Het kernprobleem op de woningmarkt is niet dat er te weinig huizen zijn, maar dat woningen een handelswaar zijn. Woningen worden opgekocht door speculanten of aangekocht voor de verhuur. Dat drijft de prijs enorm op. De afgelopen decennia heeft de politiek de huisjesmelkers met allerlei wetgeving ondersteund.
Om de woningnood tegen te gaan moeten woningen weer primair gebruikt worden om in te wonen. Dat wil zeggen dat de gehele huursector door woningbouwcorporaties moet worden beheerd, maar met als doel om te zorgen voor voldoende, goede en betaalbare huurwoningen. Dat lost meteen het probleem van zogenaamde ‘scheefhuurders’ op. Om dit mogelijk te maken moeten alle grote huizenbezitters worden onteigend en moet de verhuurdersheffing – bedoeld om de sociale huursector te ondermijnen – worden afgeschaft.
Daarnaast kan een zelfbewoningsplicht worden ingesteld, waardoor speculatie op de woningmarkt effectief onmogelijk wordt gemaakt.
Voor inspiratie kunnen we naar Berlijn kijken. Daar wordt al jaren massaal gemobiliseerd voor betaalbare woningen. Inmiddels heeft de campagne voor het onteigenen van de grote huisjesmelkers meer dan 350.000 handtekeningen opgehaald voor een referendum – meer dan twee keer zoveel als vereist. De inzet is niets minder dan het overhevelen van 240.000 huurwoningen naar de sociale sector. Eind september mogen Berlijners naar de stembus.
In Nederland ontbreekt het nog aan de georganiseerde krachten die de Duitse beweging wel heeft opgebouwd. De Woonprotest-acties zijn een uitgelezen kans om een begin te maken om ook hier een sterke beweging op te bouwen die de vinger op de zere plek legt: bij de winstzucht van de huisjesmelkers en speculanten.
Overgenomen van socialisme.nu
- Uitgelichte afbeelding: Door M.Minderhoud – Eigen werk, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=377181 (Agnetapark, Delft: ooit het tegendeel van speculatie en winstbejag)