Premier Boris Johnson heeft net voor het sluiten van 2020 toch nog een beperkte Brexitdeal met de EU gesloten. Natuurlijk waren er slechte tijden voorspeld voor het Verenigd Koninkrijk dat het in zijn eentje moet zien te rooien. Van de vele commentaren verwijs ik vrij willekeurig naar Jonathan Powell, voormalig Brits onderhandelaar in Noord-Ierland, op Politico.eu. Hij benadrukt dat soevereiniteit een mistig concept is. Via iedere internationale regeling, van de NAVO tot aan het Goede Vrijdag-akkoord, beperkt een staat vrijwillig zijn soevereiniteit, maar die doet dat om er praktische voordelen uit te halen. Met andere woorden door een verdrag op te zeggen, ga je een hoop missen.
Prijs voor Brexit
Wat de Britten allemaal zouden gaan missen, bleek voor veel mensen vooraf helemaal niet duidelijk. Boeren en vissers, die verwachten het meest van Brexit te profiteren, komen al direct van een koude kermis thuis. Zo rot de vis weg. Meer vangst heeft weinig zin als de afzetmarkt grotendeels wegvalt. En een boel ‘red tape’, allerlei formulieren die ingevuld horen te worden, bemoeilijken de handel overzee. Kortom, vanuit economisch oogpunt is Brexit weinig florissant. Maar in hoeverre wegen deze hindernissen in het oordeel over Brexit? Vergelijk bijvoorbeeld de situatie op de Balkan. Het is niet zo dat de bevolking in ieder land in deze regio kiest voor aansluiting bij de EU. Liever ploetert men voort in relatieve armoede dan dat men traditionele, corrupte politici opzij zet. Het idee dat een volk zelf kan beslissen over zijn lot, hoe beperkt dan ook, spreekt veel mensen aan, en ze zijn bereid daarvoor een forse prijs te betalen. Meestal gaat over een mentaliteitsverandering langer dan een generatie heen.
In de huidige coronacrisis valt de prijs van de Britse Alleingang wellicht nog niet eens zo op. De gevolgen van Covid-19 zijn vooralsnog veel heviger dan die van Brexit. Bovendien zal het einde van de pandemie de economie een flinke opkikker geven. Daarmee worden dan de gevolgen van Brexit verdoezeld. Hoewel Johnson Covid-19 bar slecht heeft aangepakt, zullen de Britten dat snel vergeten als de economie op stoom komt.
Trots op vaderland
Maar zoals voor veel Balkan-bewoners de economie niet op de eerste plaats lijkt te komen en daarentegen trots op het vaderland hoog scoort, geldt dit waarschijnlijk eveneens voor de Britten, of liever de Engelsen. Vooral Engelsen stemden voor Brexit, in tegenstelling tot onder meer Schotten. De economische moeilijkheden door Brexit stimuleren Schotten nog meer om voor een onafhankelijk Schotland te gaan. En eerder nog is er de Noord-Ierse problematiek. Johnsons Brexit-akkoord houdt in dat er de facto een grens in de Ierse Zee tussen Noord-Ierland en Groot-Brittannië is komen te liggen. Het kleine Noord-Ierland met een bevolking van een kleine twee miljoen zielen is daardoor in aanzienlijke mate afhankelijk van handel met de Ierse Republiek en daardoor met de EU. De barrière in de Ierse Zee zal het streven naar Ierse hereniging versterken. Als Ierse hereniging er aankomt, dan is dat een klap voor de Engelse trots op het vaderland, evenals een eventuele Schotse afscheiding.
Eveneens voor een deuk in de trots op het vaderland kan de toename van niet-Europese migranten zorgen. Johnson dacht de Dublin-regeling met de EU, waarbij asielzoekers naar het eerste land van binnenkomst in de EU worden teruggestuurd, te kunnen voortzetten. Dat punt heeft hij niet kunnen binnenhalen. Juist de toestroom van niet-Britten naar het VK was een belangrijk motief voor Brexit. In Trouw aan en eerbied voor het vaderland nekken Labour is daarover uitgebreider verhaald. Beide genoemde ontwikkelingen in verband met vaderlandse trots spelen echter op de lange termijn en tot een heroverweging van EU-lidmaatschap bij de Tories zal het niet meteen leiden. Vooralsnog zal Boris Johnson zijn schijnoverwinning kunnen vieren.
Labour
Johnson hoeft in ieder geval geen vrees voor Labour te koesteren. Labour is intern sterk verdeeld. Een deel vindt de economische voordelen van aansluiting bij de EU een sterke pre. Maar het gaat in de overwegingen dus niet alleen om economische ratio. Een ander deel beschouwt de EU als een neoliberaal bolwerk. Kans om dat bolwerk van binnenuit te slopen, achten ze minimaal. Dan vechten ze liever voor een sociaal VK. Maar een sociaal VK voor haar kust zal de neoliberale EU niet zien zitten. De EU zal er groot (economische pesterijen) op inzetten dat zoiets niet gebeurt. Voor Labour-militanten zal zo’n pessimistisch vooruitzicht echter onacceptabel zijn en ze zullen doorgaan met hun insulaire strijd op de Britse eilanden.