grote verhalen wel dat ze niet groot genoeg waren.
Lezen nu het nog kan [pdf].
Kennelijk moet je zelf een hypochonder (ziekelijke zwaarmoedig) zijn om een boek te kunnen schrijven dat “Denken-in-een-tijd-van sociale-hypochondrie ” heet. Gezien zijn uitspraken is de schrijver Willem Schinkel er dan ook een en ziet hij totaal geen uitweg meer…
Mij te negatief, te emotioneel maar vooral té eenzijdig denkend…
Beterschap, is het enige dat ik Willem Schenkel toe kan wensen….!
Iets te lang voor een column, lijkt me, want daar doet het me sterk aan denken. Observaties die je tot nadenken stemmen, maar geen diepgravende analyse over het ‘hoe en wat’ van het gebrek aan politiek.
P.S.
Fantastische foto bij het artikel. Er zijn nauwelijks politieke verschillen meer, terwijl tegen de achtergrond van hypermoderne gebouwen, vrouwen in traditionele gewaden lopen en een man staat die waarschijnlijk geitenwollen sokken draagt.