Een Boek over Het Anarchisme is niet zo goed denkbaar, omdat Het Anarchisme zoals het betaamt geen definitie verdraagt. Ik zou wel boeken over anarchistische subsidiair libertaire stromingen kunnen noemen, zoals Peter Marshall’s Demanding the impossible. De schrijver is evenwel zelf anarchist, heeft zelfs de term spiritueel anarchisme gelanceerd als paraplu waaronder religieus-anarchisten vallen, dit in Religious anarchism, waaraan ik zelf heb bijgedragen dus u begrijpt dat ik dit meesterwerk heel bescheiden niet noem. “Spiritueel” is een adjectief dat inmiddels eerder verdacht aandoet, Peter – nou ja, het waait wel weer over hopen we.
Een heel mooi overzicht van naar anarchisme neigende stromingen in de Engelse revolutietijd van de zeventiende eeuw is The world turned upside down van Christopher Hill, zelf communist Van De Partij. Ja, het lied is naar het boek vernoemd.
Een roman van een schrijver die zelf geen anarchist was maar die mijn belangstelling voor wat ik onder religieus anarchisme versta, heeft doen ontwaken is Arthur van Schendel, De waterman. Lees het en begrijp het.
Romans zijn altijd betere inleidingen dan mogelijk dorre al dan niet wetenschappelijke verhandelingen. Het gehele oeuvre van B. Traven, bovenal Das Totenschiff, beveel ik u warm aan. Van Orwell de twee bekendste zeker, maar die worden onbegrepen nog wel eens gekaapt door de andere zijde. Met Homage to Catalonia zal ze dat niet lukken.
Niet-romans (ik heb een hekel aan de termen “fictie” en “non-fictie”): om te beginnen Daniel Guérin, Pour un marxisme libertaire. Niet klagen dakeniknieleeze, het is in allerlei vertalingen te vinden.
En dan Gustav Landauer, Aufruf zum Sozialismus, de mooiste oproep die ik ken die tevens duidelijk maakt dat het om gezindheid gaat (op de gezindheid komt het aan, en daarom wordt het misschien wel nooit iets). Ook hiervoor: geen excuses, genoeg vertalingen.
Of hij zich zelf anarchist noemde, zeker in latere jaren, zou ik niet weten, maar met Roads to freedom van Bertrand Russell zit u ook niet slecht.
Als er iets is wat anarchisten bindt is het hun betrokkenheid bij het onderwijs. Een keur van auteurs wacht op u, van Freire tot Goodman, van Henri Roorda van Eysinga tot Neill. Te veel om op te noemen. Nou vooruit: Ivan Illich, Deschooling society.
En dan moet ik het vijftal (in de geest van Ruth Kinna) volmaken. Met In het polderland van B.P. van der Voo, een van de eerste natuurwandelboeken van Nederland, over wat nu onherkenbaar is als de omgeving van Rotterdam. Hij was eerder dan Heimans en Thijsse (die ik zeer hoog acht, daar gaat het niet om) en was nog anarchist ook. Mag wel eens herdrukt worden door deze of gene.
December, lijstjesmaand, tot uw dienst.