Cultuursocialisme

Al vroeg in de geschiedenis van de socialistische beweging en dus ook de sociaal-democratie kwam het idee op dat “het socialisme” een kwalitatief andere maatschappijvorm zou zijn en dat kwantitatieve eisen hier niet toe zouden kunnen leiden. Of althans, dat het eisen van behoorlijk loon niet voldoende zou zijn om de nieuwe maatschappij tot stand te brengen. Bij “behoorlijk loon” horen overigens als vanzelfsprekend een oudedagsvoorziening voor iedereen en andere sociale voorzieningen.

Gemeenschapszin hoorde bij die nieuwe maatschappij. En een andere cultuur voor iedereen. Verheffing, daar ging het om. De natuur verkennen hoorde er ook bij – kamperen, in het begin van de vorige eeuw een onbekende vorm van sport (zo heette het!), toneelspel (lekespelen), volksdansen, mooie diepe gesprekken bij het kampvuur of eventueel de open haard in het huis bij de kampplaats. Wiardi Beckman, naar wie de Stichting genoemd is, was zelf gevormd door een dergelijke cultuursocialistische beweging.

Het cultuursocialisme werd bij uitstek gedragen door de jeugdbewegingen – in de eerste plaats de onafhankelijke jeugdbewegingen, zoals de Jongelieden Geheelonthouders Bond (JGOB) en andere geheelonthoudersbonden die in het algemeen een (niet per se bedoelde) anarchistische kleur hadden.
Buurthuisvoorzieningen (“Ons Huis”) maakten deel uit van het werken aan de socialistische cultuur.
Prominente culuursocialisten van de afgelopen eeuw waren Anne de Koe, voormalig christen-anarchistisch dominee en “uitvinder” van het Nederlandse volksdansen, Henriëtte Roland Holst-van der Schalk en de latere voorman van de SDAP Koos Vorrink. Het jeugdbewegingselan werd binnen de SDAP gekanaliseerd in de Arbeiders Jeugd Centrale (AJC), bekend van de mobilisaties op de Paasheuvel (afbeelding boven), die van 1918 tot 1959 bestaan heeft. Het verbaast mij dat de Wiardi Beckmanstiching er geen aandacht aan besteedt in haar Rode Canon, evenmin als aan het cultuursocialisme zelf.

Hiervoor zijn ten minste twee redenen te bedenken.
De vormen van de jeugdbewegingen, het kamperen, volksdansen, toneelspelen en meer, werden overgenomen door “de anderen”, tot en met de fascisten toe. Diefstal van vorm, niet van inhoud of streven – maar is dit gemakkelijk uit te leggen mede gelet op het vaak zo ongrijpbare idealisme van de jongeren?
Een andere reden is dat een dubieuze ideoloog als Jacques de Kadt er met de term vandoor is gegaan en deze gebruikt voor een soort elitaire cultuurdragers die het socialistische streven dient waar te maken, ver van het volk dat eventueel geleid moet worden. Het eindpunt van deze redenering is wederom – de bruine diefstal.

Dit is een losse aflevering van de serie over de Rode Canon

2 gedachten over “Cultuursocialisme”

  1. Ik keek even naar de Jeugdorganisatie waar mijn moeder in opgroeide … Het ANJV , die bleken verstandiger te zijn geweest dan veel anderen en zijn volgens Wikki P . hun subsidie kwijtgeraakt omdat ze weigerde op te gaan in Dwars ,de jongerenorganisatie van Groen Links ….

  2. Het ANJV is opgericht in 1945, misschien heeft er net als in de nog bestaande Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie iets van de vooroorlogse bevlogenheid in rondgewaard. Toch was het na 1945 anders, en zeker met de opkomst van een algemene quasi-mondiale jeugd- en jongerencultuur.
    Interessante vraag: bestaat het Algemeen Nederlands Jeugdverbond nu nog op de een of andere manier of is het geluidloos ten onder gegaan? Ik vind op het net zo gauw geen antwoord.

Reacties zijn gesloten.