Voor het lezen (na aankoop zelfs!) van Geestverwanten van Domela Nieuwenhuis van Arend Hazekamp moet je je “in onze kringen” omstandig excuseren, en eigenlijk is er ook geen genade denkbaar. “Onze kringen” hebben de mond vol van liefde, maar er zijn meer uitzonderingen dan zekere objecten te vinden. Ach, “onze kringen”.
Maar ik heb het gelezen, Het recenseren heb ik overgelaten aan een trotskistische kameraad die tot de gedupeerden van het kampeerterrein in Appelscha behoorde.. Bij alle bezwaren die er tegen de schrijver worden aangevoerd kan ik alleen maar zeggen: het is goed dat de anarchistische beweging in het noorden van Nederland, waar zij verreweg het grootst was (is?) in haar hoogtijdagen, in kaart is gebracht. Een register van namen en onderwerpen zou het boek wellicht te dik gemaakt hebben maar ook stukken bruikbaarder.
In wat waarschijnlijk terecht als de nadagen van de grote beweging in Nederland gezien wordt, de tijd van de Spaanse Burgeroorlog, wordt het Fonds Internationale Solidariteit ingesteld, beheerd door Theo Harsman. Die ging ook in de vroege jaren zeventig, toen de Federatie van Vrije Socialisten voor een lichte opleving van het anarchisme in Nederland zorgde, nog over de knip.
Begin 1973 werd het moeizaam voortbestaande Ierland Bulletin omgezet in een blad, gewijd aan onderdrukking en revolutionair verzet in Europa, onder redactie van Frank Rutten en schrijver dezes (Walter Tilligen en Frits de Boer, we moesten logischerwijze onder pseudoniem schrijven). Het heette Repressie Revue, toegezegd werd dat het batig saldo per maand (de geplande verschijningsfrequentie) zou worden overgemaakt naar het Fonds voor International Solidariteit. Het blad wordt hier al genoemd. De geschiedenis van het blad is een apart verhaal dat ik hier en nu niet ga vertellen. Hier wordt al het een en ander uit de doeken gedaan. Toen ik in de zomer van 1974 definitief genoeg had van de Federatie van Vrije Socialisten in het bijzonder en het georganiseerde anarchisme in het algemeen werd ook de band tussen het blad en het Fonds voor Internationale Solidariteit verbroken, wat ik op zich betreurde. Het toenmalige vrije socialisme verkruimelde allengs, er was het Noordelijk Gewest, waar Theo Harsman bij hoorde, de zwenkende Federatie (ook daarover later misschien meer) en niet te vergeten de kring rond het blad De AS.
Mijn boosheid over die o zo solidaire kameraden werd nog aangevuurd doordat vanuit de afdeling Amsterdam van de Vrije Socialisten een blad gewijd aan onderdrukking en revolutionair verzet in Europa werd opgericht, alsof het iets nieuws was. De naam Solidariteit vond ik een hoon, gezien het gemak waarmee ik uit de geschiedenis was weggewerkt, maar goed, ik hield mij intussen bezig met de Portugese revolutie en de afwikkeling van het kolonialisme van Portugal, flink verwijderd van het georganiseerde anarchisme. Ik lees in de inventarisatie op het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis dat de opbrengst van de verkoop van het blad ten goede kwam van het Fonds voor Internationale Solidariteit. Het Fonds lijkt verder in de mist van de nabije geschiedenis te verdwijnen. Ik hoop dat dit bij wijze van oproep een antwoord op de vraag; “wat is er van geworden?”gezien kan worden en het verhaal kan worden afgesloten.
– Eerder verschenen bij Libertaire Orde