We hadden het kroonjaar van Maagdenhuisbezetting I vorig jaar, en dit jaar van Maagdenhuisbezetting II, ze zijn beide ongetwijfeld moedwillig onopgemerkt voorbij gegaan. Maak geen ultrarechtse honden nog wakkerder dan ze toch al zijn.
En nu de veertigste verjaardag van de Kroningsslag van 30 april 1980. Wij laten het niet onopgemerkt voorbijgaan.
Midden jaren negentig lijkt het hoogtepunt van de kraakbeweging voorbij. Ruim vijftien jaar na de Vondelvrijstaat en de kroningsrellen (‘Geen woning, geen kroning’) vindt filmmaker Joost Seelen die tijdens zijn studietijd in Nijmegen geïnteresseerd is geraakt in de theorie en praktijk van sociale bewegingen, dat het tijd is om zich aan een terugblik te wagen. Het is een relaas dat zich niet laat vangen in het beeld van de onschuldige Vondelvrijstaat waaraan door tankcolonnes een einde wordt gemaakt. De afzonderlijke verhalen voegt Seelen samen tot een kroniek van intriges en machtsstrijd in de periode tussen 1975 en 1988, die niet onderdoet voor de koningsdrama’s van Shakespeare.
Zo worden Theo en zijn adjudant Jack de hoofdpersonen van DE STAD WAS VAN ONS. Zij waren de vertegenwoordigers van de Politieke Vleugel van de Kraakbeweging (PVK) die de morele standvastigheid van de beweging bewaakten, zo nodig met harde hand. Tegenover deze ‘neostalinisten’ zet Seelen krakers die niet mee willen in de spiraal van geweld. Die de ijskast op het dak niet met alle geweld op een een beneden staande ME’er willen gooien. Onthullend zijn de kaders die de filmmaker kiest om de geïnterviewden in beeld te brengen: ruim genoeg om de kijker een goede indruk te geven van hun huidige maatschappelijke situatie. De luxe woonomgeving van een aantal van hen wekt bijna jaloezie op.
Achtergrondinformatie
Samen met oud-kraker Eric Duivenvoorden die het officieuze archief van de kraakbeweging onder zijn hoede heeft, schrijft Joos Seelen een scenario waarin de ontwikkelingen in de Amsterdamse kraakscene centraal staan. Een andere oud-kraker, beeldresearcher Gerard Nijssen, duikt uniek archiefmateriaal op.
Joost Seelen raakt gefascineerd door de verhalen van de betrokkenen. In zijn optiek vormt de kraakbeweging een scharnier tussen de collectieve acties van de jaren zestig (je sterk maken voor groepen uit de samenleving, zoals ‘de arbeidersklasse’) en het individualisme van de jaren tachtig (voor jezelf opkomen). Seelen ontdekt dat er zich het nodige binnen de beweging heeft afgespeeld, dat alleen onder intimi bekend is.
In 1996 gaat De stad was van ons tijdens het IDFA in première. Seelens conclusie dat de kraakbeweging aan onderlinge verdeeldheid ten onder is gegaan, wordt meteen bestreden door een aantal ex-krakers die in een verklaring laten weten dat de filmmaker zich schuldig maakt aan geschiedvervalsing. Seelen wijst erop dat hij geenszins pretendeert ‘de geschiedenis’ van de kraakbeweging te presenteren.
Gezien de ophef over het actieverleden van enkele politici in 2008, heeft De stad was van ons als analyse van een sociale beweging die zich volgens de normen van toen op het randje van het betamelijke bewoog, maar die nu als onaanvaardbaar wordt gezien, nog niets aan belang verloren.