Over de Nederlandse militaire inzet in Curaçao

Op Curaçao lijkt inmiddels de rust teruggekeerd te zijn, nadat er bijna drie weken geleden hevige onlusten waren nadat de regering-Rhuggenaath een ,,verlaging van 12,5% op het totale arbeidsvoorwaardenpakket van alle medewerkers in de (semi)publieke sector” aankondigde.

Zo werden, buiten de vakbonden om, de salarissen van vuilnisophalers, verplegers en leraren prompt verlaagd. Deze maatregel van de regering is in feite een eis van de Nederlandse regering (de “eigen” bourgeoisie hier ter lande) als voorwaarde voor een tweede financiële steunronde aan de door COVID-19 (‘corona’) getroffen economie van Curaçao (welk hoofdzakelijk de toeristensector beslaat). Deze noodleningen zouden dan ook alleen in handen zijn van een Nederlandse autoriteit. Hulp buiten de lokale autoriteiten en hun parlementen om dus.

Het Nederlandse kabinet wilde wel noodhulp sturen toen het coronavirus de Caribische eilanden trof, maar financiële hulp kon er alleen maar komen onder renteloze leningen, tegen strenge voorwaarden die bij elke steunronde een beetje strenger werden. Een ,,agenda voor overname en controle over het bestuur…”, aldus premier Rhuggenaath. Een ,,moderne rekolonisatie”, luidde de samenvatting van Steven Martina, minister van Economische Ontwikkeling. Het bestuur van Nederland doet Suzy Camelia-Römer, minister van Gezondheid, denken aan de manier waarop ,,de West-Indische Compagnie vroeger de Koloniën bestuurde”. Deze citaten zijn wellicht een “populistische” reactie van de regering op hun eigen zwakke beleid. Immers, voor ‘corona’ was er al dik twee jaar armoede. Een cafébaas: ,,Covid is voor ons slechts de genadeklap”. De economische krimp als gevolg van het virus wordt tot 23% verwacht, hulpinstanties deelden voorheen driehonderd voedselpakketten uit aan huishoudens. Nu twaalfduizend (al ligt de schatting tussen 85.000-160.000). De werkloosheid dreigt inmiddels op te lopen tot 60%. Dit dus o.a. door de crisis in de toerismesector, maar ook door de crisis bij de olieraffinaderij Isla (een van de grootste werkgevers van het eiland; de vroegere eigenaar was Shell). Honderden (bijna de helft van de ruim 900 arbeiders) dreigen hier hun baan te verliezen omdat het contract met de Venezolaanse olieraffinaderij PDVSA is afgelopen, en er nog geen nieuwe beoogde koper in dat gat is gesprongen (door… jawel… ‘corona’). Maar ook al is het wantrouwen in de regering groot, oude anti-koloniale denkbeelden duiken ook weer op onder de bevolking.

Terug naar de 12,5% loonafbraak: De arbeiders van Isla en Selikor, het staatsafvalbedrijf, verzamelden zich de 24e juni onder leiding van Shaidrilon ‘Lon’ Mutueel bij ‘Post 5′, een van de ingangen van Isla. Dit is een tevens een symbolische ontmoetingsplek: hier begon op 30 mei 1969 de historische opstand van Shell-arbeiders onder leiding van Papa Godett*. De arbeiders, vergezeld door jongeren en burgers, rukten met honderden op naar Forti (Fort Amsterdam), het regeringscentrum in Willemstad. Zij eisten het aftreden van premier-Rhuggenaath, die weigerde.

Hierop bestormden de demonstranten het fort; Rhuggenaath wist ternauwernood te ontkomen. De politie en ME moesten ingrijpen met traangas. Lon Mutueel werd gearresteerd. De rest is geschiedenis: er is geplunderd, er is brand gesticht en heftige rellen volgden na de inmenging van bendes zoals de NLS (= No Limit Soldiers) en andere rivaliserende “gangs” uit o.a. Koraal Specht en Buena Vista City. Een avondklok werd ingesteld en de inzet van het Nederlandse leger werd twee later bekend gemaakt (Op verzoek van de lokale autoriteiten volgens het NRC). In Trouw van 29 juni jl. was te lezen dat ,,inmiddels de hulp van Nederlandse militairen is ingeroepen. Die gaan hun 56 Curaçaose collega’s bijstaan met het ondersteunen van de lokale politie”. Verderop in datzelfde artikel: ,,De onveiligheid moet nu mede door Nederlandse militairen worden bestreden. Zaterdag arriveerde de 33ste rotatie van de landmacht op de luchthaven van Curaçao, die de 32ste moet aflossen. Daardoor heeft Defensie op dit moment tweemaal zoveel militairen op het eiland als normaal”.

Behalve dat er tot voor kort alleen in de burgerlijke pers te lezen viel dat de distributie van de voedselhulp noodgedwongen is ,,uitgegroeid tot een militair georganiseerde operatie”, is ondergetekende niet bekend hoe het nou met die “32ste” en “33ste” rotatie is afgelopen. Zijn de Nederlandse militairen nog aanwezig? En ligt hier voor links (in het algemeen) geen politieke taak om dit – in welke minimale vorm dan ook – te veroordelen? Desnoods alleen al vanuit een anti-militaristisch perspectief? Of misschien – wat cynisch gesteld – in het kader van Black Lives Matter?

____
* De onlusten recentelijk in Curaçao zijn maar mak vergelijken met de gebeurtenissen na 30 mei 1969. Het begon met een arbeidsconflict bij de Shell-raffinaderij. Shell ontsloeg steeds meer arbeiders en huurde ze vervolgens weer in via een tussenbedrijf. Protest hiertegen leidde tot een staking. Een massa van uiteindelijk zo’n 5000 betogers vertrok van de raffinaderij naar Willemstad. De politie lukte het niet ze uit de stad te houden. O.a. onder de leus <<Pan y rekonosemento>> (“Brood en erkenning”) liep de betoging uit in rellen, plunderingen (<<Ta kos di kapitalista, kibra nan numa>>, “Het zijn zaken van kapitalisten, vernietig ze maar”) en zelfs in etnisch geweld tegen andersgekleurden. Door het schieten met scherp, doodde de smeris twee demonstranten. Uiteindelijk drong ook hier de (toenmalige) Antilliaanse regering aan op het ‘Koninkrijk’ om militaire bijstand te sturen. Pas op 2 juni werd de noodtoestand beëindigd. Interessant aan dit protest was hoe de staking toendertijd verlegd werd naar die van de politieke strijd, d.i. naar de eis voor een arbeidersregering. De befaamde Wilson ‘Papa’ Godett zou het Arbeiders Bevrijdingsfront van 30 mei oprichtte, welk in hetzelfde jaar nog aan de regering zou deelnemen. Maar de politiek van deze (zwarte) emancipatiegolf zou later langzaamaan opgaan in het nog steeds heersende “systeem”.

Revolutionaire Jeugd

Uitgelichte afbeelding: Shell refinery in Curaçao in 1975 – By Bert Verhoeff / Anefo – http://proxy.handle.net/10648/ac654654-d0b4-102d-bcf8-003048976d84, CC0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=68103648