Ter gelegenheid van 1 mei gaf de Russische Socialistische Beweging onderstaande verklaring uit.
1 Mei is niet alleen de Internationale Dag van de Arbeid, maar ook een dag van solidariteit met de onderdrukte volkeren en burgerlijke ongehoorzaamheid tegen oorlog.
Men kan zich bijvoorbeeld de 1 mei protesten in 1971 tegen de imperialistische agressie van de VS in Vietnam in Washington herinneren. In die tijd was het standpunt van de anti-oorlogsbeweging duidelijk: stop de oorlog, voltooi de terugtrekking van de Amerikaanse troepen en steun het zelfbeschikkingsrecht van het Vietnamese volk.
Tegenwoordig neigt links ook naar pacifisme, maar de huidige versie ervan is veel ambivalenter. Hoewel links nog steeds de nadruk legt op het Amerikaanse imperialisme en het voorkomen van een kernoorlog en militarisering en oorlog veroordeelt als middelen om conflicten op te lossen, is het moeilijk de agressor precies aan te wijzen en toont links zich bereid de Russische annexatie van Oekraïens grondgebied en de voortdurende aanwezigheid van Russische troepen daar te tolereren. Zo is deze versie van het pacifisme verstoken van werkelijke solidariteit met de onderdrukte volkeren.
Kampisme van links, een ideologische stellingname die inhoudt dat links de regimes die zich verzetten tegen de hegemonie van het Westen moet steunen of zich tenminste moet onthouden van kritiek, belemmert meestal de steun aan Oekraïne. Deze benadering gaat voorbij aan andere imperialismen en negeert de mening van de activisten uit de mondiale periferie die strijden tegen hun ‘anti-imperialistische’ dictators.
Een ander obstakel voor solidariteit met Oekraïne is het antimilitaristische perspectief van Westers links, dat elke vorm van aansluiting bij militaire voorbereidingen van de eigen regering of bij de retoriek van de ‘verdediging van de democratie’, die ‘humanitaire interventies’ in Joegoslavië, Irak en Afghanistan legitimeerde, moreel problematisch maakt.
We willen benadrukken dat een dergelijk pacifisme om verschillende redenen onjuist is. Ten eerste is het gewapend met oude dogma’s die niet worden heroverwogen in het licht van de huidige omstandigheden. Door de ‘concrete analyse van een concrete situatie’ te verwerpen, devalueert links de concepten en principes van de linkse beweging en maakt ze tot louter abstracties.
‘Anti-imperialisme’ wordt gereduceerd tot de strijd tegen het Amerikaanse imperialisme en de uitbreiding van de NAVO, terwijl het pacifisme wordt veranderd van het instrument van de strijd tegen de agressor in het instrument van de verzoening met de agressor. Een ‘vals pacifisme’ bevordert neutraliteit of beperkte steun voor Oekraïne. We zijn er echter van overtuigd dat de toepassing van dezelfde kritische normen die links toepast op de kapitalistische samenlevingen van het Noorden, volledige steun aan Oekraïne betekent, aangezien Rusland een imperialistische agressor is die al een deel van het Oekraïense grondgebied heeft geannexeerd, meer dan 120.000 mensen heeft gedood en miljoenen Oekraïense mensen heeft verdreven, terwijl Oekraïne een oorlog van nationale bevrijding voert.
Bovendien is het essentieel te erkennen dat het regime van Poetin niet dient als bolwerk tegen het imperialisme. Het vertegenwoordigt een versie van reactionair autoritair kapitalisme. Het regime van Poetin heeft oorlog gevoerd met Oekraïne om als klasse te overleven en om de invloedssferen te herverdelen. Daarom maakt het gebrek aan solidariteit met de onderdrukten en het gebrek aan veroordeling van de onderdrukker het internationalisme zinloos.
Ten tweede stelt het ‘valse pacifisme’ geen levensvatbare oplossing voor om de oorlog te beëindigen. De roep om vrede tegen elke prijs, inclusief de erkenning van de huidige status quo, gaat voorbij aan de specifieke omstandigheden. Het ‘valse pacifisme’ houdt er geen rekening mee dat Oekraïne bevrijding nodig heeft in plaats van ‘vrede’. Vrede onder welke voorwaarden dan ook betekent niet alleen een deal met de agressor, maar zal ook niet meer zijn dan een wapenstilstand, aangezien het regime van Poetin in een stadium is gekomen waarin het niet kan stoppen met het voeren van oorlogen zonder het risico te lopen de macht te verliezen.
Zowel het Oekraïnse als het Russische volk heeft behoefte aan een militaire nederlaag van het regime van Poetin. Alleen dat opent het vooruitzicht op verandering voor beide volken en de potentiële bevordering van de socialistische agenda. Het regime van Poetin belemmert niet alleen de strijd van de onderdrukten in eigen land, maar ook in de buurlanden. Wat Rusland betreft, hebben we al benadrukt dat de ongelijkheid in Rusland in de twintig jaar van Poetins leiderschap aanzienlijk is toegenomen.
Poetin is niet alleen een vijand van alle vormen van democratie, maar ook een vijand van de arbeidersklasse. De deelname van het volk aan de politiek en vrijwilligersorganisaties wordt in Rusland met argusogen bekeken. Poetin is in wezen een anticommunist en een vijand van alles waarvoor links in de twintigste eeuw heeft gestreden en in de eenentwintigste eeuw strijdt. Daarom is het zonder de ineenstorting van Poetins repressieve dictatuur nauwelijks realistisch om positieve veranderingen in de toestand van de arbeidersklasse in Rusland en Oekraïne te verwachten en alleen een militaire nederlaag kan deze ineenstorting mogelijk maken.
Bovendien schept het toestaan dat Poetins regime wegkomt met de oorlog vanuit een mondiaal perspectief een nieuw gevaarlijk precedent in de internationale betrekkingen. Het geeft andere landen met kernmacht of machtige legers het signaal dat annexatie-oorlogen worden getolereerd en dat de internationale gemeenschap niets zal doen om de agressor te stoppen. De Nagorno-Karabach-crisis wordt nu in de irredentistische taal beschreven door Azerbeidzjan dat al enkele Armeense gebieden heeft bezet, Turkse luchtaanvallen in Irak en Syrië in 2022-2023 en Israëlische luchtaanvallen op Gaza en Libanon in 2023 hebben ook niet genoeg internationale aandacht gekregen. Putins wereldbeeld volgens hetwelk de sterken het recht hebben de zwakken te verslaan, moet in Oekraïne een zware klap krijgen, anders zullen irredentistische bloedige oorlogen overal ter wereld worden gelegaliseerd. De overwinning van Oekraïne in de oorlog is dus nodig om de normalisering van het bloedbad in de wereld te voorkomen.
Tenslotte onthult het onder linkse slogans vermomde ‘valse pacifisme’ een kleinburgerlijke aard die gekenmerkt wordt door egocentrisme. ‘Vals pacifisme’ is egocentrisch omdat het wordt gereduceerd tot de strijd tegen de eigen nationale regering. Oppositie tegen de nationale politieke hoofdstroom krijgt voorrang boven solidariteit met het Oekraïense volk. ‘Vals pacifisme’ wordt gedreven door eigenbelang, omdat het zich vooral zorgen maakt over de mogelijke repercussies voor de arbeidersklasse in Westerse landen en de verspreiding van de oorlog naar het Westen zelf als gevolg van actievere steun aan Oekraïne. Met andere woorden, ‘vals pacifisme’ komt neer op afstand nemen van de oorlog.
Wat een interessante transformatie: 50 jaar geleden bekritiseerde de linkse beweging de westerse consumptiemaatschappij om haar onwetendheid over de oorlogen in het Globale Zuiden en valorisatie van materieel comfort, nu probeert links zelf de oorlog van een veilige afstand te benaderen. Het ‘valse pacifisme’ vermijdt te luisteren naar de eisen van de Oekraïense socialisten en Russische socialisten die niet alleen aandringen op morele of humanitaire steun aan Oekraïne, maar ook op een afwijzing van elk compromis met het regime van Poetin, een erkenning van het recht van Oekraïne om zich te verzetten en een goedkeuring van verdere wapenoverdrachten aan Oekraïne.
Het is begrijpelijk dat links niet wil meewerken met de politieke hoofdstroom. Neutraliteit doodt de vooruitzichten van links echter meer dan enige vorm van deelname aan de steun aan Oekraïne. Het is hoog tijd dat links zijn agenda promoot waarmee het zijn politieke subjectiviteit kan behouden. Een dergelijke agenda kan de volgende eisen omvatten:
1. Meer wapenoverdrachten aan Oekraïne, waardoor dat land zijn geannexeerde gebieden kan terugkrijgen.
2. Volledige terugtrekking van de Russische troepen van het grondgebied van Oekraïne.
3. Herverdeling van de last van de militarisering. Het zijn de regering en de bedrijven die zaken deden en nog steeds doen met Rusland en daarmee indirect het autoritaire regime steunen, die de kosten van de oorlog moeten dragen, niet de arbeidersklasse.
4. Kwijtschelding van de schuld van Oekraïne.
5. Versoepeling van het immigratieproces, zodat meer ontheemde Oekraïners en Russen, die vluchten voor onderdrukking en mobilisatie, kunnen worden opgevangen. Wat de Russen betreft, willen we herhalen dat het uiterst moeilijk is om politieke activiteiten te ontplooien als je in de gevangenis of aan het front zit.
6. Invoering van sancties tegen de elite van Poetin, met name tegen de financiële activa die nauwelijks door eerdere sancties zijn getroffen.
7. Afschaffing van de geheime diplomatie en het voeren van alle onderhandelingen in alle openheid in het volle zicht van het hele volk.
Links moet zijn solidariteit verleggen van de heersende klassen van de landen die zich onderdrukt en vernederd wanen naar mensen en samenlevingen die tegen onderdrukking strijden. Om een dergelijke solidariteit te bevorderen moet links het vermogen ontwikkelen om hun blik en empathie te decentraliseren. Vanuit zo’n perspectief is het onmogelijk niet solidair te zijn met het volk van Oekraïne.
De onderdrukten, niet alleen in Oekraïne en Rusland maar wereldwijd, hebben horizontale solidariteit en empathie nodig in plaats van star geopolitiek denken en kampisme. Alleen dan kan de arbeidersbeweging zegevieren en de weg vrijmaken voor vrede en socialisme!
Dit artikel stond op New Politics. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.
Overgenomen van Grenzeloos. Zéér aanbevolen.