EU-lidstaat Hongarije is nu een dictatuur. Premier Viktor Orbán heeft op 30 maart een coronawet doen goedkeuren die een noodtoestand voor onbepaalde tijd creëert. Deze houdt in: het Hongaarse parlement is geschorst; Orbán regeert per decreet; verkiezingen zijn afgeschaft; verspreiding van nepnieuws, dat wil zeggen iedere kritiek op Orbán, wordt bestraft tot vijf jaar gevangenis; als quarantainemaatregelen overtreden worden – impliceert geen vrijheid van vergadering – kan de straf zelfs oplopen tot acht jaar.
Dictatoriale bevoegdheden voor onbepaalde tijd kunnen dus zonder meer in de EU worden ingevoerd. Dit terwijl de EU volgens artikel 2 van het Verdrag van Lissabon staat voor democratie in de lidstaten. Weliswaar kunnen volgens artikel 7 voortdurende schendingen van artikel 2 in een lidstaat tot maatregelen tegen die lidstaat leiden, maar dit vergt sowieso een langdurige juridische procedure en ondertussen kan de dictatuur voortduren. Artikel 7 is trouwens al in werking met betrekking tot Hongarije sinds september 2018. Echter zolang artikel 7 niet voldoende steun krijgt van de lidstaten in de Europese Raad staan de democraten in de EU machteloos. Polen bijvoorbeeld zal Orbán waarschijnlijk steunen.
Voordat overigens aan effectiviteit van artikel 7 kan worden gedacht, is er eerst nog het probleem van de Europese Volkspartij (EVP). Fidesz, de politieke partij van Orbán, is lid van de EVP. De EVP is de grootste partij in het Europees Parlement en ertoe behoren onder meer het CDA, de Vlaamse CD&V en de Duitse CDU. Angela Merkel (CDU) belichaamt de machtsfactor in de EVP. Haar softe aanpak van Orbán heeft uiteindelijk tot de Hongaarse dictatuur geleid. Een vanzelfsprekende eerste stap is om Fidesz uit de EVP te knikkeren. Maar dat schijnt heel erg moeilijk te liggen. Het CDA – berucht vanwege aanstaande samenwerking met het anti-democratische FvD in Noord-Brabant – heeft tot het moment van dit schrijven nog geen reactie op de situatie in Hongarije gegeven.
Intussen laat Orbán er geen gras over groeien. Het nieuwe schoolcurriculum in Hongarije stelt het lezen van antisemitische schrijvers verplicht en geschiedenisboeken zullen worden herschreven om de heldhaftigheid van de natie te promoten. Eerder al was Nobelprijswinnaar Imre Kertész van de leeslijst geschrapt. Kertész wees namelijk zowel het communisme, het nationaalsocialisme, als alle andere vormen van totalitarisme volstrekt af. En Kertész was Joods.
Zoals het er nu naar uitziet, is Hongarije binnenkort niet alleen een dictatuur maar zowaar een fascistische staat. Dat de EU deze transformatie niet stopt, tekent haar failliet. Jarenlang al ageer ik tegen de tekortschietende democratie in de EU. Orbán bevestigt met zijn ‘coup’ overduidelijk het falen van de EU. Als je bijvoorbeeld de VS met de EU vergelijkt, is het onvoorstelbaar dat een staat in de VS een dictatuur instelt. Andersom is Donald Trump weliswaar als president een ramp, zou hij wellicht graag een dictatuur verordineren, maar zou hij van verschillende staten zoveel weerstand krijgen dat zo’n plan onmogelijk te verwezenlijken is.
Met de invoering van een dictatuur in Hongarije weerklinkt natuurlijk de roep om Hongarije zo snel mogelijk uit de EU te gooien. Daartegen is een zwaarwegend bezwaar te maken. Zolang Hongarije lid van de EU is, is het voor toekomstige verdrukte Hongaren – denk aan LGBT’ers, Joden, Roma – relatief gemakkelijk om naar andere EU-lidstaten te vluchten. Interne EU-vluchtelingen klinkt bizar maar laten we blij zijn dat de mogelijkheid vooralsnog bestaat.