Lief Dagboek,
Gisteren was weer zo’n zondag dat ik gezellig moest doen met Krisztina. Weet die na bijna twintig jaar nu nog steeds niet dat ik niet gezellig bén?
Het begon met de gekookte eitjes bij het ontbijt. In de design eierdopjes, die ik haar in een moment van kadozoekwanhoop in het eerste jaar van onze verkering eens gegeven heb. Ik doe normaal gesproken om te beginnen niet eens aan ontbijt.
Daarna samen op de bank met een kopje thee Buitenhof kijken. Dat is dus gewoon wérk voor mij, maar goed. Zelfs voor Buitenhof was dit een saaie aflevering. Af en toe krijg je daar die weliswaar vreselijk linkse Polak, maar het mens stelt goeie vragen en weet tenminste wél hoe je een interview een beetje levendig houdt. Vandaar dat ik ook wel link uitkijk om me daar ooit te vertonen.
Toen bleek het ook nog koopzondag te zijn. Dus zonder pruik en mét zonnebril naar buiten. Op koopzondag wil Krisztina altijd gaan kijken in allerlei kledingzaken, echter zonder iets te kopen. Kijkzondag zou een betere term zijn in haar geval.
“Wat denk jij, Keert?” vraagt ze dan steeds, een jurkje of truitje ophoudend dat haar twintig jaar geleden goed gestaan zou hebben, terwijl we godverdomme afgesproken hebben dat ik Denny heet als ik incognito ben. Die naam past bij mijn kale kop, en de spijkerbroek en het T-shirt die dan draag. Niks krijg ik erin bij haar.
Weer thuis nog even met een Fristi op de bank voetbal gekeken. Morgen weer het Catshuis, blèèèèèh!
Hier Soit – Sot.