Vanavond is de Indische herdenking – op de datum dat de Japanners zich overgaven. Daar is stelselmatig de grootste groep Nederlandse slachtoffers genegeerd. Dat waren de twee tot drie miljoen oorspronkelijke bewoners, die door honger en ellende stierven. Dr L. de Jong noemde deze groep als eerste in zijn standaardwerk ‘Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog’.
Nou, dat werd hem niet in dank afgenomen… een storm van ‘Indisch’ protest stak op. De “Indische’ Nederlanders hadden immers in kampen gezeten? Alle 100.000? En daarbij waren 15.000 van hen omgekomen, toch? En veel mannen hadden keihard slavenwerk moeten verrichten aan Japanse rimboespoorlijnen, zoals in Birma? Eén dode onder elke biels, toch? ‘Bridge over the River Kwai’, toch? Zeker. De toenmalige onderdrukkende klasse had zwaar geleden. Meest zo’n twee jaar lang, van 1943 tot 1945.
Maar… De onderdrukten van die tijd en die plek, bleken buiten allerlei kampen te lijden aan een hongerzomer van drie jaar lang. Hongersnood, werkloosheid, families die uiteenvielen, het einde van elke vorm van zorg door keihard Japans wanbeheer en economische uitbuiting. Gezien de getallen ook aan te duiden als de Indische holocaust.
En nu komt de Indonesische ambassadeur een krans leggen voor zijn eigen doden. Enige gerechtigheid. Vorig jaar sprak ik voorzitter van die herdenking Thom de Graaf erover aan na de herdenking, maar hij wilde er toen niet echt op ingaan.
De toevoeging geeft weer allerlei ophef en gedoe onder Indische Nederlanders, met allerlei alternatieve herdenkingen. Maar het ‘Kennisplatform Inclusief Samenleven’ blijft vrolijk de term ‘politionele acties’ gebruiken en koppelt die volkomen onterecht aan de Tweede Wereldoorlog.
Veel Indische Nederlanders laten zich hun slachtofferschap niet graag afnemen.