Compassie. Invoelendheid. Mededogen. Oordeelvrij zijn, een milde blik. Voor de bouddhiste in mij zijn dat essentiële kwaliteiten en na alle demonstraties, acties, blokkades, petities, persberichten, lezingen en info-avonden is het misschien zelfs wel het enige waar ik in geloof dat op de lange termijn een echte, duurzame verandering kan brengen.
Maar om die kwaliteiten te ontwikkelen, moet je keihard aan het werk. Je ontwikkelt namelijk geen compassie als je je enkel omringt met fantastische mensen die fantastische dingen doen, maar juist in het contact met diegenen die dat niet doen – alle dwaze klootzakken die deze wereld zo verkloten. ‘Count your enemies as blessings’, zeggen de Maya’s. Nou, dan heb ik een bijzonder gezegende week, boordevol oefenmogelijkheden voor het ontwikkelen van compassie. Want allemachtig, wat lopen er toch ontzettend veel ego-trippende randdebielen rond.
Neem vanmiddag, tijdens het flyeren bij de Anti-bont demonstratie van Respect voor Dieren in Amersfoort. Haatdragende blikken, een gesist ‘je bent gestoord!’ en natuurlijk (?) het gebruikelijke ‘ga toch werken’ en alle inmiddels overbekende dertig variaties daarop. Waarom? Omdat ik vind dat iedereen het recht heeft om zijn eigen vel te mogen dragen. En dat luid en duidelijk zeg.
(Lees verder bij de bron van dit artikel)
Via:: Dhjana