Het “reële socialisme” heeft zich moeiteloos en vrijwel zonder bloedvergieten opgeheven. Het Chili van begin jaren zeventig was een andere zaak. President Allende had nog maar net Pinochet tot opperbevelhebber van de strijdkrachten benoemd toen deze figuur een staatsgreep begon, met concentratiekampen, “verdwijningen” en volledige afschaffing van zelfs de minste sociale voorzieningen. Als Allende vertrouwen had in deze Pinochet is dat een ernstige beoordelingsfout gebleken. De vraag is of hij keus had.
Het demonstreren tegen de staatsgreep had jarenlang een verbindende functie van de linkerzijde, van PvdA tot en met anarchisten. De inzet ebde weg. Het staatsgreepfascisme dat geleidelijk aan neoliberalisme genoemd werd, werd gewoner. Reagan en Thatcher kwamen, zonder staatsgreep. “We” weten bijna niet beter. In de loop der tijd werd duidelijk dat Chili de proeftuin was van de Terugtredende Overheid die het Geweer Niet Schuwt.
Had het anders gekund? Even kijken bij de buren, Internationale Socialisten:
Op een golf van protesten en stakingen werd de sociaaldemocraat Allende in 1970 gekozen als president van Chili. Vanaf het begin werd de linkse regering tegengewerkt door het Chileense kapitaal en de Verenigde Staten. In reactie werden op veel werkplekken arbeidersraden opgezet. Deze ‘cordones’ wilden de regering dwingen tot nationalisatie. De regering van Allende probeerde het bedrijfsleven en het leger niet te veel tegen zich in het harnas te jagen. In 1973 greep het leger op brute wijze de macht en begon de dictator Pinochet met Westerse steun zijn neoliberale experiment. Wat voor lessen kunnen we trekken uit deze periode? Welke keuzes maakten delen van links?
We moeten de komende tijd eigenlijk verder ingaan op dit treurige jubileum.
– Uitgelichte afbeelding: Public Domain, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=186370