Ontwikkelingshulp als imperialisme

Het is even een blik terug in de internettijd: dit schreven de makkers van Doorbraak, toen nog De Fabel van de Illegaal of nog anders (?) in 1991 over “ontwikkelingshulp”. Daar ging Pronk toen nog over, die heeft het ongeveer uitgevonden – zeker het subsidiecircuit waarmee de door gedreven vrijwilligers op gang gebrachte en gehouden Derdewereldbeweging werd ingepakt en gesociaaldemocratiseerd. Ik zal altijd geneigd zijn hier negatief over te spreken en schrijven – een van hen was ik. Een van die niet-gesubsidieerden die hoopten de wereld wat beter te maken door op eigen kosten met vervelende politici te bellen en diep in de nacht te stencilen – en terwijl ik het tik besef ik dat het nog steeds zo is (ontmoedigend? ach, het gaat om het streven). Het bellen is vervallen evenals het stencilen, maar verder…

Op de een of andere manier is het idee ontstaan – en dit dateert al van voor het verdwijnen van “imperialisme” uit het vocabulaire ook bij “links” – dat “ontwikkelingshulp” arme mensen helpt. Nou valt dat reuze mee. Die duizend dollar waarmee je een kind in Afrika zou kunnen redden komt echt niet uit de pot van Knapen. Vreemd genoeg zijn er van de nieuwste jaren geen verhalen te vinden over het imperalisme van de ontwikkelingshulp. Er is geen lopend debat over. Teresa Hayter’s boek over het imperialisme van de ontwikkelingshulp is al tientallen jaren oud.

Van twee kanten kan nu de indruk gewekt worden dat snijden in “ontwikkelingshulp” ten koste van “de armen” gaat.

Natuurlijk, als Wilders het eist zal dit ook wel zo zijn. Dat is zijn taak als ondersteplank-VVD’er. Het is alleen de vraag of die armen zich inderdaad in de “Derde Wereld” bevinden. Blijkbaar is het nog te vroeg om te weten waar het miljard weggesneden zal worden. En de pijn zal zeker aankomen bij de aan missie en zending verwante organisaties die nog enige binding met het CDA hebben. Maar dat noemen ze toch “hervormingsbeleid”?