Houd op met je presidentiële pretenties

De komende verkiezingen gaan zo goed als nergens over. Ik heb het al eerder geschreven: de VVD heeft Rutte IV laten vallen om belangrijke beslissingen, die naar hun aard tot de taak van een regering behoren, voor zich uit te schuiven. Hoe het zit met het terugtreden van Rutte vervolgens, moet het mij eigenlijk interesseren? Het wonderlijke is, dat als je de peilingen mag geloven – wat niet aanbevelenswaardig is overigens – de VVD voluit op het xenofobe orgel kan gaan onder leiding van een lichtgewicht (maar wel een vrouw hè!) met een Turkse naam. Die leuk kan converseren met Erdoğan als het nodig is.

En het zal wel. Armoede? Woningnood? Verval van allerhande publieke voorzieningen? Klimaatcrisis? Dreigende overstromingen? De buitenlanders, dat is pas het probleem! Misschien is een belangrijk deel van het electoraat intelligent genoeg om te beseffen dat er andere zaken aan de orde zijn. Maar kan men daarop vertrouwen?

Het rare is dat de verkiezingen er om lijken te draaien wie “de premier” wordt. Behalve in 1977, toen de PvdA als motto had “Kies de minister-president” heb ik zo’n campagne nog niet eerder gezien. In de jaren dertig moet het om Colijn gedraaid hebben die het best het schip van staat kon besturen, maar sindsdien is er geen primaat van de premier verkondigd. Overigens: de PvdA werd glansrijk de grootste met flinke winst in 1977, maar Den Uyl is geen premier meer geworden. De grootste partij levert niet per definitie de eerste minister in Nederland, zo luidt het ongeschreven staatsrecht. Zijlstra 1966, Biesheuvel 1971, Van Agt 1977, voorbeelden uit mijn levensjaren.

Maar nu!? Het is een potsierlijk gezicht: een partijtje van een zetel in de Tweede Kamer worstelt met de vraag wie de premierskandidaat moet zijn. Een ander partijtje met een zetel, nota bene een afgescheiden lid van het ooit overheersende CDA, heeft al hetzelfde probleem blijkbaar. De lijsttrekker van de combinatie GroenLinks-PvdA moet natuurlijk premier worden. De vraag is of hij lang in de Kamer blijft om oppositie te voeren.

En dan het lichtgewicht Yeşilgöz, lijstaanvoerster van wat volgens de peilingen toch echt weer de grootste partij zal worden, met een steeds verbetener gezicht en hooggehakt ronddartelend in de sportschool, want ze staat aan jouw kant, de gedroomde première in beide betekenissen. En het gaat nergens over. De VVD is trouwens al vele jaren kampioen in het ontkennen van eigen verantwoordelijkheid voor beleid. “Files liggen niet aan de auto’s maar aan het beleid” zegt de VroemVroempartij parmantig, die ongeveer een monopolie heeft op Verkeer & Waterstaat of hoe noemen ze het nu. Het beleid, dat zijn de anderen.

Maar het zijn geen presidentsverkiezingen, 22 november aanstaande. Er zijn 150 zetels te bekleden, Rutte wilde dat tot honderd terugbrengen want de overheid moet kleiner, er gaan echter stemmen op het aantal juist te vergroten.
Als die eenzetelige clubjes echt zo belangrijk worden als de peilingen en bijbehorend lawaai suggereren, kunnen we er van op aan dat het niet lang duurt tot de volgende verkiezingen. En in ieder geval wordt er geen crisis opgelost verder, integendeel vermoedelijk.

Ik hoorde Nederland snurken
Nog steeds bestuurd door neoliberale schurken.

Kijk, die is vrij naar Heine, die overigens geen woord heeft vuilgemaakt aan Nederland.

– Uitgelichte afbeelding: Door Rijksoverheid.nl – http://english.minaz.nl/dsc?c=getobject&s=obj&objectid=94029, CC0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=17716478